zaterdag 29 november 2014

ANNNA'S JAREN (37) - Rotterdam ging bruisend de twenties in -

Een Joods-Poolse kleermaker vermaakte niet alleen kleding maar ook de stad. Hij behoorde tot de landverhuizers die in het begin van de twintigste eeuw naar de Verenigde Staten reisden via Rotterdam. Maar de stad aan de Maas beviel hem zo dat hij er zich vestigde als vestenmaker om nog weer later, samen met zijn vrouw, een pension te beginnen, in de eerste plaats voor de landverhuizende Oost-Europese Joden. Ondernemend als hij was startte hij in de oude binnenstad de exploitatie van een bioscoop, de eerste van een reeks theaters die onder zijn naam zouden verrijzen: Thalia, Cinema Royal, Scala en Olympia. Niet in het minst daardoor ging Rotterdam bruisend de twenties in. Maar ook was inmiddels het stadhuis voltooid, begonnen buitenlandse kunstenaars in Rotterdam te exposeren en kwamen er nog weer nieuwe uitgaansmogelijkheden als Café de Unie en Dancing Pschorr. 
Het door architect J.J.P.Oud ontworpen Café de Unie mocht worden gebouwd onder voorwaarde dat het na tien jaar weer zou worden afgebroken. Het bleef er uiteindelijk vijftien jaar staan tot het tijdens het bombardement op Rotterdam verloren ging. In 1986 werd een nieuw Café De Unie gebouwd op de Mauritsweg, zo’n vijfhonderd meter van de oorspronkelijke plaats, in een gedeelte van het centrum dat bij het bombardement gespaard is gebleven. Dit gebouw is ontworpen door architect Carel Weeber met een replica van de gevel uit 1925, die de kenmerken heeft van De Stijl.
(Foto Wikipedia)

Al snel verwierf het pas geopende Grand Theatre faam, het meest luxueuze theater in Rotterdam, ook alweer van voormalig kleermaker Abraham Tuschinski. Het was geheel ingericht volgens een nieuwe ontwikkeling: de stijl van de Art Deco. De beroemdste bioscoop van Tuschinski was toen inmiddels al gereed, echter wel  in een andere stad, in Amsterdam. Dat theater was gebouwd in een samenraapsel van stijlen zoals Amsterdamse School, Jugendstil en Art Deco. De critici waren dan ook niet mals in hun oordeel. Maar voor een bioscoop kan het natuurlijk nauwelijks beter, zo’n eclectisch bouwwerk past prima bij de verscheidenheid van de te vertonen rolprenten die immers ook niet altijd even stijlvast zijn.

Precies in de periode waarin voor Rotterdam die veelbelovende ontwikkeling begon vonden er elders in Europa juist gebeurtenissen plaats die uiteindelijk het tragische noodlot van de stad zouden gaan bepalen. In Duitsland werd het begin van de twenties gemarkeerd door de naamsverandering van de in 1919 opgerichte Duitse Arbeiderspartij in Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij, de NSDAP, en het voorstel daartoe kwam van ene Adolf Hitler.
In Italië werd de stichter van het Italiaanse fascisme, Mussolini, premier en hij greep weldra de macht, wat diepe indruk maakte op Hitler. Dat leek hem eigenlijk ook wel wat.

Maar de gezelligheid van die bioscopen van Tuschinski - Jan en Rieka hadden er nog vaak de mond van vol. Mooie, geromantiseerde herinneringen,  ingekleurd door de liefde die zij beleefden in de dertiger jaren. Zij zagen er toen in hun verkeringstijd de prachtigste filmklassiekers uit de begintijd met sterren als Clark Cable, Katherine Hepburn, Humphrey Bogart  en kindsterretje Shirley Temple.

Animal crackers in my soup
Monkeys and rabbits loop the loop

Films, veelal met een happy ending. Helaas was dat niet weggelegd voor Tuschinski’s successtory.
(wordt vervolgd)
nnn

maandag 24 november 2014

ANNA'S JAREN (36) Vernieuwende kunst in het Rotterdam van de twenties

De overkill aan informatie die op ons afkomt. Tegenwoordig kunnen wij er wel eens over klagen maar zo’n geschiedenis van die twee boksers, Louis en Schmeding, geeft toch wel de noodzaak aan van pluriformiteit in de media. 
J.C.Bloem
(foto Wikipedia)
Die veelvormigheid was toen gering maar toch, een begin was er. Anna en Pieter L.C. plaatsten in elk geval net als de concurrentie in hun café een leestafel met wat bladen, nog maar een fractie van het huidige aanbod. Een van de populairste weekbladen was ‘Het Leven’ dat al in 1906 voor het eerst uitkwam, verder was er de vanaf 1913 uitgegeven ‘Panorama’, een oorspronkelijk rooms-katholiek familieweekblad, dat later zou uitgroeien tot een mannenblad voor ook bij de kapper. En een blad dat vooral bij de kapper was te vinden, was 'De Lach’, dat midden in de twenties voor het eerst uitkwam, met veel foto’s van, voor zover dat toen toelaatbaar was, schaars geklede vrouwelijke filmsterren en melige grappen. 
Er was ook een favoriete krant: ‘De Voorwaarts’, het latere ‘Het Vrije Volk’. Bij een veel oudere krant, de ‘Nieuwe Rotterdamsche Courant’, was  de letterkundige J.C. Bloem  (‘Domweg gelukkig, in de Dapperstraat’) vanaf 1920 redacteur. De hoofdredactie had er zeven jaar voor nodig om te ontdekken dat het hem ontbrak aan ijver en na een aantal conflicten werd hij ontslagen.

Het Rotterdamse bleef in de jaren twintig niet verstoken van het literaire leven, al was dat dan verborgen in de steedse drukte. Diezelfde J.C. Bloem vond het voor een kunstenaar een bij uitstek geschikte stad, niet door ‘wat het had, maar door wat het miste’.  De kunstenaar werd er vooral met rust gelaten en Bloem vond dat die er verlorener was dan in Parijs. Zo zie je maar, je hoeft het niet altijd ver te zoeken.
Ter Braak en Victor van Vriesland  woonden er ook, de laatste was na Bloem zeven jaar lang redacteur letteren en kunst bij de NRC. Maar er gebeurde langzamerhand meer, er werd in Rotterdam vernieuwend gewerkt op het gebied van architectuur, film, fotografie en typografie door mensen die later een grote naam kregen, als bijvoorbeeld J.J.P. Oud, Joris Ivens, Jan Kamman, Paul Schuitema , Piet Zwart  en Gerrit Kiljan.

De als kunstschilder opgeleide Jan Kamman speelde een grote rol in de opkomst van de Nieuwe Fotografie in Nederland, was niet bang van een experiment, creatief architectuurfotograaf  en fotografisch vertolker van het ‘Nieuwe Bouwen’, waartoe onder andere het Feyenoordstadion en de Van Nellefabriek behoren.  Hij deed ook reclamewerk, dat voor die tijd op hoog peil stond. Het bombardement op Rotterdam van 1940 kostte hem zijn studio inclusief archief. Na de Tweede Wereldoorlog begon hij weer te tekenen en te schilderen. Later heeft hij ook nog les gegeven aan de Academie van Beeldende Kunsten, waarmee de geschiedenis voor mij gelijk dichterbij kwam want dat deed hij nog in mijn academietijd zodat ik het genoegen heb mogen smaken een jaartje fotografieles van hem te krijgen. Ik leerde hem kennen als een aimabele, nog steeds gedreven man met mooie verhalen over de primitieve omstandigheden in de fotografie van vroeger, waarbij het een keer was voorgekomen dat er bij een productfoto een belichtingstijd van twaalf uur nodig was. Zelfs toen al (1960) vonden wij dat ongelooflijk, even stilzitten...
(wordt vervolgd)
nnn

woensdag 19 november 2014

ANNA'S JAREN (35) Bedenkelijke boeken en een poging tot televisie

(Afbeelding Wikipedia)
'The Dearborn Independent'
Ford hechtte zelf zoveel waarde aan de in het blad gepubliceerde artikelen, dat hij een aantal ervan, inclusief de ‘Protocollen van de Wijzen van Sion’ liet bundelen in het boek ‘The International Jew’. En dat boek werd dan toch maar meteen een bestseller - tenminste de vertaalde versie dan, en in nazi-Duitsland.
Henry Ford
(Foto Wikipedia)
Fascistische opvattingen, die door een Amerikaan werden gesponsord in de VS, niets meer dan dat behelsde Fords boek over de joden. Hitler vond het natuurlijk prachtig, gebruikte zelfs ook  ideeën van Ford en gaf hem een eervolle vermelding in 'Mein Kampf'. Daarbij maakten vooral de Amerikaanse methoden van massaproductie diepe indruk op 'snorretje' en hij besloot daarom in 1938 Ford de hoogste nazi-onderscheiding voor buitenlanders te geven voor zijn inspanningen om auto's voor iedereen betaalbaar te maken. Juist in dat jaar begon Ford echter zijn sympathie voor het nazisme te ontkennen en maakte hij openbare excuses. Veel eerder had hij al geprobeerd het gezicht te redden door te beweren (lees liegen) dat de publicaties vervalsingen waren maar pas nog weer veel later, in 1942 verwierp hij de jodenhaat in een open brief.

Lekker bezig. Gelukkig had hij meer verstand van autotechniek.

Die elkaar in hoog tempo opvolgende gebeurtenissen waren nog maar een begin van wat er moest komen: de roerige jaren twintig deden er nog een schepje bovenop en niet alleen in Amerika, Europa voelde de invloed van dat tijdsgewricht niet minder. Jammer dus dat de televisie nog moest worden uitgevonden, maar de Schotse uitvinder John Logie Baird  maakte een beginnetje door de ‘televisor’ te ontwikkelen.
Hij vervolmaakte de uitvinding van Nipkow, waarbij bewegend beeld ontleed in lijnen kon worden overgeseind. Het werkte alles behalve perfect maar de Amerikaanse pers was verbluft op een schermpje, niet veel groter dan dat van een huidige smartphone, met enige moeite op zo’n driehonderd kilometer afstand een speech te zien en te horen van ene Herbert Hoover, minister van Handel. Die man wist als geen ander hoe zich permanent in de publiciteit te brengen en met succes, want dat resulteerde uiteindelijk in een presidentschap van de Verenigde Staten achterin de twenties. Een van de meest bekritiseerde presidentschappen overigens. Er was in elk geval toen al meteen aangetoond hoe belangrijk het bespelen van de media is om een dergelijk doel te bereiken. Die media bestonden voornamelijk uit kranten en tijdschriften en, schoorvoetend, de radio.
De komst van de televisie ging nog even duren want het Nipkowsysteem bleek te worstelen met onoplosbare problemen, waardoor uiteindelijk voor een geheel andere techniek werd gekozen, het aftasten van beeld met elektronenstralen, bedacht door de Amerikaan Philo T. Farnsworth. Omdat de Rus Vladimir Zworykin de beeldbuis ontwikkelde, betwisten Amerika en Rusland elkaar tot op heden onder andere wie de uitvinder is van de televisie.

In Nederland moest de gewone man het hebben van het gesprek van de dag maar  de mensen gingen wel steeds meer lezen. Het is de vraag of zij daarmee ook goed geïnformeerd raakten met het beperkte aantal kranten dat er verscheen. Informatie over de Eerste Wereldoorlog bijvoorbeeld, was streng gecensureerd en ook daarna nog vaak gelardeerd met verhalen die van geen kant klopten om in een spel van propaganda en anti-propaganda partijdigheid te bewerkstelligen bij de gewone man.
(wordt vervolgd)
nnn

vrijdag 14 november 2014

ANNA'S JAREN (34) Een tijd van moedige mannen en dwazen

Het vliegtuig van Alcock en Whitten Brown na
de landing, bewaakt door Britse soldaten
(foto Wikipedia)
Zestien uur en twaalf minuten duurde hun vlucht. Daarna landden zij hals-over-kop bij het Ierse Clifden en konden zij zich de eersten noemen die de Atlantische Oceaan non-stop waren overgevlogen, alleen was het op dat moment nog bijna niemand opgevallen. Later viel John Alcock en Arthur Whitten Brown echter in Engeland een heldenontvangst en een trits onderscheidingen ten deel.

In Berlijn was koud na de Eerste Wereldoorlog een voormalig tsaristisch officier druk doende eenieder op de hoogte te brengen van de noodzaak ‘het joodse vraagstuk definitief op te lossen’. Deze Fjodor Vinberg verklaarde openlijk dat alle joden gedood moesten worden. Hij baseerde die opvatting op de ‘Protocollen van de Wijzen van Sion’ een door de tsaristische geheime dienst in elkaar geknutseld document. Het document zou een verslag zijn van een vergadering van joodse leiders, die al in 1897 zou hebben plaatsgevonden in Bazel. Uit het zogenaamde verslag zou blijken dat deze ‘Wijzen van Sion’, waarmee joodse leiders werden bedoeld, zouden zijn bijeengekomen om de christelijke maatschappij omver te werpen door middel van democratie en socialisme. In de protocollen zou tot in detail staan beschreven hoe de plannen om te komen tot een wereldheerschappij verwezenlijkt zouden moeten worden. 
De tekst van die zogenaamde protocollen was echter pure fictie en ontleend aan eerder verschenen romans. Dat neemt niet weg dat de tekst in Duitsland maar ook in Frankrijk en later in de Arabische wereld populair werd en dat nasi-ideoloog Alfred Rosenberg  er door werd beïnvloed. Hij was al een fervente anti-communist, verwierp ook het christendom en ‘ontaarde kunst’ en was er van overtuigd dat het arische ras ver verheven was boven andere rassen. Kortom, een man die zijn tijd ver vooruit was. 
Hoewel Hitler niet erg was gesteld op dat leuke kereltje - hij noemde hem een ‘bekrompen Balt’, zag hij zijn ideeën wel zitten. Die gesjeesde kunstschilder was dus ook nog niet eens origineel in zijn waanzinnige opvattingen die hem uiteindelijk ertoe brachten de wereld te terroriseren. Zijn allereerste anti-semitische ideeën had hij waarschijnlijk ook al van een ander. En wel van de Oostenrijkse grootgrondbezitter en politicus Georg Heinrich Ritter von Schönerer, een radicaal antisemiet die grote invloed had op de jonge Hitler. Hij was van 1879 tot 1888 aanvoerder van de Duits-Nationale Beweging in Oostenrijk. Zijn beweging ging al in 1900 zo ver, dat deze eiste dat het Weense Parlement een premie zou uitloven voor elke gedode jood.
De eerder genoemde Rosenberg maakte uiteraard een behoorlijke carrière in nazi-Duitsland en bracht het tot minister over de door de Duitsers bezette gebieden in Oost-Europa om tenslotte na het proces in Neurenberg ter dood te worden veroordeeld en te worden opgehangen.

En een man die bezig was wereldfaam op te bouwen met de productie van auto’s hield zich in die tijd ook nog met andere zaken bezig. Hij zocht naar industriële toepassingen van landbouwproducten als soja en vanaf 1919 gaf deze man, Henry Ford genaamd, ‘The Dearborn Independent’ uit, een wekelijks verschijnend blad met zijn persoonlijke visie en dat was een antisemitische. En dat niet alleen, hij verkondigde daarin nog meer rare opvattingen, jazz noemde hij bijvoorbeeld imbeciele muziek. Gelukkig was het blad saai geschreven en kon het daardoor nauwelijks op eigen benen staan maar de grote automan dwong zijn dealers kwanta af te nemen om aan klanten te verkopen. 
(wordt vervolgd)
nnn

zondag 9 november 2014

ANNA'S JAREN (33) Een stortvloed aan nieuws

De hardheid van die tijd. Mogelijk heeft het hiermee te maken dat de bokssport, hoewel die al zo’n tweehonderd jaar werd beoefend, in het interbellum een plotseling hoogtepunt bereikte. Als dit echter een verdedigbare en ook omkeerbare these is, moet de huidige tijd per definitie nog harder zijn met het in bepaalde kringen geliefde kickboksen. Bij die vorm van vechtsport is het de bedoeling om te scoren door trap- en stoottechnieken en krijgt een gesprongen trap tegen het hoofd nota bene de hoogste score. Die keiharde sport werd in de jaren zeventig van de vorige eeuw populair in de Verenigde Staten en later ook in Europa.
In het interbellum was het vooralsnog de pugilistiek - om dat mooie woord voor boksen als wedstrijdsport maar eens te gebruiken - die werkelijk razend populair werd in Amerika. En dat kwam niet het minst door de ontdekking dat er grof geld mee viel te verdienen, in het bijzonder door promotors en bookmakers. 
Ondanks dat wedstrijdboksen aanvankelijk  in de meeste Amerikaanse staten was verboden zou het niet lang meer duren tot profboksers in de twenties duizelingwekkende bedragen gingen verdienen, geld dat zij ook weer snel grotendeels kwijtraakten. Er werd volop gegokt, corruptie vierde hoogtij en dikwijls ontkwamen beoefenaren van ‘The Noble Art of Self Defence’ niet aan  de invloed van de maffia.

In die periode, toen de twenties weliswaar nog moesten beginnen, zou wat nu het NOS-journaal is, gouden tijden hebben kunnen beleven, aangenomen dat de hedendaagse technische mogelijkheden toen aanwezig zouden kunnen zijn. Er ontstond een stortvloed aan nieuws, die al loskwam met het verhaal van twee vliegers, die in één keer de Atlantische Oceaan wilden oversteken, en er kwam nog zoveel meer dat een dagelijks journaal van een uur zonder problemen de gewenste kijkcijfers zou moeten kunnen halen. Het nieuws zou alles kunnen hebben van een serial story en de kijkers dagelijks met een hapje en drankje aan de buis kunnen kluisteren.

Affiche uit 1919 van
Brian de Kruyff Dorsen
(Wikipedia)
De Volkenbond werd officeel opgericht op basis van het Verdrag van Versailles met de bedoeling een einde aan alle oorlogen te maken, wat niet helemaal is gelukt.  In Amsterdam legden de metaalarbeiders voor een maand het werk neer om een minimumloon en een achturige werkdag te bewerkstelligen. En dan was er Charlie Chaplin, die samen met andere grootheden uit de filmwereld United Artists oprichtte. Verder ging met een dagelijkse vlucht de eerste passagiersverbinding van start tussen Berlijn en Weimar; stichtte Fokker de Nederlandse Vliegtuigfabriek en richtte Albert Plesman de Luchtvaartmaatschappij voor Nederland en Koloniën op, de latere KLM.

Die twee eerdergenoemde vliegers, de Britten John Alcock en Arthur Whitten Brown vertrokken daadwerkelijk van Newfoundland met een omgebouwde Vickers Vimy tweedekker, oorspronkelijk bedoeld als bommenwerper. Een uiterst fragiel toestel waarmee zij in de meest extreme weersomstandigheden terechtkwamen en hun tocht had vrijwel onmiddellijk alles weg van een stuntfilm. Door een gebarsten uitlaat lekten de vlammen langs het toestel, navigator Brown moest regelmatig de bril schoonvegen van piloot Alcock, die de stuurinrichting geen seconde los kon laten en zijn spectaculairste actie was wel dat hij verscheidene keren de vleugels moest opkruipen om de luchtinlaten van ijs te ontdoen. Soms bleken zij, uit de mist of een gigantische bui komend, met hun vrijwel gekapseisde vliegtuig niet meer dan twintig meter boven de zeespiegel te vliegen.
(wordt vervolgd)
nnn

dinsdag 4 november 2014

ANNA'S JAREN (32) Een lang vergeten held

Max Schmeling
(foto Wikipedia)
Een echte vechtersmentaliteit. Hij moet die ook buiten de ring hebben bezeten, want gemakkelijk zal hij het niet hebben gehad onder het nazi-regime.  Hij bereikte na de oorlog zelfs nog succes in zaken en voelde zich niet te goed voor een vriendschap met de verarmde Joe Louis. Max Schmeling, een lang vergeten held, die bijna honderd mocht worden, steunde Joe Louis financieel en betaalde na diens overlijden zijn begrafenis. Frank Sinatra had toen al twee maal voor de bokser een hartoperatie bekostigd.
Voor Jan en Jilles waren die matches tussen Louis en Schmeling een onderwerp waar zij nog vaak de mond van vol hadden. Een beetje ongemakkelijk waren die verhalen wel, als bewonderaars van Joe Louis zaten zij er een beetje mee.
De kennis achteraf bezorgde hun een bijgestelde kijk op de zaak en versterkte niet alleen hun toch al grote afkeer van de nazi’s maar ook de weerzin tegen de wijze waarop die in hun propaganda de werkelijkheid steeds maar weer geweld hadden aangedaan. Doordat zij nog zo vaak terugkwamen op die twee boksers valt er niet te ontkomen aan de indruk dat zij enigszins worstelden met een schuldgevoel ten opzichte van Schmeling, veroorzaakt doordat zij de ware toedracht niet meteen hadden onderkend. Maar hoe hadden zij dat gekund met al die valse propaganda en onvoldoende tegenspel door  de Nederlandse overheid en media?

Joe Louis is uiteindelijk vanaf 1960 in bekendheid overtroffen door Muhammad Ali,  die 56 van de 61 profpartijen won maar beter wist hoe de media te bespelen. Media die inmiddels ook nog waren uitgebreid met televisie.
Tot het zover was werden favoriete boksers en straatvechters nog vaak toegejuicht met  ‘Hup, Joe Louis!’
En dat overkwam dus ook de nieuwe leraar van de tweede Mulo-klas daar in Rotterdam-Zuid.

‘Kom op, verdedig je,’ zei hij tegen zijn uitdager maar die kreeg niet de minste gelegenheid te recupereren van de ontvangen opdoffer, want hij had de tweede al te pakken en vervolgens kreeg hij in up tempo alle hoeken van het klaslokaal te zien. In de rest van de ruimte was hij kennelijk niet meer geïnteresseerd want hij verliet nagejoeld, razendsnel de sightseeing en is nooit meer op school teruggekomen. De leraar deed zijn stropdas eventjes goed, trok zijn colbertje weer netjes aan en ging kalm verder met de les, die door de tot rust gekomen klas vol ontzag aandachtig werd gevolgd. Hij bleek achteraf een verdienstelijk amateurbokser te zijn en een prettige, zelfs onverwacht zachtmoedige leraar, die zich nooit meer heeft laten voorstaan op zijn slagvaardigheid.
De godsdienstleraar, daarentegen, kon nog wel eens last hebben van losse handjes, dat ging in één moeite door, terwijl hij ons onthaalde op teksten over gods liefde. Al sloeg hij ook wel eens mis, maar dat is een ander verhaal...

Een ‘lel voor je harses’ had je in de tijd van het interbellum in elk geval zo te pakken en lang daarna ook nog, al was het dan zogezegd uit liefde (‘dit doet mij meer pijn dan jou’, sprak vader egel tot zijn zoon), maar tegenwoordig weten wij dat lichaamsstraffen door ouders uiteindelijk vaak leiden tot agressief gedrag van kinderen. Zeker is, dat Anna’s manier van opvoeden mij beminnelijke ooms en vader hebben opgeleverd. Ook Jansje moet een lieve vrouw zijn geweest maar dat heb ik van horen zeggen, want haar heb ik nauwelijks persoonlijk gekend.
(wordt vervolgd)
 nnn