De
tallyman heeft als beëdigd controleur in de haven een belangrijke functie.
Eigenlijk
behoort het woord tallyman tot een aparte categorie die ik zou willen noemen de
taal van de knijverzak, een dikke,
zeildoeken zak met twee of vier geringde gaten aan de bovenkant, waardoor een
dik touw. Het attribuut van de havenarbeider waarin zijn boterhammetje en
eenvoudig gereedschap als de krukhaak, een ijzeren haak met loodrecht daarop
geplaatst een houten handgreep. Je had ze in soorten en daarmee werd een hijs
aangeslagen en naar de juiste richting gedirigeerd.
Een
havenarbeider heette in Rotterdam trouwens gewoon bootwerker en de bootwerkerstaal
is niet zelden afgeleid van steenkolenengels. ‘Lekko’ komt van let go, ‘bietsen’ van beachcomber, ‘bikwanner’ van big
one. Een bootwerker kan toebloks zitten, horrie-op bezig zijn of afnokken. Het kan studdie-an beter gaan. Kuieren is als straf zonder werk en zonder geld zitten, stroomwerk doe je op een schip dat niet aan de kade ligt. Kras is de baas over een ruim. Echt wel
jargon en omdat je als kind van een bootwerker die woorden ook wel leerde
kennen drong dat soms ook wel door tot de dagelijkse spreektaal.
Het
‘knijverzaks’ is dus jonger dan het plat Rotterdams omdat de ontwikkeling van
dat taaltje nog even moest wachten op de te graven havens. En die kwamen er.
Na het
graven van de Koningshaven ontstond het Noordereiland. Dat gebeurde net voor
Anna’s geboorte tussen 1871 en 1879, evenals de aanleg van Binnenhaven,
Entrepothaven en Spoorweghaven. Hiermee raakte de stad in een beginperiode van
niet aflatende, dynamische activiteit, die ons uiteindelijk het huidige
Rotterdam zou brengen.
Na
ingebruikname van de Nieuwe Waterweg werd Rotterdam langzamerhand een echte
werkstad en de stad breidde zich naar alle kanten uit. Ogenschijnlijk is het een
succesverhaal maar er waren problemen te over. De Nieuwe Waterweg werd pas na
zes jaar, in 1872, redelijk bevaarbaar en het duurde nog tot 1917 dat de
waterweg op dusdanige diepte was dat alle zeeschepen de stad konden bereiken.
Inmiddels
was in 1898 de bouw van het Witte Huis gereed-gekomen, toen het hoogste
kantoorgebouw in Europa.
Hoezeer
dat de Rotterdammer met trots vervulde kun je nu, meer dan een eeuw later, nog
te weten komen als je er een op de tenen staat. Tien tegen één dat hij zegt:
‘Opput Witte Huis staje hoger.’
nnn
(wordt vervolgd)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten