Een oetlul. Daarmee
was hij voor de meeste Nederlanders wel voldoende omschreven. Veel meer woorden
maakten ook Jan en Rieka niet vuil aan hem. Daarbij hadden zelfs ook Hitlers
trawanten nauwelijks iets goeds over voor de leider die tante tegen zijn vrouw
moest zeggen. Als Mussert graag ‘de Mussolini’ wilde uithangen, dan zou hij ook
eens serieus een voorbeeld aan de vader van het fascisme moeten nemen, vonden
zij. Want Mussolini, dat was pas een kerel. Een vent van jewelste, over wie het
verhaal ging dat hij het ooit presteerde om zijn maîtresse tot zich te nemen op
de vloer van zijn salon met de balkondeuren open. Wagenwijd open stonden die
deuren naar het grote plein beneden, vol juichende aanhangers. Een ongeduldige
menigte die scandeerde wanneer Benito nou eindelijk eens kwam.
Dat was pas een
dictator, al kon hij nog niet tippen aan de Führer natuurlijk. Dat die ooit was
begonnen met Benito als voorbeeld was natuurlijk al lang vergeten.
Rost van Tonningen (Foto: Wikipedia) |
Rost van Tonningen
was net iets sluwer en werkte met grotere inzet dan Mussert aan een persoonlijk
netwerk aan de andere kant van de grens. Hij was nog veel radicaler dan de
oprichter en leider van de NSB en veel meer op Duitsland gericht. Hij ontpopte
zich al snel als Musserts concurrent. Hij had gewerkt in Wenen als
vertegenwoordiger van de Volkenbond. In 1936 was hij uit Oostenrijk
teruggekeerd, gescheiden van zijn eerste vrouw, en lid geworden van de NSB.
Volgens de historici Robin te Slaa en
Edwin Klijn was Rost van Tonningens
huwelijk gaan wankelen doordat hij een verhouding had met een Joodse vrouw. Kijk
aan. Kennelijk was de lieverd toen nog niet zo streng in de leer. Rost van
Tonningen was al aanwezig geweest bij een militaire parade ter gelegenheid van
Hitlers vijftigste verjaardag, een jaar voordat de oorlog uitbrak. Vlak voor de
Duitse inval had hij Himmler nog bezocht met het verzoek Nederland niet aan te
vallen. Overigens een faux pas, die de ergernis van ‘Freund’ Himmler had
opgewekt. En verder schijnt het dat hij binnen de kringen rondom Himmler al
eerder, anders dan hij dacht, nauwelijks voet aan de grond had gekregen. Zijn
amoureuze betrekking met een Joodse zou daarin een rol hebben gespeeld en
bovendien circuleerde in die kringen het gerucht dat de in Soerabaja geboren
NSB’er Indisch bloed in de aderen had. Ook al geen pluspunt bij de strebers
naar arische zuiverheid.
Rost van
Tonningens verzoek van toen versterkt wel de stelling dat de Duitse aanval toch
niet voor iedereen zo’n grote verrassing moet zijn geweest. Daaraan valt nog
toe te voegen dat een week voor de Duitse inval Rost van Tonningen met nog twintig
NSB-leiders door het Nederlands militair gezag preventief in hechtenis werd
genomen. Mussert was daar niet bij, die was tijdig ondergedoken. Weer een reden
voor de Nederlanders om de spot met hem te drijven. Vlak voor de capitulatie
waren inmiddels tienduizenden NSB’ers door de Nederlandse regering opgepakt.
Zij zagen de Duitsers, precies zoals die dat wilden, als vrienden en hun komst
als de bevrijding.
Vlak
voor de Duitse bezetting was er in Nederland toch wel al min of meer sprake van
een premature vorm van verzet. In die zin, dat een aantal Nederlanders
nauwlettend de bewegingen van NSB’ers in de gaten hield en spioneerde op hun bijeenkomsten.
Vooruitziende geesten zochten ook al naar mogelijkheden om wapens te
bemachtigen.
Het
waren de communisten, die onmiddellijk na de inval begonnen met het organiseren
van ondergronds verzet. Zij waren zelfs al eerder aan de gang toen zij
probeerden hun opgesloten Duitse kameraden te helpen. Die zaten in kampen bij
de Groningse en Drentse grens en werkten als dwangarbeiders in het veen. Het
was de communisten gelukt enkele tientallen gevangenen naar Nederland te laten
ontsnappen, toen al uiterst gevaarlijk werk, want de Duitsers schoten rücksichtslos
op vluchtelingen en helpers.
Al
op de dag van de capitulatie had de CPN in Amsterdam een vergadering van de
partijleiding waar werd besloten om een ondergrondse organisatie van
tweeduizend man op te bouwen. Communistische vluchtelingen uit Duitsland gaven
hierbij advies. Van begin af aan richtte het verzet zich tegen de anti-Joodse
maatregelen. Een flink aantal leden was van Joodse oorsprong. Ook de nieuw verkozen
leider voor de ondergrondse CPN, Paul de
Groot, had een Joodse achtergrond. Toen de
Communistische Partij enkele maanden later werd verboden, restte de aanhangers
geen andere mogelijkheid dan geheel ondergronds te gaan.
De
socialisten kampten intussen met een verdeeldheid binnen de gelederen. De SDAP
had zich in de jaren vlak voor de oorlog nog op duidelijke wijze gekeerd tegen
het opkomende fascisme. Er was binnen de partij ook geroepen om samenwerking
met de communisten, maar voorzitter Koos
Vorrink had dat geweigerd. De Duitse inval en capitulatie kwamen als een
verrassing voor hen. Koos Vorrink en Willem Drees probeerden nog naar Engeland
te vluchten maar dat mislukte. Lou de
Jong wist wel te ontkomen. Ybele Geert van der Veen was niet de enige die
zelfmoord pleegde, er waren meer partijleden die kozen voor de dood. De roden besloten
aanvankelijk om concessies te doen aan de Duitsers, in de hoop te overleven en
na de oorlog verder te kunnen gaan met alles waarvoor zij in het verleden hadden
gevochten. Leiders Vorrink en Drees weigerden daaraan mee te werken.
(wordt
vervolgd)
nnn