woensdag 29 juni 2016

ANNA'S JAREN (151) - Goed gericht, fout getimed

De oorlog ging door, in alle hevigheid. In Den Haag werden twintig Nederlanders gedood en de geallieerden bombardeerden bij vergissing Nijmegen, Arnhem, Enschede en Deventer. Lou Manche maakte een door vallende bommen gedomineerde affiche met (jawel) de tekst ‘Van je vrienden moet je 't hebben!’ Hij had zelf betere.
De geallieerden voerden herhaaldelijk hevige bombardementen uit op Rome en op verzoek van het verzet bombardeerden zij het schaduwarchief persoonsbewijzen in Den Haag met de bedoeling dat de Duitsers het niet meer konden raadplegen. Deze keer zwaaiden de bommen niet af. Deze keer was er een verkeerd tijdstip gekozen. Het personeel was nog aan het werk en er vielen 59 doden. Onder hen een aantal dat voor het verzet werkte.
Op verschillende plaatsen in het land werden ondergrondse drukkers gearresteerd. Zeventien op één dag. Onder hen Jan Pel,  drukker van ‘Trouw’. Nog geen twee maanden voor de bevrijding zou hij overlijden in Neuengamme.

Eind april 1944 kraakten Gerrit van der Veen en nog vier mannen de Landsdrukkerij in Den Haag. Zij maakten drukvellen met tienduizend persoonsbewijzen buit. Enkele dagen later ging Gerrit weer op pad, nu om samen met andere verzetsstrijders kameraden te bevrijden uit het Amsterdamse Huis van Bewaring. Hij kon het niet verkroppen dat zijn vrienden opgesloten zaten. Door samenspel van emotie, spanning en vermoeidheid nam hij steeds grotere risico’s. Nadat een meewerkende bewaker de poort had geopend werd Gerrit verrast door een waakhond. In een impuls schoot hij op het beest. Door het schot gealarmeerde bewakers kwamen erop af en er werd over en weer geschoten. Gerrit, die een treffer in de rug kreeg waardoor hij niet meer kon lopen, wist nog te ontkomen. Twee weken later werd hij gearresteerd op zijn onderduikadres en met hem zijn vriendin Suzy  en uitgeefster Tine van Klooster  van de in het pand gevestigde uitgeverij ‘De Spieghel’.

Burgemeester Müller van Rotterdam maakte bekend dat hondeneigenaren zich met hun viervoetige vrienden moesten melden. Een teken aan de wand hoe het langzamerhand was gesteld met het Duitse leger. Geen hondenbezitter die er blij door werd. Je moest er toch niet aan denken dat je trouwe makker voor de moffen moest werken. Sommigen zagen kans zich van de domme te houden doordat honden gewoon los op straat liepen in die tijd. Zij hadden effe geen hond. De viervoeters werden aan het Nenijto-terrein en in het Stadion-Feyenoord gekeurd ‘voor diensten ten behoeve van de Duitse Weermacht’. Was de hond groot en sterk genoeg dan was het baasje zijn troost en toeverlaat kwijt. Het was trouwens niet de eerste keer dat zoiets gebeurde, twee jaar eerder werden in andere plaatsen al honden gevorderd.

In Groningen werd op klaarlichte dag door het verzet bij een overval op drukkerij Hoitsema de grootste vangst aan distributiebonkaarten buitgemaakt.
De Duitsers voerden landelijk een razzia uit die was gericht op woonwagenkampbewoners. Zij richtten zich expliciet op mensen met een Sinti- of Roma-achtergrond, de anderen lieten zij vrij. Zij vonden de zigeuners asociaal en hun bloed verontreinigd doordat zij veel in contact waren gekomen met andere volkeren, zoals Joden. Van de bij de razzia opgepakte zigeuners overleefden er 190 Auschwitz-Birkenau niet.

Het verzet zag de noodzaak in om zich beter te organiseren en werd nog actiever. Overvallen op distributiekantoren namen hand over hand toe. Rotterdam-Zuid kreeg zijn eigen knokploeg, opgenomen in het verband van ‘landelijke knokploegen’ en ook zelfstandig opererend. Aanvankelijk stond de ploeg onder leiding van ‘Lange Jan’; Jan Engberts, de enige die een militaire opleiding had genoten. Zoals gebruikelijk begon de ploeg met kleine activiteiten, als het stelen van distributiebonnen. Al snel werden er ook wapens buitgemaakt en de langs de Afrikaanderwijk lopende spoorlijn van Feijenoord naar Pernis, belangrijk voor het vervoer van brandstof, werd gesaboteerd.

Het was op D-day dat de ploeg van ‘Lange Jan’, die nog slechts vier man groot was, meedeed aan een succesvolle overval op het Rotterdamse Huis van Bewaring aan de Noordsingel. Zeventien politieke gevangenen werden er bevrijd.
Zij wisten op dat moment nog niet dat Montgomery als bevelhebber van de grondstrijdkrachten was overgestoken naar Normandië. Via inventief verborgen radio’s werd het de Nederlanders kort daarop duidelijk dat er een begin was gemaakt met de bevrijding van West-Europa. De Britse inlichtingendienst had eerder de stunt uitgehaald om de acteur Clifton James  als dubbelganger van Monty in te zetten in Afrika en Zuid-Europa. Waardoor Hitler zou kunnen denken dat dat de geallieerden in Zuid-Frankrijk zouden landen.
De eerste bommen vielen echter in Normandië, om drie uur in de morgen. Parachutisten werden landinwaarts gedropt. En het duurde daarna niet lang meer tot er een massa schepen opdoemde aan de horizon. Schepen, die onder leiding van generaal Montgomery ruim 150 duizend man aanvoerden, die later de kust opstormden. Over een breedte van meer dan tachtig kilometer. Duitse generaals hadden het zwaartepunt van de verdediging in een beperkter gebied gelegd. Bij Calais, waar zij de geallieerde aanval verwachtten. Montgomery ging het opnemen tegen dezelfde tegenstander als eerder in Afrika, veldmaarschalk Rommel. Net als in Afrika was Rommel bij het begin van het offensief afwezig. Net als in Italië kwam er in eerste instantie van de samenwerking met Amerikaanse generaals geen sodemieter terecht.
(wordt vervolgd)

nnn

vrijdag 24 juni 2016

ANNA'S JAREN (150) - Dans van primaire kleuren

Langzamerhand waren ook huishoudelijke artikelen en kleding niet meer leverbaar, door gebrek aan grondstoffen en doordat de industrie zich steeds meer richtte op de productie van oorlogsmaterieel. Bovendien hadden de mensen nauwelijks geld om het nodige te kopen. Er ontstond een ruilhandel en in Rotterdam opende het gemeentebestuur zelfs een ruilbeurs. Tegen inlevering van goederen kreeg je kooppunten waarmee je op dezelfde beurs terechtkon. De beurs voorzag in zo’n grote behoefte dat er zich dagelijks lange rijen wachtenden vormden voor de ingang. Pas in 1946 zou de beurs worden opgeheven.

Het kon nog moeilijker. De Duitsers voerden ook nog eens de tweede distributiestamkaart in. De maatregel werd ingesteld door Rauter om de tot dan toe mislukte registratie van de mannelijke bevolking alsnog rond te krijgen. De stamkaart moest persoonlijk worden afgehaald in de eigen woonplaats en was ook alleen in het eigen district geldig. Bij het afhalen van de kaart werd het oude persoonsbewijs voorzien van een zegel. Zonder die zegel geen geldig persoonsbewijs. Dat betekende voor onderduikers dat zij in de val liepen of zonder eten kwamen te zitten. De met grote inspanning vervalste of buitgemaakte papieren werden op slag onbruikbaar. Er moest naar nieuwe mogelijkheden worden gezocht om onderduikers van voedsel te voorzien waardoor het verzet in eerste instantie hopeloos in de problemen raakte. Dat minister-president Gerbrandy het verzet daarop met dertig miljoen gulden steunde was dan ook hard nodig. En er kwamen weer oplossingen, de inventiviteit kende geen grenzen. Om te beginnen maakte het verzet in Tilburg 105.000 persoonsbewijszegels buit. 
Bij de bekende Rotterdamse bakkerij Van der Meer & Schoep, die door de Duitsers tot militaire bakkerij was verklaard, werd nu begonnen met de broden voor de Duitsers een iets lager gewicht te geven. Net niet zoveel dat de afnemers het zouden merken. De winst aan meel ging naar broden voor onderduikers.

Piet Mondriaan
(Foto: Wikipedia)
In New York overleed de man, die alleen al het verbod op de charleston een reden vond om niet meer naar Nederland terug te komen. Piet Mondriaan, groot kunstenaar en groot bewonderaar van Josephine Baker. De manier waarop zij de charleston danste bracht hem ertoe die dans te leren. Het heet dat hij er niet veel van bakte.
Mondriaans laatste werk, dat onvoltooid bleef, zou ruim vijftig jaar later 82 miljoen gulden (37 miljoen euro) gaan opbrengen. Dat bedrag werd door de Nederlandse Bank geschonken aan het Nationaal Fonds Kunstbezit, waardoor het werk Staatseigendom werd en er vragen kwamen in de Tweede Kamer naar aanleiding van de hoge som geld die was betaald voor een schilderij ‘dat nog niet af was en waarop het plakband nog zat’.
Ruim acht maanden had Mondriaan met dat plakband en olieverf op het canvas gewerkt. En uit later onderzoek is gebleken dat er eindeloos aan was gesleuteld. De titel ‘Victory Boogie-Woogie’, waaronder het schilderij bekend werd, heeft hij er niet zelf aan kunnen geven. Deze is na zijn overlijden ontstaan. Het is bekend dat hij het werk als een opvolger zag van het voltooide ‘Broadway Boogie-Woogie’, en men had hem het werk, dat hij onderhanden had, ook wel ‘Victory’ horen noemen. Er wordt nogal eens in het werk een afspiegeling gezien van het New Yorkse gedruis. Het valt te betwijfelen of dat een juiste interpretatie is. Dansen en muziek waren grote passies van Piet Mondriaan, hij draaide jazzplaten als hij werkte, had al een serie ‘New York City’ gemaakt en zocht een aansluiting met de muziek door zoals hij zelf zei wat ‘boogie-woogie in het schilderij te doen’. In feite ging het hem vooral om de oplossing van compositorische problemen, waarmee hij tot zijn laatste snik worstelde. Zwaar verkouden bleef hij, steeds zieker wordend, zelfs in pyjama aan het werk. Zijn verwaarloosde kou ontaardde in een zware longontsteking, waaraan hij op 71-jarige leeftijd overleed. Straatarm, zoals vele te laat erkende kunstenaars. Voor zover de wereld zijn kunstenaars kent, zijn zij immers al een tijdje dood.
‘Rembrandt was een hele goeie en Van Gogh eigenlijk ook wel. Is er nog voetballuh op tv vanavond?’
Mondriaan had Harry Holtzman  tot algeheel erfgenaam benoemd. Deze nam de taak op zich om voor het gehele oeuvre een goede bestemming te vinden en het duurde niet lang tot er prijzen werden betaald waarvan de kunstenaar zelf niet had durven dromen. En dat in een tijd dat musea zich nog behoudend opstelden. Al een jaar na Mondriaans dood kwam het Museum of Modern Art echter met een overzichtstentoonstelling, hiermee het startschot gevend voor een periode waarin kunstenaars werden beïnvloed door zijn werk. Er valt te constateren dat Mondriaans invloed op velerlei gebied als mode en design nog steeds niet is uitgewerkt. Te pas en te onpas wordt de uitdrukking ‘mondriaans’ gebruikt zodra er met primaire kleuren wordt gewerkt.
(wordt vervolgd)
nnn

zondag 19 juni 2016

ANNA'S JAREN (149) - Dramatisch hoogtepunt

Europa was er van overtuigd dat 1944 het jaar van de vrede zou worden. In het Rotterdamse werd daar echter nog aan getwijfeld. Duitsland ging verliezen, daarover was de gehele familie het wel eens. De vraag was hoe en wanneer. Omdat iedereen besefte dat Rotterdam strategisch van belang was, bracht dat spanning. De mensen gingen zich afvragen of er weer voor de deur zou worden gevochten.
Berichten over Italië met Mussolini opnieuw in het zadel zaaiden ook weer twijfel. De doodvonnissen van degenen die eerder Mussolini’s aftreden hadden bewerkstelligd waren al snel voltrokken. Het verhaal ging dat Mussolini’s dochter haar man zelf had aangegeven.
Goebbels verkondigde ook nog eens dat de oorlog zijn ‘dramatisch hoogtepunt’ naderde. Voor hem waren dat opvallend ware woorden. Wat hij niet wist, was dat de apotheose al eerder had kunnen komen en ook nog eens veel dramatischer had kunnen zijn, als Stalin het Russische plan Hitlers bunker aan te vallen had doorgezet. En er was nog een tweede plan geweest waarbij een geheim agent, die ver was doorgedrongen in de nazi-hiërarchie, een moordaanslag op Hitler zou plegen. Stalin, zo mogelijk in nog grotere mate paranoïde dan zijn tegenspeler, zette ook dat niet door. Zijn angst was dat Hitlers opvolger weliswaar vrede zou sluiten met het westen, maar zou blijven vechten tegen de Sovjet-Unie.  

Ook zonder Goebbels woorden was de escalatie duidelijk voor de Rotterdammers. In hun directe omgeving werden omvangrijke gebieden onder water gezet in verband met een mogelijke invasie. Er werden versperringen aangelegd in de verlaten kustgebieden. Regelmatig moesten Rotterdamse mannen zich melden om er minstens een week aan te werken. En regelmatig gaven zij geen gevolg aan de oproepen. Geen van Anna’s zonen stak er een spa in de grond, zij reikten elkaar steeds weer mogelijkheden aan om aan die dwangarbeid te ontkomen, en zij waren niet de enigen. Er werd gewoonweg een sport van gemaakt om de Duitsers te slim af te zijn. Wie de pech had wel te worden gegrepen, ging niet met het voornemen zich er dood te werken. Op een enkeling na.

De Rotterdammer leefde in een ellendige oorlogssituatie en woonde in een verwoeste stad, die de zijne niet meer was. De afgelopen periode was het stadsaanzicht grondig veranderd, waren duizenden door het geweld getroffenen naar andere plaatsen verhuisd of naar Duitsland vertrokken, waren 12 duizend Joden afgevoerd en talloze gezinnen uiteengerukt.
De open vlaktes in de verwoeste stadsdelen konden bij de minste of geringste wind, door het opwaaiende stof, de onherbergzaamheid van een woestijn evenaren. En dat waren dan samen met de kapotgegooide havengebieden de speelgelegenheden voor kinderen. Alternatieven waren er nauwelijks. Overigens was het in de Afrikaanderbuurt niet beter gesteld, al stond alles daar nog overeind. Een stinkende zandbak en een trapveldje op het Afrikaanderplein, dat was het wel zo’n beetje. Met grote regelmaat werd door geheel Rotterdam het kinderspel ook nog eens verstoord door dwingend loeiende sirenes als er weer een aanval werd verwacht. Dat onder jongeren de kleine criminaliteit toenam is dan ook niet verbazingwekkend.

De anti-Duitse stemming in de stad werd weer nog eens aangewakkerd door de fusillade van de vijf gijzelaars van St. Michielsgestel. Door de betrokkenheid met Rotterdam was de afkeer van deze wandaad nog groter dan in de rest van het land. Het beschilderen van muren met anti-Duitse leuzen nam hand over hand toe. De resultaten van die gevaarlijke activiteit, die in de verste verte niet de kwaliteit van de hedendaagse graffiti bereikte, droegen wel een boodschap met meer inhoud.

Hongertocht
(Foto: Wikipedia)
Er was vrijwel niets meer zonder bon te verkrijgen, alleen al in Rotterdam werkten meer dan twaalfhonderd mensen bij de distributiedienst. Dat betekende nog helemaal niet dat je met bon altijd aan de noodzakelijke levensbehoeften kwam. Er was gewoon niet genoeg voor iedereen, de import lag plat en het bezettingsleger moest natuurlijk allereerst worden gevoed. ‘Eigen volk eerst’, op andermans plek. Steeds meer vrouwen en kinderen begonnen de boerderijen rondom Rotterdam af te lopen om aan aardappelen en mogelijk wat groente te komen. Op den duur waren het er duizenden.
Steeds meer mensen probeerden ook zelf voedsel te telen, er werd al enige tijd grond uitgegeven aan particulieren waarop zij tuintjes konden aanleggen. De gemeente ging zelf voor landbouwer spelen op plaatsen waar zich eens fraaie parken en plantsoenen bevonden. Ook de na het bombardement braakliggende terreinen in de binnenstad werden voor een groot deel bestemd voor landbouw. Praktisch voor de deur van het stadhuis werd tarwe geoogst.
(wordt vervolgd)
nnn

dinsdag 14 juni 2016

ANNA'S JAREN (148) - Schot in eigen doel

Er was ook een hit, opgenomen voor Decca Records, gezongen door Jan de Vries, bij de bigband van Dick Willebrandt. ‘Het komt wel weer in orde’, zong hij en Willebrandt begeleidde swingend op de piano.
Zit niet bij de pakken neer
Gedraag je als een vent
Want ’t komt wel weer in orde
Opeens was zoiets toegestaan. Willebrandts orkest kreeg zelfs de opdracht het voor de radio te brengen. Joseph Goebbels had bedacht dat hij Engelse en Amerikaanse soldaten voor zich kon winnen als zijn ‘Deutsche Europa Sender’ zich met dergelijke muziek op het Anglo-Amerikaanse publiek richtte.
‘Niets is veranderlijker dan een mens’.  

Er kwamen meer van dat soort opnamen. Ruim een half jaar later zou Decca Boy Edgars ‘Ratten op de trap’ opnemen. Het arrangement was in de stijl van de verboden Ellington-muziek en wie er met die ‘ratten’ werden bedoeld is overduidelijk. Ook dat kon, want er kwam steeds minder controle, doordat er steeds meer controleurs verdwenen naar het oostfront. Musici werden steeds brutaler in hun repertoirekeuze. 

Amsterdam werd uitgeroepen tot ‘Jodenvrije stad’, de meeste Joden waren omgebracht, de Hollandsche Schouwburg sloot de deuren. 

(Foto: Wikipedia)
Josef Stalin, Franklin Roosevelt en Winston Churchill kwamen bijeen in Teheran om tot een geallieerde strategie tegen nazi-Duitsland te komen. De oorlog moest worden gewonnen en daartoe zou geen middel worden ontzien. Dat betekende dat ook dichtbevolkte steden structureel gebombardeerd gingen worden. Het was de eerste oorlogsconferentie waarbij Stalin aanwezig was en hij wist, ondanks de anti-communistische instelling van de andere twee, veel concessies te verkrijgen. Rusland had al plannen Hitlers bunker aan te vallen en de Führer te doden. Churchills en Roosevelts strategische inzichten verschilden nogal. Churchill wilde de Wehrmacht aanpakken vanuit Zuid-Europa, Roosevelt wilde eerst de confrontatie aangaan in Afrika, waardoor de Amerikanen ervaring in de moderne oorlogvoering zouden opbouwen.

Al met al betekende het jaar 1943 een keerpunt. In Nederland accepteerde een groeiend deel van de bevolking de maatregelen van de Duitsers niet meer en de Duitsers werden steeds meer belemmerd in alles wat zij ondernamen. De Duitse soldaat wist van geen kant hoe de Nederlandse neiging tot dwarsliggen te hanteren. Opgegroeid in een ‘Befehl-ist-Befehl’-cultuur snapte hij niets van burgerlijke ongehoorzaamheid. En hij zou het nog moeilijker gaan krijgen want dat het keerpunt in de oorlog een feit was, drong langzamerhand door tot eenieder die door de nazi’s werd onderdrukt. Mensen begonnen zomaar op straat discussies aan te gaan met de gewone soldaat. Die ook maar moest, veel Duitse soldaten waren geen overtuigde nazi’s. Nationalistisch waren zij wel nagenoeg allemaal, en trouw aan het regime. Er waren echter verschillen, de soldaten kwamen uit verschillende milieus. Logisch dat niet allen even gemotiveerd zouden blijven.

Hoe de Duitse soldaat met ongehoorzaamheid omging ervoer Rieka pijnlijk  op een koude winterdag. Zij kwam thuis met kapotte, koolzwarte handen waar het bloed vanaf droop. Rieka was naar het spoorwegemplacement gegaan op zoek naar kolen voor de potkachel. Zij trof daar een halfhoge, open wagon, afgeladen met kolen waarop een soldaat de boel bewaakte. Rieka voorzag een betere oogst dan bij het zoeken tussen de rails en hees zich op aan de wagon om net over de rand wat kooltjes te kunnen pikken en in haar emmer te doen. De wachtpost waarschuwde en Rieka deed alsof zij geen Duits verstond. Bij de volgende graai stond de soldaat met een spijkerlaars op haar verkleumde hand die naar de kooltjes ging, en vervolgens met meer effect op de andere, waarmee zij zich vasthield.
Zij had nog geluk gehad, het kwam steeds vaker voor dat er werd geschoten op mensen die probeerden aan brandstof of voedsel te komen. Rieka’s moeder, ‘opoe-van-om-de-hoek’, werd bij een andere gelegenheid in de knie geraakt. Zij raapte kooltjes tussen de rails en het schot dat haar trof was bedoeld voor haar man, die samen met buurtgenoten een zware houten deur sjouwde, die zij uit een loods op het emplacement hadden gesloopt.

Rond de jaarwisseling werd Berlijn getroffen door zware nachtelijke aanvallen en direct in het nieuwe jaar overschreden Russische troepen de Poolse grens en begonnen de Amerikanen een offensief tegen de Duitsers in Italië. Leningrad werd kort daarna door het Rode Leger bevrijd.
Door de bombardementen groeide in Berlijn de woningnood, en daarmee de weerzin tegen de nazi’s. Het alarm loeide er vrijwel constant en telkens weer ging er het gesprek van de dag over bijna niets anders dan stukgebombardeerde woningen.

De nazi’s lieten steeds meer de tanden zien, wat steeds minder verhulde dat de cariës toesloeg. Görings nervositeit deed de ondergrondse media gniffelen nadat hij een desastreus vals alarm had veroorzaakt waarop de Berlijnse bevolking zich de schuilkelders in worstelde. Een uur later klonk het signaal ‘alles veilig’. Geen vijandelijk vliegtuig was er te bekennen geweest op die nevelige dag. Görings alarmsignaal was allesomvattend geweest en hij was persoonlijk telefonisch de vliegvelden langsgegaan met de opdracht dat alle vliegtuigen moesten opstijgen. Ruim achthonderd jagers hadden het luchtruim gekozen, nog niet eerder was zo’n groot aantal jachtvliegtuigen in één keer tegen de vijand ingezet. Zicht en verbindingen waren slecht op dat moment. De luchtdoelartillerie was over bijna het gehele land in het geweer gekomen, was begonnen te schieten en had doel getroffen. Tien machines waren er neergehaald. Tien Duitse machines.
(wordt vervolgd)
nnn

donderdag 9 juni 2016

ANNA'S JAREN (147) - Vergeten bombardement

Wederom vielen de bommen op Rotterdam. Nu geworpen door de geallieerden. Zij wilden strategische doelen treffen en maakten daarbij nogal eens flinke missers.
Op 31 maart 1943 kwamen de bommen al één minuut nadat de sirenes onrust hadden teweeggebracht en niemand maatregelen had kunnen nemen. In enkele minuten tijd veranderde ditmaal het westen van Rotterdam in een brandende hel, ook nu weer aangejaagd door een stormachtige wind. Meer dan honderd Amerikaanse bommenwerpers waren vanuit Engeland vertrokken, met aan boord een voor Rotterdam bestemde destructieve lading die drie maal zo groot was als die van de Duitsers in mei 1940.
Vier van de ruim honderd vliegtuigen waren onderweg verloren gegaan en 65 toestellen waren voortijdig omgekeerd omdat de weersomstandigheden ongunstig werden bevonden.  De bommen kwamen terecht op de linker Maasoever bij de Rotterdamse Droogdokmaatschappij. Even later kwam de tweede serie, bedoeld voor de werf van Wilton-Feijenoord in Schiedam, waar onder meer torpedolanceerbuizen voor Duitse onderzeeërs werden geproduceerd. Helaas, de aanvliegroute was verkeerd en door onvoorziene winden trof een groot deel van dat bombardement de dichtbevolkte wijk Bospolder-Tussendijken in Rotterdam-West. Meer dan vierhonderd mensen kwamen om, er vielen honderden zwaargewonden en nog eens meer dan 16 duizend mensen werden dakloos. Het resultaat nadat nog geen derde van de ingezette vliegtuigen zijn werk had kunnen doen.

Met het ‘vergeten bombardement’ benaderde het totaal door geallieerde bombardementen omgekomen mensen in Rotterdam dat van de Duitse oorlogshandelingen. De Duitsers maakten dan ook dankbaar gebruik van de situatie en stelden via hun propaganda alles in het werk om de stemming bij de bevolking in hun voordeel te keren: ‘van je vrienden moet je het hebben’. Zonder enig resultaat van betekenis. De Rotterdammers trapten er niet in. Zij refereerden in overlijdensadvertenties niet aan wat de Duitsers een misdadige opzet van de geallieerden noemden. In de meeste overlijdensadvertenties werd als doodsoorzaak een ‘noodlottig ongeval’ vermeld.
Burgemeester Müller kondigde een rouwperiode aan tot 8 april. In die korte periode was alle amusementsmuziek verboden.

Prompt daarna kwam er al weer variété in Arena en een optreden van het orkest Ernst van ’t Hoff  in Odeon. Dat orkest had na een Duitse opdracht nog in 1941 gespeeld in Berlijn, waar het nota bene Glenn Millers ‘In the Mood’ en ‘Pennsylvania 6-5000’ op de plaat zette. Het mooiste was nog dat de herkenningsmelodie van het orkest was gebaseerd op het pauze-signaal van de BBC-radio, dat verwees naar het morseteken ‘V’ van Victorie. De autoriteiten hadden weer even niet opgelet en het uitgaanspubliek had het prachtig gevonden, er woonden in Duitsland ook nog mensen.

Kanonnenfabricage bij Krupp
(Foto: Wikipedia)
Om te voorkomen dat er anti-Duitse activiteiten zouden worden ondernomen was als reden aangevoerd. In werkelijkheid was het de bedoeling om de voormalige Nederlandse soldaten weer op te roepen om in te passen als werkkrachten. Dat zou  de Duitsers 300 duizend arbeiders kunnen opleveren. De strijd aan het oostfront in Duitsland onttrok steeds meer mannen aan het arbeidsproces en zij zochten naar oplossingen om hun industrie draaiende te houden. Dat ging niet zomaar even. Beginnend bij een drukkerij in Hengelo en de machinefabriek Stork, braken spontaan overal stakingen uit omdat er werd gedacht dat hun mensen direct zouden worden afgevoerd naar Duitsland. De uitbreiding van de staking was te danken aan de telefoniste van Stork, zij vroeg elke relatie die zij aan de lijn kreeg mee te doen.
De Duitsers traden hard op en bijna honderd mensen werden op straat doodgeschoten. Rauter had het bevel gegeven met scherp te schieten op samenscholingen en liet standrechtelijk executeren, wat het totaal aan slachtoffers op meer dan 175 bracht. Evenwel konden de Duitsers hun poging om aan goedkope arbeiders te komen als mislukt beschouwen. Bovendien was de reactie dat het verzet zich uitbreidde. Rauter reageerde daarop weer met de ‘Aktion Silbertanne’. Op een lijst met Nederlandse prominenten werden sparretjes getekend achter de namen van de personen die na aanslagen op collaborateurs of NSB’ers mochten worden vermoord. Telkens drie niet nazigezinde prominenten voor elke door het verzet omgebrachte smeerlap. Onder leiding van Henk Feldmeijer speelden Nederlandse SS’ers een belangrijke rol bij de liquidaties. Zij brachten 45 burgers om het leven. Bij hun acties kwam het voor dat mensen, nadat er was aangebeld, in de deuropening van hun woning werden doodgeschoten. Het overkwam onder meer de schrijver A.M. de Jong.

De zomer van 1943 bracht voor Rotterdam-Zuid een nieuwe onderdrukkende maatregel. Het Stadion-Feyenoord mocht geen publiek meer toelaten. Gevoetbald werd er, op het oude terrein.
De geallieerden zagen hun macht in de lucht groeien, zij bombardeerden op Java Soerabaja, en in Europa Rome en het Ruhrgebied. En Hamburg, waar duizenden doden vielen, was de eerste stad die een ‘vuurstorm’ kreeg te verduren. Losse brandhaarden, die samen een gigantische vuurzee vormden. De stad werd met de grond gelijkgemaakt, 42 duizend burgers kwamen om.
De Amerikanen hadden inmiddels ook een aanval op de Fokkerfabriek in Nederland verricht. Dat betekende de zoveelste misworp, die een enorme verwoesting aanrichtte in Amsterdam-Noord. Er vielen 185 doden en 120 gewonden.
Maar er was ook een hit…
(wordt vervolgd)
nnn

zaterdag 4 juni 2016

ANNA'S JAREN (146) - Mini-vrijstaat

De Duitse legerleiding had een panische angst voor geslachtsziekten. Regelmatig werden de soldaten onderworpen aan medische controles. En zij kregen seksuele voorlichting, die zich er voornamelijk op richtte angst in te boezemen voor venerische kwalen. Een manier van voorlichten die in de jaren na de oorlog, samen met nog wat militaire tactiek, enthousiast zou worden overgenomen door de Nederlandse legerleiding: ‘De gevolgen van kortstondig genot.’
Het was dan ook niet meer dan vanzelfsprekend dat het de Duitse soldaten was verboden om De Kaap te bezoeken. Katendrecht, met zijn kroegen en nog altijd aanwezige hoeren. Het was op de Kaap daardoor niet al te moeilijk om de verboden jazzmuziek te spelen en dat gebeurde er dan ook volop. Katendrecht werd een mini-vrijstaat die zich zonder al te veel zorgen onttrok aan het jazzverbod. Omdat de telefoon was afgesloten, was er een primitief waarschuwingssysteem opgezet voor het geval dat er controle dreigde. Er stond altijd iemand klaar om op de fiets te stappen en exploitanten in te seinen als de Duitsers al controlerend te dichtbij kwamen.
‘Heimat, deine Sterne’, werd er dan soepeltjes ingezet. 
Dat swingde in geen geval en erop lekker marcheren, als bij ‘Auf der Heide...’  deed het ook niet:
Heimat deine Sterne
Sie strahlen mir auch am fernen Ort.
Was sie sagen, deute ich ja so gerne
Als der Liebe zärtliches Losingswort.
Schöne Abendstunde,
Der Himmel ist wie ein Diamant.
Tausend Sterne stehen in weiter Runde,
Von der Liebsten freundlich mir zugesandt.
In der Ferne träum’ ich vom Heimatland.

Niet alleen prachtig om zwaar bewapend naar te luisteren. Ook ongewapend zijn zij het mooi blijven vinden, de Duitsers. In de jaren na de oorlog zou de schlager blijven terugkomen als speenkruid. Onder meer gekweeld door Rudi Schuricke,  Bruce Low  en Freddy Quinn,  die sowieso al veel ‘Heimat’ in zijn liedjes had. En toen Heino  ook nog een duit in het zakje deed, waren er ook al weer Nederlanders die ervan genoten dat de sterrenhemel kennelijk nog steeds Duitsland toebehoorde.

Daan Troost,  die eerder de ‘Kit Kat Cotton Club’ exploiteerde, opende ‘Negro Palace Belvédère’, een dancing waar hij jazzmusici liet optreden. Liefhebbers kwamen van de rechter Maasoever, uit het gebombardeerde centrum, met het veerbootje om te genieten van tenorsaxofonist Kid Dynamite,  die in de negerband van Teddy Cotton  speelde. Velen vonden Katendrecht een heerlijke plek, een stukje Nederland waar geen Duitsers waren. Op een paar na dan, die er waren ondergedoken. Het ging natuurlijk weleens mis, ondanks het waarschuwingssysteem. Op een gegeven moment vielen de Duitsers de jazztent binnen. Teddy maakte zich uit de voeten terwijl de portier de Duitsers afremde door de toegangsdeur op de kracht van de sluitveer te laten dichtslaan. Even later kregen zij Teddy Cotton toch te pakken, sloegen hem in elkaar en staken hem met een bajonet. De leden van zijn band werden gearresteerd. Trompettist Cotton kreeg een speelverbod opgelegd. Hij probeerde verder de kost te verdienen met tapdansen en de verkoop van ansichtkaarten.
Gelukkig zou de goedmoedige beer Kid Dynamite ook nog lang na de oorlog in Rotterdam optreden, in elk geval tot ik oud genoeg was om hem in een nachtclub live bezig te kunnen zien. Scheurend saxofoonwerk waar de vonken van afspatten. Een van de beste Nederlandse drummers heeft ook nog met hem gewerkt, John Engels jr.  Hij vertelde aan verslaggever Martin Schouten  hoe Kid altijd aan zijn geluid werkte en bezig was zijn rietjes te slijpen.
De briljante Boy Edgar speelde in oorlogstijd ook op Katendrecht. Edgar, die cum laude als neuroloog zou promoveren, de top op muziekgebied zou bereiken en met zijn orkest de ‘Boy Edgar Sound’ zelfs in de Carnegie Hall zou brengen. Als eerste Nederlandse jazzorkest ooit. Al moet van dat concert worden vermeld dat er zoveel misging, vooral organisatorisch, dat het niet tot zijn successen mag worden gerekend.

Muziek en verzet waren in zekere zin elkaars katalysator, in het verlengde van dat recalcitrante muziekgenot groeide het verzet op Katendrecht. Cafés werden schuilplaatsen bij uitstek, mensen van het havenverzet verborgen zich in de kelders of op de zolders als de Duitsers hen achtervolgden. Wally Elenbaas,  kunstenaar, fotograaf en later docent op de kunstacademie, was druk met ondergrondse activiteiten, samen met zijn Joodse vrouw Esther. Kunstschilder Dolf Henkes  hielp hen aan onderdak in een deels dichtgetimmerd huis dat was getroffen door een onontplofte brandbom. Ze leefden van voedsel dat met hulp van buurtgenoten werd geroofd in de haven. In het vrieshuis van Katendrecht werd een bewaker dronken gevoerd en een cel vlees leeggeroofd. Hoe groot de saamhorigheid van de Katendrechters was, kwam pas echt tot uiting nadat achteraf was gebleken dat zowat iedereen op de Kaap van het bestaan der onderduikers had geweten, behalve de Duitsers.
‘You talk too much, Anna,
 you talk too much’.
Maar daarover even niet.

Sinatra
(Foto: Wikipedia)
In Amerika kreeg de oorlog ook invloed op de muziek. Maar dan anders. Veel musici gingen het leger in, er ontstond materiaalschaarste, de platenindustrie kreeg twee grote stakingen te verwerken en de bigbands verloren aan populariteit. Frank Sinatra maakte echter steeds meer furore, hoewel het nog lang zou duren totdat hij zich ging ontworstelen aan de blanke manier van zingen, netjes op tel en melodie. De media kwamen steeds weer met verdachtmakingen in Franks richting. Hij zou listig de militaire dienst hebben ontlopen. Hij had zich echter wel degelijk gemeld als dienstplichtige en was afgekeurd. De medische gegevens bleven natuurlijk geheim waardoor er aan de geruchten geen eind kwam. Er werd beweerd dat hij had betaald om niet te worden opgeroepen. Daarvan is nooit enig bewijs gevonden.
Benny Goodman lukte het om opnames te blijven maken, hij ging in kleinere ensembles spelen. De begintijd van de ‘bebop’ stond voor de deur, de virtuoze pianist Bud Powell  was de invloedrijkste pianist en Coleman Hawkins ging weer platen maken.
‘American Forces Network’, begon vanuit de BBC-studio’s radioprogramma’s te verzorgen die waren gericht op de Amerikaanse militairen. Al snel zou er in Europa niet alleen door soldaten naar de zich over verschillende locaties verspreidende zender worden geluisterd, waardoor er veel invloed op de muzieksmaak werd uitgeoefend. Franks ster begon ook hier te rijzen.
(wordt vervolgd)
nnn