maandag 27 februari 2017

ANNA'S JAREN (199) - De ellende gedocumenteerd

Met leugen op leugen had hij zijn positie verworven en in stand gehouden. Hij was helemaal geen korporaal in de Eerste Wereldoorlog, hij had het niet verder gebracht dan soldaat der eerste klasse. Hij had niet in zijn eentje een aantal Franse soldaten gevangen genomen, het was zijn Joodse superieur die de Fransen had gegrepen. Wel wist hij het land, waar voor zijn komst de democratie aarzelend een begin zocht, door middel van geweld en terreur te veranderen in een totalitaire staat, waarin hij zijn tegenstanders systematisch uit de weg ruimde. Hitlers racistische ideologie leidde tot het uitroeien van miljoenen mensen die door hem en zijn volgelingen als niet-Arisch werden gezien. Alleen in Europa al hadden door zijn oorlog 39 miljoen mensen het leven verloren. In deze wereldoorlog, nog gruwelijker dan de eerste, werd uiteindelijk wel de overwinning op fascisme en nazisme bereikt. De prijs was dat het voor een groot deel verwoeste Europa definitief zijn dominante rol in de wereld verloor aan de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie. Duitsland had grote gebiedsdelen moeten afstaan aan Polen en de Sovjet-Unie. Het overblijvende deel werd verdeeld in de Duitse Democratische Republiek en de Bondsrepubliek Duitsland. Berlijn werd gevierendeeld.  

Bij de overwinningsparade die in Londen werd gehouden mochten de Poolse militairen niet meelopen. Van deze, in grootte vierde geallieerde strijdmacht, mochten alleen de piloten komen, zij hadden immers zo’n belangrijke rol gespeeld in de slag om Engeland. De piloten bedankten voor de eer. Polen was na ‘Jalta’ meer dan de helft van het vooroorlogse grondgebied verloren aan de Sovjet Unie, die er een marionettenregering had gepoot. De Britten wilden al meteen de relatie met het nieuwe communistische Polen niet verstoren en erkenden de Poolse strijdkrachten in het westen niet meer. De Amerikanen trokken de erkenning van de Poolse regering in ballingschap in.

➧ De Verenigde Naties stellen in hun handvest dat zij ‘vast besloten zijn komende generaties te behoeden voor de gesel van de oorlog’. Ruim zeventig jaar later blijkt dat daar niets is van terechtgekomen, al hebben de VN in humanitaire zin veel goeds verricht. In de Vietnamoorlog, die vanaf 1955 zo’n twintig jaar duurt, speelt de VN geen enkele rol. In 1962, het jaar van de Cubacrisis, waarin een kernoorlog tussen Oost en West dichterbij is dan ooit, komt de oplossing van Kennedy en Chroestjov. Dertig jaar later, in de Joegoslavië-oorlog, kan de VN niets uitrichten en in 2003 trekt de Amerikaanse regering Bush zich niets aan van de VN en begint de invasie in Irak. Voor de ramp in Syrië in 2016 weet de VN geen enkele oplossing te bieden.

➧ Pas zo’n vijftien jaar na de Duitse capitulatie wordt in de Nederlandse media echt diep ingegaan op de ellende en de trauma’s van vijf jaar oorlog. Dan komt de televisieserie ‘De Bezetting’ op de buis. Van 1960 tot 1965 vier afleveringen per jaar. En kijken doen wij, al worden wij er niet vrolijk van.
Lou de Jong wordt bij het grote publiek bekend door zijn medewerking aan de productie.

De Jong studeerde sociale geografie en geschiedenis, was redacteur van het studentenblad ‘Propria Cures’ en buitenlandredacteur van de links-liberale ‘Groene Amsterdammer’. Tot de Duitsers Nederland binnenvielen. De Jong vluchtte met zijn vrouw naar Londen, waar hij directeur werd van Radio Oranje. De Jodenvervolging door de nazi’s kostte tijdens de oorlog het leven aan zijn beide ouders, zijn zus, zijn tweelingbroer en nog veel andere familieleden. Dat verlies, verdriet en de algehele Jodenvervolging werden bepalend voor De Jongs verdere leven.
Al in Londen liet de regering weten dat er na de bevrijding een nationaal centrum zou worden opgericht voor het verzamelen van ‘geschiedkundig materiaal’ over de bezetting.
Het idee kwam al van de leider van de afdeling Kunsten en Wetenschappen van het door de Duitsers ingestelde Departement van Opvoeding, Wetenschap en Kultuurbescherming. Zijn streven om het nationale erfgoed te bewaren kreeg volop steun van de nazi’s. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de man, Jan Karel van Haagen, als deutschfreundlich werd gezien. Hij kocht kunstwerken die door de Duitsers van Joden waren geroofd en stelde dat hij hiermee wilde voorkomen dat de kunstwerken naar Duitsland verdwenen.
Nadat Van Haagen zijn plan aan de economisch historicus Nico Posthumus had voorgelegd, kwam het tot de oprichting van het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie, het tegenwoordige NIOD. Lou de Jong zocht na zijn terugkeer meteen contact met Posthumus en kreeg zijn baan voor het leven.
September 1945 begon Lou de Jong met enkele medewerkers aan de omvangrijke taak, die aan het RIOD was gesteld. Het begin was moeizaam doordat de Duitsers veel materiaal hadden vernietigd. Met veel speurwerk werd materiaal bijeengesprokkeld. Een bewaard gebleven deel van Seyss-Inquarts archief werd uit Duitsland opgehaald en als oud papier de grens overgebracht. In Berlijn werden door de geallieerden in beslag genomen documenten gekopieerd, voor zover die betrekking hadden op Nederland. Er werden voormalige nazileiders geïnterviewd om aanvulling te verkrijgen. Opzienbarend was het interview dat De Jong, samen met Posthumus, nog had met Rauter, kort voordat deze werd gefusilleerd. Rauter had zijn privé-archief aan het eind van de oorlog ondergebracht in een villa in Scheveningen. In de eerste winter na de bevrijding hadden de nieuwe bewoners het grotendeels opgestookt. Nadat het RIOD uitgebreid in het eigen tijdschrift had geciteerd uit het vraaggesprek, werd de minister op het matje geroepen vanuit het parlement.

➧ Pas in de jaren zeventig worden archiefvondsten en resultaten van interviews verwerkt in het overzichtswerk ‘Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog’, een standaardwerk in veertien delen. Het verschijnt verspreid over de jaren 1969 tot 1994. De eerste dertien delen van de hand van De Jong. Hij stelt dat de gewone Nederlander, zeker in de eerste oorlogsjaren, nauwelijks een idee had van wat er met de Joden gebeurde.
In de periode dat het standaardwerk verschijnt en vooral in de periode erna, komt er kritiek op De Jongs levenswerk. Hij zou het koningshuis overdreven vereren, enge begrippen hanteren over wat als verzet moest worden gezien, de situatie in Nederlands-Indië niet altijd correct inschatten en fouten hebben gemaakt. De grootste misser is wel de onterechte beschuldiging in 1978 aan het adres van parlementariër Wim Aantjes, dat deze lid was van de Waffen-SS. Aantjes was niet bij de Waffen-SS maar bij de Germaanse SS, ook verkeerd natuurlijk. Dat hij achteraf met argumenten kwam hielp niet, Aantjes had het verzwegen en moet zich terugtrekken uit de Tweede Kamer.
(wordt vervolgd) 
nnn

vrijdag 24 februari 2017

ANNA'S JAREN (198) - Japan capituleert

Vijf dagen na Nagasaki werd Pétain, leider van Vichy-Frankrijk, veroordeeld tot de doodstraf; vanwege zijn eerdere verdienste voor de staat maakte Charles de Gaulle er levenslang van. Keizer Hirohito riep de Japanners op de wapens neer te leggen. In de Stille Oceaan waren de gevechten tot nu toe nog in alle hevigheid doorgegaan. Een dag later kondigde Hirohito aan dat de ‘verklaring van Potsdam’ zou worden geaccepteerd. Zijn militairen hadden eerst nog geprobeerd de bandopname te saboteren. Twee dagen later las Soekarno de onafhankelijkheidsverklaring van de Republiek Indonesië voor, drie dagen later veroverden de Russen de Koerilen op Japan, vervolgens gaven Japanse troepen zich over in Mantsjoerije en Rangoon, en werd Hongkong bevrijd.

De Nederlanders in de Japanse interneringskampen hoopten hun koloniale leven te kunnen hervatten. Dat pakte anders uit. Nederland wilde zijn kolonie weliswaar niet opgeven, maar kon weinig uitrichten. De soldaten, die werden opgeleid om Nederlands-Indië te bevrijden, moesten nog afreizen. Om te voorkomen dat de Japanners er olie en benzine weghaalden, landde er een Australische infanteriedivisie op Borneo. Daarbij was ook een in Australië opgeleide KNIL-eenheid, waarmee Nederlandse troepen symbolisch terug waren in Indië.
In Zuidoost-Azië vrijgelaten Nederlandse krijgsgevangenen wilden zo snel mogelijk terug naar Nederlands-Indië om hun naasten op te zoeken. Die waren de interneringskampen nog niet uitgekomen omdat het erbuiten gevaarlijker bleek. Opstandelingen beschoten de kampen. Opeens werden de eerder zo wrede Japanse bewakers hun beschermers. De Japanners hadden orders gekregen om de status quo te handhaven totdat geallieerde troepen zouden arriveren.

En, Nederland vierde weer Koninginnedag. Er werd een massaschouwspel opgevoerd onder leiding van Carel Briels. De teksten waren van A. den Doolaard, die in Londen had gewerkt als omroeper bij de radiozenders De Brandaris en Radio Oranje. Carel Briels was voor de oorlog al bekend door het organiseren van massaspektakels. ‘De Napoleon van het massaspel’ werd hij wel genoemd. Gedurende de hongerwinter organiseerde hij ondergronds huiskamervoorstellingen, voornamelijk bij prominenten als Brenninkmeijer, Vroom, Philips en Kips. Van de opbrengst werd voedsel gekocht voor in Amsterdam ondergedoken kunstenaars. En dat is mooi, want de C&A-familie Brenninkmeijer trok laag-bij-de-gronds profijt van de oorlog. Zij beschikte over onteigend Joods onroerend goed, liet in Polen Joodse gevangenen en in Berlijn Russische dwangarbeidsters voor zich werken.

MacArthur zet zijn handtekening onder de overgave 
van Japan.
(Foto: Wikipedia)
Op 2 september kwam de officiële capitulatie van Japan aan boord van het Amerikaanse slagschip ‘Missouri’. De geallieerd opperbevelhebber in de Pacific, Douglas MacArthur ontving de Japanse overgave uit handen van de Japanse minister van buitenlandse zaken. De VS kreeg de macht over strategische eilandengroepen in de Stille Oceaan en de supervisie over Zuid-Korea; de Sovjetunie behield delen van Mantsjoerije, Noord-Korea en de Koerilen. China behield Taiwan. De strijdkrachten van Japan werden ontmanteld en er kwam een tribunaal om hoge militairen en staatslieden te berechten wegens oorlogsmisdaden. Douglas MacArthur hield Hirohito discreet buiten schot in de hoop dat de keizer het symbool zou worden van een nieuw Japan. Dat kwam hem op veel kritiek te staan.

Er was nauwelijks aandacht en opvang voor de slachtoffers van de Holocaust. Voor de weinige Joden die terugkeerden begon een strijd om hun woningen en bezittingen terug te krijgen. Slechts weinigen konden of wilden geloof hechten aan de weerzinwekkende geruchten die al lange tijd de ronde deden. Daarvoor waren ze te gruwelijk. Tot zulke misdaden werden geen menselijke wezens in staat geacht. Maar de nazi’s hadden ieder gevoel van menselijkheid verloren. Wat ondenkbaar was en als onbestaanbaar werd verdrongen, bleek waar te zijn. In de Eerste Wereldoorlog werd gifgas in de strijd gebruikt. In de tweede werd van dit verderfelijke wapen afgezien. De nazi’s vreesden dat hun vijanden het dan ook in de strijd zouden werpen. Gifgas werd door hen gebruikt om mensen te vermoorden; weerloze baby’s, kinderen, mannen, vrouwen en oude mensen, wier enige misdaad was van een afkomst te zijn die hen niet beviel.
Over dwangprostitutie en seksueel misbruik in de Jappenkampen werd sowieso niet gesproken. Uit schaamte zwegen de slachtoffers jarenlang. Van de systematische dwangprostitutie en het misbruik in de kampen wist niemand.

Je had moffenhoeren en Jappenhoeren, zo simpel werd er geredeneerd.
(Lisbeth List; zij bracht de eerste jaren van haar leven door in een Jappenkamp met haar biologische moeder, die er seksueel werd misbruikt)

Ook was er kort na de oorlog niet veel aandacht voor de gebeurtenissen in Putten. Omdat de noodzaak van de aanslag die eraan voorafging nogal werd betwijfeld, werd er op dat punt niet erg positief over het verzet geoordeeld. De Duitsers waren de oorlog immers al aan het verliezen. De terugkerende Puttenaren konden hun verhaal niet gemakkelijk kwijt en ontmoetten onbegrip van rouwend Putten.
Het ging heel lang duren totdat hun verhalen over de meegemaakte verschrikkingen loskwamen.

(wordt vervolgd)
nnn

zondag 19 februari 2017

ANNA'S JAREN (197) - Stengun Walk

De Genbakukoepel is een van 
de weinige gebouwen die 
overeind bleven in Hiroshima. 
Het gebouw kwam als monument 
op de Werelderfgoedlijst 
van UNESCO.
(Foto: Wikipedia)
Die morgen leek er aanvankelijk niets te gebeuren. De bom was onderweg vanaf een hoogte van ruim negen kilometer. Pas op vijfhonderd meter boven de grond deed hij zijn werk. Driehonderd meter slechts van zijn doelwit. Een verblindende lichtflits. Het vliegtuig schudde door de drukgolf. Er kwam een tweede drukgolf. De lucht kreeg een smerige, donkergele kleur. Een reusachtige paddenstoelvormige wolk steeg op. Overal brak brand uit. Gebouwen en mensen smolten weg binnen een straal van een kilometer. Binnen dat gebied was de omgevingstemperatuur op slag bijna drieduizend graden. Daarbuiten verwoestte een drukgolf nog eens alles en iedereen. Verderop werd overlevenden de kleding van het lijf gerukt. Daarna kwam de straling. Ongeveer zeventigduizend mensen stierven vrijwel direct, zowat het dubbele kwam er later bij.

De Japanners maakten geen aanstalten de eisen van ‘Potsdam’ te accepteren.

Twee dagen later verklaarde de Sovjet-Unie de oorlog aan Japan en rukte Mantsjoerije binnen. De Japanse keizer zei daarop het noodzakelijk te achten ‘om ons te beraden en te besluiten de oorlog ten einde te brengen.’
Die middag viel een tweede atoombom, ‘Fat man’. Op de havenstad Nagasaki. Deze doodde direct al zo’n 50 duizend mensen.

In Berlijn vergaderden artsen. Urenlang. Achter gesloten deuren. Uit hun rapporten bleek dat de helft van de Berlijnse vrouwen was verkracht. Velen waren zwanger geraakt. Het Wetboek van Strafrecht stond geen abortus toe. De paragraaf, die inhoudt dat helpende arts en patiënt worden bestraft, was nog steeds van kracht. Er was geen wetgevende macht die er verandering in kon brengen. Tien procent van de vrouwen was opgezadeld met een geslachtsziekte. Er was geen penicilline beschikbaar. Wachtkamers vulden zich met wanhopige vrouwen, die zich afvroegen of zij een Rusje moesten baren, ziek zouden blijven, of sterven.

In Nederland begon Het Militair Gezag na enkele maanden enige verantwoordelijkheden af te staan aan de nieuwe regering van Schermerhorn en Drees.
De terugkeer naar het normale leven was moeilijk. Mensen waren uit het maatschappelijke leven gestoten. De plaatsen waaruit ze waren verjaagd, wilden ze weer innemen. Dat was niet altijd eenvoudig en zeker niet wanneer de handelingen die door de bezetters waren verricht, administratief vastlagen. Geroofde ondernemingen waren volgens de maatstaven van de vijand gekocht. Voor de oorspronkelijke eigenaar was het niet eenvoudig zijn bezit terug te krijgen.
Menigeen stortte zich meer nog dan voor de oorlog op zijn taak, vol vertrouwen en vol energie. En vol illusies. Uit de puinhopen moest een betere maatschappij worden opgebouwd. Van deze catastrofe zou toch eindelijk wel wat zijn geleerd.
De Stichting 1940-1945 werd opnieuw opgericht, regelde dat weduwen en hun gezinnen werden bijgestaan en organiseerde activiteiten voor deze doelgroep. Het zou nog tot 1947 gaan duren dat de stichting werd belast met de uitvoering van de Wet Buitengewoon Pensioen 1940-1945.

Ineens was die fiets er weer, die fiets van Jan, met leren zadel en krulveer. Het was voor de oud-rijwielhersteller een koud kunstje geweest om hem te demonteren en de onderdelen te verstoppen. Waar, dat bleef de vraag. Er was meteen ook weer een radio, die bekend voorkwam en snel zou worden vervangen door een modernere. Jillis’ banjo kwam weer voor de dag en daaraan gingen wij veel plezier beleven. Er was weer een sterke behoefte aan amusementsmuziek. Rieka’s broers Wim en Freek bouwden zelf gitaren. Dat ging hen beter af dan erop spelen, want ze waren in een mum van tijd verkocht.
Het in Londen begonnen American Forces Network zond nu uit in Frankfurt en München, waardoor niet alleen de Amerikaanse zone in Duitsland breed werd bestreken. Ook daarbuiten maakten velen kennis met Amerikaanse popmuziek, jazz, blues, country. De liedjes die vlak na de bevrijding werden gezongen raakten dan ook snel in de vergetelheid, de Stengun Walk  en Trees heeft een Canadees.  De  Stengun Walk  was een ode aan de Rotterdamse dansschoolhouder Pierre Zom, die bij de ondergrondse zat. Tijdens het tijdperk van de avondklok kon er op zondagmiddagen bij hem worden gedanst, met pianobegeleiding van Leo Frederiks. In de dansschool waren wapens van het verzet verstopt. Na de bevrijding schreef Daan Hooykaas er een liedje over, maakte Leo Frederiks er muziek bij en Pierre Zom een dans.

Oorlogstijd,
Narigheid.
Stil verzet,
Opgelet!
Vliegend over stad en dorpen,
Wapens uit geworpen.
‘Dropping ploeg’,
Kreeg genoeg.
Holland vrij!
Ieder blij.
En heel het Nederlandsche volk,
Danst nu de ‘Sten-gun walk’. 

Er kwamen meer bevrijdingsliedjes, die over het algemeen niet veel beter waren, en net zo kort leefden. Er stond ook niet veel op de plaat door materiaalschaarste. Trees was bovendien een ergernis voor vrouwen die werden geconfronteerd met de gevolgen van de liefde voor hun Canadees. Op de radio klonken weer Engelse melodieën en naar de werken van Joodse componisten mocht weer worden geluisterd. Albert Milhado, die in het begin van de oorlog naar Londen wist te vluchten en bij de Nederlandse sectie van de BBC werkte, bleef in Engeland. Hij verzorgde een wekelijkse radiorubriek voor de AVRO, Gesproken brief uit Londen. Altijd even luisteren. De regering in ballingschap had besloten dat er een orkest moest komen dat de mensen weer snel de verboden muziekgenres kon brengen. Dat kwam er, het Metropole Orkest  onder leiding van Dolf van der Linden.

➧ In de 35 jaar dat Van der Linden er  de scepter over zwaait, groeit het orkest uit tot een van de belangrijkste in Europa. Grootheden treden erbij op, zoals Dizzy Gillespie, Stan Getz en Ella Fitzgerald. Tot op de dag van vandaag weet het orkest de formule van jazz en amusementsmuziek op hoog niveau vol te houden evenals het samenspel met populaire muzikale grootheden. Later starten de Ramblers  ook weer. De AVRO komt met The Skymasters, onder leiding van Pi Scheffer. Boy Edgar besteedt veel tijd aan de jazz, toert door België en maakt arrangementen voor Metropole Orkest en Skymasters. Hij werkt daarbij als arts-assistent in enkele ziekenhuizen.
(wordt vervolgd)

nnn

dinsdag 14 februari 2017

ANNA'S JAREN (196) - Nooit meer dezelfde wereld

Van Meegeren kreeg de opdracht nog maar eens een ‘Vermeer’ te vervaardigen, zodat er over zijn schouder kon worden meegekeken. Er werd een atelier ingericht op de zolder van het bureau met de weidse naam, in het pand van de joodse kunsthandel Goudstikker. Op Van Meegerens verzoek werden schilderijen en kostbaarheden uit zijn grachtenpand overgebracht. Zijn schilderbenodigdheden kwamen er, grondstoffen en antieke verven. De ontbrekende lapis lazuli werd in Londen gekocht. Han kon aan de gang, onder toezicht van twee experts van het gerechtshof. Er kwam een groot schilderij van ruim anderhalf bij twee meter onder zijn handen vandaan. 
Happend naar adem zagen de experts Jezus onder de schriftgeleerden  tot stand komen. Zij moesten de rit uitzitten in een damp van verf en terpentijn, verdicht door walmen tabaksrook van de kettingrokende schilder. Drinken deed hij ook, het Militair Gezag zorgde voor wijn op tafel. Die kwam met de maaltijden van de Amerikanen. Kunstexperts, autoriteiten, journalisten en fotografen kwamen langs. ‘Hij schildert voor zijn leven’, werd er gekopt. Jammer dat het nog even ging duren tot er reality-tv was. 

Piet Lieftinck
(Foto: Wikipedia)
Piet Lieftinck had zonder meer de ingewikkeldste taak binnen het kabinet. Hij stond voor ongekende problemen in een land waar NSB-bestuurders er een puinhoop van hadden gemaakt, schaarste alles overheerste, een totaal gebrek aan grondstoffen was, mijnen de landbouw bemoeilijkten, en de opvang van 130 duizend landverraders moest worden geregeld. Daarbij was Indië nog steeds bezet door de Japanners.
Allereerst moest de inflatie worden beteugeld en moesten de winsten van OW’ers worden aangepakt. Lieftinck begon met alle biljetten van honderd gulden ongeldig te verklaren. Wie nog honderdjes had kon ze naar de bank brengen. Er kwam geen kleiner geld voor terug, de bedragen werden op een aparte rekening gezet. Iedereen moest eerst bewijzen dat het eerlijk geld was. Wie dat niet kon, was zijn geld kwijt en kreeg een proces wegens zwarthandel.

Wetenschappers speelden al geruime tijd met de gedachte dat de explosieve kracht van atoomsplitsing moest kunnen werken in de vorm van een superbom. Nadat Albert Einstein president Roosevelt op de mogelijkheden en gevaren van kernsplitsing had gewezen, was Amerika het atoomonderzoek begonnen. Er was een geheime wedloop tussen Amerika en Duitsland ontstaan. Duitsland was afgehaakt. 
Het Amerikaanse onderzoek naar nucleaire mogelijkheden in New Mexico had in 1943 een vlucht genomen. Onder leiding van fysicus J. Robert Oppenheimer had een team geleerden koortsachtig aan de bouw van een atoombom gewerkt, het Manhattan Project. Samen met de FBI had de beveiliging van het project intussen Oppenheimer in de gaten gehouden vanwege zijn linkse opvattingen.
Op 16 juli 1945 was het zover, de eerste proefexplosie. Oppenheimer zegt er later over dat zij wisten dat de wereld nooit meer dezelfde zou zijn.

In Potsdam begonnen de onderhandelingen van de overwinnaars. Churchill was er al snel niet meer bij, hij werd verslagen bij de Britse parlementsverkiezingen. De held van de natie was premier af en werd direct vervangen door zijn opvolger, Labour-leider Clement Attlee. Harry S. Truman, de nieuwe president van Amerika, was er. En dan natuurlijk Jozef Stalin, de man die de gehele oorlog een leidersrol aan de andere kant had gespeeld. Drie sterk verschillende persoonlijkheden met sterk verschillende doelen en prioriteiten. Allereerst waren de belangrijkste agendapunten de wederopbouw en reorganisatie van Duitsland en de eindstrijd tegen het nog doorvechtende Japan.
Het leek de start van de vrede. Het was de valse start van de koude oorlog. De warme woorden die in het begin van de conferentie de wereld werden ingestuurd deden daar niets aan af. Truman werd al snel geconfronteerd met de sluwheid van Stalin, die er alles aan deed om zo charmant mogelijk over te komen. Hij had het imago van bloeddorstig tiran weg te poetsen. En hij wist dat hij omzichtig moest handelen, zijn inlichtingendiensten hadden hem bijgepraat over de Amerikaanse bom. Tot Trumans schrik was Stalin niet onder de indruk toen hij hem meedeelde dat de eerste Amerikaanse atoomproef in New Mexico was geslaagd. Hij vertrok in elk geval geen spier, waardoor de westerse delegaties aannamen dat de betekenis van die mededeling niet tot hem doordrong. In werkelijkheid had Stalin ook al een atoomprogramma. De start van de wapenwedloop was een feit, nog op de achtergrond weliswaar, want de conferentie van Potsdam eindigde met de verklaring dat Japan kon kiezen tussen onvoorwaardelijke overgave en volledige vernietiging. Dat ultimatum aan Japan was trouwens al een week eerder gesteld door de Britten en de Amerikanen. De verdere gang van zaken wijst ook niet op een perfecte coördinatie.

Na de hevige strijd om Okinawa zagen de Amerikanen een slag om het Japanse vasteland niet meer zitten. Zij hadden zoveel manschappen en materieel verloren, dat voor Truman de drempel een stuk lager werd om de eigenlijk nog in ontwikkeling zijnde atoombom in te zetten. De hoogste bevelhebbers van de Amerikaanse strijdkrachten, waaronder Eisenhower, zagen de noodzaak niet in. Het zou dan ook een van de meestomstreden strategische beslissingen worden.
Vier dagen na ‘Potsdam’ steeg van het atol Trinian in de Grote Oceaan een B-29 Superfortress op. ‘Enola Gay’ heette het toestel, naar de moeder van de piloot, kolonel Paul W. Tibbets. In het ruim ‘Little Boy’, de eerste uraniumbom ter wereld. Drie meter lang was het ventje en 4500 kilo woog het. Eenmaal op kruishoogte vernam de bemanning pas wat er nu eigenlijk aan boord was. Het toestel koerste af op Hiroshima met als doelwit een brug in de benedenstad. Die stad bruiste die vroege ochtend. De bewoners dachten dat de Amerikanen hun stad wilden sparen, zelfs nadat een regen van strooibiljetten had gewaarschuwd dat de stad zou worden vernietigd als de Japanse regering niet capituleerde.
(wordt vervolgd)
nnn

woensdag 8 februari 2017

ANNA'S JAREN (195) - O-benen en kentekens

De Rotterdamse havens vernield, Schiphol verwoest, de infrastructuur kapot, het land in puin en bezaaid met onontplofte explosieven, munitie en mijnen. Gemiddeld verongelukten de eerste weken drie mensen per dag. Boeren konden hun land niet bewerken en eisten dat de mijnen snel zouden worden verwijderd. Een mooie klus voor Duitse krijgsgevangenen, zij hadden de mijnen immers gelegd. Jammer dat de Conventie van Genève dat niet toestond. De politiek wist echter even met termen te goochelen en was er een oplossing, wij kennen dat. Krijgsgevangen Duitsers werden ‘surrendered military personnel’ genoemd en liepen in geen tijd, na een korte opleiding, met detectors door de velden te hopen dat zij ooit compleet, met alle armen en benen, weer thuis zouden komen.

Anna en Pieter L.C. betrokken de Katendrechtse woning weer. Pieters twee rechterhanden maakten het huis bewoonbaar. Ook Jillis was weer op zijn oude stek, Pieter L.C. jr had dankzij Anna een woning en niet veel later vond ook de weer boven water gekomen Boudewijn iets bewoonbaars, in dezelfde straat. De familie begon elkaar weer vaak op te zoeken. De verhalen over Van Meegeren kwamen steeds weer boven zodra de krant er over berichtte. Ik genoot ervan. De oorlog, daar was ik goed vanaf gekomen, geen hongeroedeem en mijn benen waren ook nog recht. Alleen het gebit zou verder problematisch blijven. Rieka was al heel snel begonnen mij elke dag een lepel levertraan toe te dienen. Met een lepel honing er achteraan als beloning en om de smerige smaak weg te werken.
Er waren nogal wat leeftijdgenootjes met o-benen en sommigen hadden zelfs een merkwaardig gevormd hoofd of lichte scoliose. Door rachitis oftewel Engelse ziekte; gebrek aan vitamine D en calcium veroorzaakte onvoldoende botvorming. Schoolmelk, waaraan deze bestanddelen waren toegevoegd, hielp bij het bestrijden van de kwaal. Maar ook de zon op de huid had een gunstig effect. Sommigen, voor wie de maatregelen niet afdoende waren, kregen extra vitaminetabletten en corrigerende oefeningen. Niet zelden ging het wel twee jaar duren tot zij geheel van de kwaal waren verlost. Inmiddels was voetballen zo populair, dat wie dan nog met kromme benen rondliep, de zware leren voetbal de schuld gaf. 

Rumoerig Rotterdam beleefde wilde havenstakingen en dat was niet zo gek, want het werk was er zwaar en loeigevaarlijk. De havenarbeiders pikten de slechte CAO niet, die was nog van 1938. Militairen werden ingezet als de onrust al te groot werd. Ik zag hen met open jeeps op een menigte inrijden. Er sprongen drie mannen uit die met ploertendoders op de mensen begonnen in te slaan. Ploertendoders voor hardwerkende mensen die niets meer deden dan zich mokkend opstellen voor de poorten van de havenbedrijven omdat zij menswaardige werkomstandigheden wensten en een fatsoenlijke honorering. Stond je willekeurig ergens met meer dan twee personen te praten, dan gold dat als samenscholing en vielen er knuppelslagen zonder waarschuwing vooraf en niet alleen in de directe omgeving van de havens, ook op het overgrote deel van Zuid. Er werd met motoren met zijspan cirkelend in grote bochten op menigtes ingereden om ze uit elkaar te drijven. Kon je niet op tijd wegkomen, dan had je pech. De media stonden er toen nog niet bovenop, dat scheelde.

(Foto: Wikipedia)
Hortend en stotend kwam de vrijheid van het kinderleven op gang, je kon weer zorgeloos buitenspelen, al bood beschadigd Rotterdam daartoe weinig gelegenheid. Wij bedachten zelf dingen, zoals hoepelend met een fietswielvelg door de straten rennen. Wij gingen op zoek naar munitie, die je nog steeds op de gekste plekken kon vinden, en poetsten de koperen hulzen tot glanzende sierobjecten, niet zelden nog compleet met kogelpunt. Dat vond je helemaal prachtig, want die had een warmere kleur dan de huls. Er kwam een hele rij op het door opa Frits herstelde nachtkastje naast mijn bed te staan.
En wij haalden veel kattenkwaad uit, wat moest je anders. Ja, nog weer later, zittend op de stoep autokentekens registreren, als je tenminste een dubbeltje van je ouders had gekregen om een schriftje te kopen. Autokentekens opschrijven, je moest er maar zin in hebben, want het duurde soms wel een halfuur eer de volgende voorbijkwam. Te doen was het in elk geval wel en het leuke was dat de meisjes het ook deden. Kon je samen met hen op de stoep zitten. Aan de kentekens kon je zien uit welke provincie de bestuurder kwam en verder kon je er niets mee. Alle vriendjes deden het, en wie er mee was begonnen en waarom wist niemand. Het waaide over, meisjes gingen weer touwtje springen en jongens begonnen op vrije middagen langs de havens te zwerven, om op de gevaarlijkste plekken terecht te komen omdat alles was beschadigd en bedrijfsterreinen niet waren afgesloten.

De haat tegenover degenen die in de oorlogsjaren met de bezetter hadden samengewerkt was nog altijd merkbaar aanwezig. In alle lagen van de bevolking. Dat vond zijn weerslag in de rechtspraak. En kijk, dat had Han van Meegeren slim aangepakt. Als collaborateur zou hij zwaar worden gestraft. Voor een vervalser lag het anders. In de oorlog was vervalsing schering en inslag en de redding van vele levens. Er kleefde nog een positief imago aan, zelfs verkeerd toegepaste vervalsing woog niet zo zwaar als tegenwoordig. Piller was al zover dat hij de ‘Vermeers’ als vervalsingen erkende. Dat gaf echter nog geen zekerheid dat Van Meegeren de maker was. De andere ‘Vermeers’ waren duidelijk kwalitatief minder dan de Emmaüsgangers.  Bovendien was hij niet bereid de gewiekste Van Meegeren op zijn woord te geloven. Joop zou Piller niet zijn als hij niet met een oplossing kwam. Een bewijs en stunt ineen.
 (wordt vervolgd)
nnn

zaterdag 4 februari 2017

ANNA'S JAREN (194) - De slimste mens

Geschrokken kwam Van Meegeren met het verhaal waarmee hij destijds de gerespecteerde Mr. Boon om de tuin leidde. Dat het schilderij uit de collectie van een in geldnood verkerende adellijke Italiaanse familie kwam. Helaas, helaas, de naam mocht hij niet noemen.
Dat verhaal had altijd zo mooi gewerkt. Helaas, helaas, nu even niet, Piller hield niet van verhaaltjes, Piller hield van feiten. De naam van de oorspronkelijke eigenaar, om maar eens iets te noemen. En die had Van Meegeren niet. Dat leverde hem een ritje op door het nog steeds in feestroes verkerende Amsterdam. In een jeep, het symbool van de nieuwe vrijheid. Het ritje bracht Van Meegeren echter het eind van zijn vrije leven, het ging rechtstreeks naar het Huis van Bewaring.
Op slag kwam hiermee een keer in het leven van Han van Meegeren. Hij verhuisde  vanuit zijn luxueuze woning naar een oncomfortabele cel. Geen sigaretten meer voor de kettingroker, geen wijn, geen slaappillen ook. Hij deed geen oog dicht. Dat hield hij niet lang vol. Na drie dagen liet hij weten te willen bekennen.
Joop Piller kwam meteen. De snelle draai van de verdachte vervulde hem met verbazing. Een verbazing, die ras overging in verbijstering bij het aanhoren van het verhaal waarmee Van Meegeren nu weer kwam.
Het was helemaal geen Vermeer die hij aan ‘de dikke’ had verkocht.
‘Ik heb het zelf geschilderd’, zei hij. En hij vertelde hoe hij het schilderij had vervaardigd en hoe het antieke doek, waaroverheen hij had geschilderd, eruit zag. Hij maakte er een schetsje van. Met een röntgenfoto zouden de heren het eenvoudig kunnen controleren. En nu Van Meegeren toch bezig was, vertelde hij maar gelijk dat hij nog meer ‘Vermeers’ had geschilderd en enkele ‘Pieter de Hooghs’.
‘En het beroemde schilderij De Emmaüsgangers,  dat nu als een ‘Vermeer’ in Boijmans hangt, is ook van mij.’
‘Huh?’

Piller en zijn mannen herkauwden in een urenlang overleg Van Meegerens beweringen. Zij raakten er steeds meer van overtuigd dat zij in plaats van een collaborateur een vervalser hadden gegrepen. Een vervalser bovendien, die Göring behoorlijk bij de neus had genomen. Zij kregen toestemming om hun gevangene over te brengen naar hun Bureau aan de Herengracht. Nadat was vastgesteld dat de bekentenissen van de vervalser op waarheid moesten berusten, gaf Piller op eigen houtje een persconferentie. Dat kon zomaar, evenals een verdachte vasthouden buiten het Huis van Bewaring. Han van Meegeren had hem de grootste kunstzwendel van de eeuw bekendgemaakt, deelde Piller de overrompelde journalisten mee en hij bracht hen op de hoogte van een door de schilder opgestelde verklaring. Hiermee veroorzaakte Piller een golf van publiciteit die tot op de dag van vandaag doordeint.

➧ Nog in 2016 komt Rudolf van den Berg met Een echte Vermeer  in de bioscopen. Een verwarrende film waarin feit en fictie worden gemixt om het verhaal meer body te geven.

Toen pikten kranten over de gehele wereld het ANP-bericht op. Hun journalisten bestormden de Herengracht. ‘Een geniale vervalser’, werd er gekopt, ‘Vermeer na Vermeer’, ‘The man who swindled Göring’. Vrijwel elke krant meldde dat Van Meegeren naar eigen zeggen met zijn vervalsingen zo’n acht miljoen gulden had verdiend. Vrijwel elke krant ook ventileerde twijfels over de beweringen van de man die zich altijd miskend had gevoeld, en daarom de kunstwereld had belogen. Nu Van Meegeren, op deze, niet bepaald door hem gewenste, manier, de beroemdheid kreeg waarnaar hij zo verlangde en de waarheid sprak, werd hij door bijna niemand geloofd. Op een enkeling na, die nu opeens altijd al had geweten dat de Emmaüsgangers  vals was. Jammer dat vrijwel niemand dat kon bewijzen. Voor de oorlog hadden vertegenwoordigers van een kunsthandel in New York hun directie via een telegram laten weten dat zij het schilderij waardeloze namaak vonden en had een lid van de Haagse Kunstkring tijdens een vergadering voorgesteld om te protesteren tegen de nieuwe aankoop van Boijmans, omdat die vals was. En dat was het. 
Hannema
(Foto: Wikipedia)
Nee, dan Dirk Hannema, die volhield dat de Emmaüsgangers echt was en dat bleef doen nadat wetenschappelijk onderzoek overtuigend het tegendeel had aangetoond. Met Hannema was het gedaan als museumdirecteur. Hij werd al snel gearresteerd wegens zijn gedrag in de oorlog. Na acht maanden voorlopige hechtenis werd hij niet verder bestraft.
De slimste van de klas was Van Meegeren. Door meteen te bekennen dat hij nog veel meer vervalsingen had vervaardigd, maakte hij duidelijk dat hij tijdens de oorlog niet door collaboratie rijk was geworden, maar door het vervaardigen en verkopen van vervalsingen.

➧ In de jaren zestig en zeventig beweert volhoudertje Hannema wederom enkele schilderijen van Vermeer te hebben ontdekt. Niemand neemt hem dan nog serieus, ook niet als hij voor weinig geld een Van Gogh koopt. Le Moulin de blute-fin.  En dat doek wordt nu net wel officieel aan Van Gogh toegeschreven. Zo gaat dat, spreekt een leugenaar eindelijk de waarheid, wordt hij niet geloofd, koopt een klungel eindelijk een stuk van waarde, wordt hij uitgelachen. Die Hannema toch. Tenslotte komt zijn eigen collectie terecht in de in 1994 opgerichte Fundatie in Zwolle.
(wordt vervolgd)
nnn