maandag 29 december 2014

ANNA'S JAREN (43) - De voorloper van de standup-comedy

Er valt niet aan te ontkomen. Het beluisteren van oude muziekopnames brandt de geschiedenis vaak dubbelzijdig in het brein. De gedachten worden niet alleen onweerstaanbaar gestuurd naar wat er vooraf ging aan het moment van opname maar ook naar wat er daarna nog moest komen. Daaraan kan ik mij zeker niet onttrekken als ik zijnWest End Blues’ uit 1928 met de baanbrekende solistische trompetintro te horen krijg. Telkens weer ontroert mij de prille schoonheid van die vroege jazz in topvorm. In de jaren vlak na de Tweede Wereldoorlog zou ik voor het eerst kennismaken met de muziek van Satchmo, doordat pa zo gek op hem en zijn muziek was, en naarmate ik meer van zijn leven te weten kwam groeide daarnaast ook de bewondering voor zijn personage. Hij zou een belangstelling voor de jazz aanzwengelen die mij de mogelijkheid zou bieden te genieten van de verdere ontwikkelingen in die muziek, waarbij weer anderen als bijvoorbeeld Piet Noordijk – net als ik een jongen van Rotterdam-Zuid - een grote rol zouden spelen. Ontwikkelingen waarmee Louis Armstrong het niet altijd eens was trouwens, maar dat mocht niet deren. Zijn muziek zou later nog een belangrijke rol gaan spelen in mijn leven.

In de voortrazende twenties werden de mogelijkheden voor de film steeds groter doordat camera’s compacter werden en de cameradolly in gebruik werd genomen. De filmindustrie groeide en de film met geluid begon op te komen. Het Amerikaanse NBC werd het eerste radionetwerk van de wereld.
Kid Ory’s band was de eerste zwarte band die op het Sunshine-label platen maakte en Mamie Smith had een groot succes met ’Crazy Blues’, het begin van de blues-rage. Zij was een zeer populaire vaudeville-zangeres met een eigen showband.
Coleman Hawkins
(Foto Wikipedia)
Vaudeville was een eind negentiende eeuw in New York geïntroduceerde theatervorm, die kan worden beschouwd als voorloper van het moderne cabaret en de stand-upcomedy.Het publiek hiervoor kwam uit het laagste deel van de bevolking en omdat er op deze vorm van theater nogal werd neergekeken, kostte het de jonge musicus Coleman Hawkins grote moeite om toestemming van zijn moeder te krijgen toen hij door Mamie Smith werd gevraagd mee te spelen in haar showband. Hawkins moeder gaf uiteindelijk toe en hij ging cello spelen in de shows en vooral tenorsax. Hij begon al snel een unieke jazzstijl te ontwikkelen en hoewel hij speelde op een gammele saxofoon, die met elastiekjes aan elkaar hing, maakte dat diepe indruk op ene Fletch Henderson, die hem liet meespelen in een band waarvan een jaar later ook Louis Armstrong deel uitmaakte. De band maakte platen tot 1924 en werd een van de meest gevraagde zwarte jazz-groepen in dat tijdperk van de Chicago-jazz. De aanpak van Armstrong had een grote invloed op Hawkins’ benadering van swing en de opbouw van solo’s, maar verder zette hij zich enigszins af tegen Armstrongs dominantie. Hij begon zijn improvisaties op akkoorden te baseren, niet alleen op de melodie. Daarmee werd hij een grote vernieuwer, die vooruit liep op de bop en van invloed zou zijn op vele grote tenorsspelers na hem.
Paul Whiteman kondigde de komst van de symfonische jazz aan met zijn hit ‘Three o’Clock in the Morning’ en Sidney Bechet  (ook al uit New Orleans) maakte furore met de tot dan toe in de jazz ongebruikelijke sopraansaxofoon.
(wordt vervolgd)
nnn

woensdag 24 december 2014

ANNA'S JAREN (42) - Startschot voor een nieuw jazz-tijdperk

Drooglegging of niet, alcohol bleef beschikbaar. Door smokkel, clandestien stoken en diefstal van industriële alcohol, die was gedenaturaliseerd met giftige stoffen als strychnine en kwik om hem ondrinkbaar te maken, een wettelijke verplichting. Doordat uit de voor consumptie aangeboden alcohol die vreemde stoffen vaak slecht of helemaal niet waren verwijderd kregen mensen problemen door het drinken ervan. Blindheid kwam niet zelden voor en er overleed zelfs een groot aantal drinkers.
Ondanks dat de drooglegging een faliekante mislukking was, werd deze zo’n dertien jaar gehandhaafd.

Vrijwel altijd was de bediening en het entertainment in de speakeasies zwart en het publiek blank, en dat blanke publiek wilde muziek en dat werd dus de jazz. Vooral in Harlem begonnen latere beroemdheden als Duke Ellington, een uithangbordenschilder die een amateurdansbandje had opgericht dat al snel uitgroeide tot een invloedrijke jazzband. Die band zou in het gedenkwaardige jaar 1927 het huisorkest worden van de beroemde ‘Cotton Club’ en Duke Ellington zou razendsnel aan bekendheid winnen, niet in het minst door zijn vernieuwende composities.
In die Cotton Club werd Duke later opgevolgd door Cab Calloway, ook al in Harlem begonnen en inmiddels een succesvol bandleider. En dan waren er de briljante pianist en songwriter Fats Waller, en Bessie Smith, de keizerin van de blues, die de belangrijkste zwarte zangeres van de jaren twintig zou worden.
Wie er ook pas kwam kijken was de in het ‘Back o’Town’ getto van New Orleans geboren en in een omgeving van danstenten en bordelen opgegroeide grootste genie uit de begintijd van de jazz, Louis Armstrong.

Louis Armstrong
(Foto Wikipedia)
Zijn vader heeft hij nooit gekend, zijn moeder was prostituee, hij werd opgevoed door zijn grootmoeder. Hij leefde als kind in zo’n grote armoede, dat hij gekleed in vodden zijn kostje uit vuilnisbakken bij elkaar moest zoeken. Hij lag vrijwel voortdurend overhoop met het wettelijk gezag en was al aardig op weg naar galg en rad tot hij op nieuwjaarsdag 1913 met een revolver het startschot van een nieuw jazz-tijdperk gaf. Louis werd in een tehuis geplaatst, waar hij de kornet leerde kennen en spelen. Na zijn vrijlating mocht hij het instrument houden maar toen hij genoeg had verdiend om zelf een instrument te kopen, gaf hij het terug, zodat ook anderen er gebruik van konden maken.
Louis Armstrong, ‘Satchmo’ had een hart van goud en is altijd een beminnelijk persoon gebleven. Duke Ellington zei over hem na zijn dood: ‘Hij werd arm geboren, stierf rijk en heeft in de tussentijd niemand benadeeld.’  En dat is eigenlijk te weinig gezegd, want Armstrong deed ook veel goeds, vaak spontaan en zonder publicitaire bijbedoeling.
Hij zou al in 1922 in Chicago spelen, bij King Oliver; drie jaar daarna met zijn ’Hot Five’ en weer later met zijn ‘Hot Seven’ een aantal platen opnemen die tot de absolute klassiekers van de jazz zouden gaan behoren.
Bekende, grote jazzmusici drukten hun stempel op hun tijd, zij kwamen en gingen maar Armstrong bleef. Opmerkelijk is dat er zoveel goeds over hem werd gezegd door andere grootheden. 
Bing Crosby  zei over Armstrong: ‘Hij was de enige musicus aller tijden, die niet door iemand anders vervangen kon worden.’ 
En Miles Davis: ‘Je kunt niets op een blaasinstrument spelen dat Louis niet al heeft gespeeld.’ 
Satchmo zei er zelf van: ‘I want to give back some of the goodness I recieved.’
(wordt vervolgd)
nnn



vrijdag 19 december 2014

ANNA'S JAREN (41) - Waar illegale kroegen toch nog goed voor waren

De textielindustrie bracht al vanaf de negentiende eeuw werkgelegenheid in Nederland. De bedrijfstak draaide goed in de twenties en heeft het nog lang daarna volgehouden maar de laatste jaren praktisch het loodje gelegd doordat de productie is overgebracht naar goedkooptelanden als bijvoorbeeld Bangladesh, een land berucht door de onveilige gebouwen waarin die tak van industrie er is gehuisvest. Zij zijn niet zelden uitermate slecht gefundeerd maar scheuren in de muren zijn vaak voor het oog weggewerkt. Instorting met vele slachtoffers als gevolg heeft al een aantal malen plaatsgevonden en je kunt wachten op de volgende ramp. Er wordt dikwijls zestig tot zeventig uur overgewerkt in die krakkemikkige bouwsels. Geen autoriteit die veiligheidsvoorschriften of arbeidsvoorwaarden diepgaand controleert, uit vrees dat de opdrachtgevers zouden vertrekken. Wat desalniettemin toch niet onwaarschijnlijk is omdat die westerse kledingbedrijven de ogen alweer richten op een land als Ethiopië, waar de arbeid nog minder kost en nog heel wat valt uit te buiten. Het zou moeten ophouden. Maar het lukt beschaafde (hm) directieleden van die keurige bedrijven of hun woordvoerders dankzij een grondige media-training - waar wel geld voor is - nog altijd wel een fraai verhaal voor pers en tv naar buiten te brengen, recht te praten wat krom is en kritiek te pareren. Dus het kan nog wel even zo doorgaan.
Het is uiteraard moeilijk voor de gewone man of vrouw om er zeker van te zijn hoe het wat dit betreft is gesteld met het shirtje dat wordt aangeboden in de handel en onze TV-presentatoren wijzen vaak ook niet bepaald de goede weg voor de camera in openhangend colbert met daaronder een of andere obscure afbeelding gedeeltelijk zichtbaar. Onze huidige smaakmakers in beeld...

Terug naar de twenties. In sterke mate vond de aanvankelijke weerzin van de Amerikanen tegen de jazz en alles wat daarbij hoorde zijn oorzaak in de omstandigheid dat die vorm van amusement, waarvan de jeugd zo in de ban was, welig tierde in illegale kroegen. Een ontwikkeling, die de Amerikaanse regering zelf had veroorzaakt met de ondoordachte ‘Prohibition’ waarmee de Verenigde Staten de jaren twintig begonnen, een wet die Amerikanen verbood alcohol te kopen. De effecten bleken ernstiger dan die van het tot dat moment heersende alcoholgebruik. 
De drooglegging met al zijn gevolgen blijft nog steeds verbonden met het beeld dat wij hebben van de roaring twenties in Amerika en was een idiote, rigide maatregel die in alles tegengesteld werkte aan wat er de bedoeling van was. Tot dan toe redelijk fatsoenlijke mensen veranderden in misdadigers, die zich uiteindelijk ook nog eens organiseerden. Er werd massaal overgegaan op illegale consumptie van alcohol, wat er toe leidde dat het totale alcoholverbruik meer werd dan voor de drooglegging, alleen liep het land nu de accijnzen mis, vijfhonderd miljoen per jaar.
Droogleggingsagenten
vernietigen vaten met alcohol
(foto Wikipedia)
De in achterkamertjes ontstane illegale cafés, ‘speakeasies’, groeiden in omvang en in aantal. In New York bedroeg het aantal drankgelegenheden het dubbele van voor de drooglegging. Agenten, speciaal belast met de handhaving van de Prohibition, waren schietgraag, er vielen veel doden, en verder waren zij vaak omkoopbaar doordat zij werden onderbetaald. Zij namen nogal eens sterke drank in beslag om het gelijk weer terug te verkopen en door de overheid in beslag genomen spiritualiën werden ook nog eens even snel weer teruggestolen.
De drooglegging leverde later in elk geval veel inspiratie op voor Hollywood. 
(wordt vervolgd)
nnn

zondag 14 december 2014

ANNA'S JAREN (40) Andere tijd, andere kleding

De charleston. Dikke pret als Rieka de dans demonstreerde in onze kleine woonkamer op tweehoog, veelal nadat zij en Anna herinneringen hadden opgehaald aan die tijd. Toch was het niet zozeer nostalgie die aan hun verhalen ten grondslag lag; die gesprekken behelsden in de eerste plaats het besef dat vrouwen toen begonnen met uit de schulp te kruipen en zich te ontworstelen aan de klerikale druk tot het baren van zoveel mogelijk kinderen. Het mooie was dat zij dat niet deden door middel van demonstraties, zoals in latere tijden, maar door zich brutaalweg steeds minder van conventies aan te trekken en onder meer lekker de charleston te dansen.
(Foto Wikipedia)
Maar dat vrouwen ook vrijelijk in het openbaar begonnen te roken en zonder mannelijke begeleiding een glaasje dronken in het café, kon de goedkeuring van de conservatieven helemaal niet wegdragen, bovendien deden ze rouge op het gezicht, droegen ze korte jurkjes met franjes, lange zijden shawls en opvallende sieraden. Op het kort geknipte haar werden dophoedjes gedragen, de cloches.
Foei, foei, foei.
Mannen hadden vaak grote moeite met de toenemende zelfstandigheid van de vrouw, ze ergerden zich aan het gemak en de schaamteloosheid waarmee vrouwen in de openbaarheid traden en cafés en dansgelegenheden bezochten. Die vrouwelijke trendsetters werden in Amerika ‘flapper-girls’ genoemd, ofwel jonge wilde eenden, oorspronkelijk de benaming voor prostituees.
Een vaker waar te nemen fenomeen, door kopschuwheid weet de massa niet goed raad met een avant-garde en gaat in de aanval - of is het de verdediging - door zich denigrerend op te stellen.

Doordat het confectiekostuum betaalbaar was geworden, konden ook in Europa steeds meer arbeiders zich een mooi pak veroorloven, dat zij graag droegen buiten werktijd. Vooral in een stad als Rotterdam waar in haven en industrie veel fysieke arbeid plaatsvond, werd het als uiterst aangenaam ervaren in de vrije tijd de werkkiel te verruilen voor het kostuum, graag gecompleteerd met een hoed. Het effect was stijlvol als er tenminste niet werd gekozen voor een te  uitgesproken double-breasted jasje met te  opzichtige krijtstreep en te  breedgerande hoed op het hoofd, want dan zag je er al snel uit als een gangster. Iets te.  Maar over het algemeen ontstond er een stijlvoller straatbeeld dan dat van vandaag de dag met vaak het uiterlijk van een aanplakbord in verkiezingstijd, visueel vervuild met vale jeans, waarop T-shirts worden gedragen, soms met de meest onzinnige teksten bedrukt.
Fuck the Strawberry
Een warenhuis prees onlangs dergelijke wanproducten aan met ‘laat je kleding spreken’. Als je zo gekleed mocht denken dat je ook zelf nog wel iets wetenswaardigs hebt te vertellen, loop je toch het risico dat er tot de ander geen woord van doordringt omdat deze intussen je buik staat te lezen en dat dan waarschijnlijk over de rug van uitgebuite meisjes. Onder andere in India, Pakistan en Oezbekistan worden kinderen van school gehaald om katoen te plukken. In de spinnerijen van Zuid-India wonen vrouwen vaak gedwongen op het fabrieksterrein en krijgen zij het leeuwendeel van hun karige loon pas aan het eind van jarenlange contracten, zodat zij niet kunnen vertrekken op een tijdstip dat zij zelf wensen. In de kledingfabrieken van onder andere Bangladesh, India, Vietnam, Cambodja en China worden naaisters nog vaak geïntimideerd en soms seksueel misbruikt. 
(wordt vervolgd)
nnn

dinsdag 9 december 2014

ANNA'S JAREN (39) - Ondertussen in Amerika

Ondertussen liep Amerika voorop in de wereld op het gebied van autobezit. Pionier Ford werd al snel beconcurreerd door vooral Chrysler en General Motors, met als resultaat dat eind jaren twintig al één op de zes Amerikanen een auto bezat. Daartegenover was het land op het gebied van de luchtvaart echter flink achterop geraakt vergeleken bij Europa, waar je halverwege de jaren twintig al geregeld tussen verschillende grote steden kon vliegen. Tot aan 1927 beschikte Amerika nog niet over regelmatige luchtverbindingen. Steden als San Francisco en Baltimore hadden zelfs nog niet eens een vliegveld terwijl Rotterdam al zeven jaar het vliegveld Waalhaven in gebruik had en er al net zo lang een KLM-lijndienst Amsterdam-Londen bestond.

Amerika was ook geen lid geworden van de Volkenbond, die de wereldvrede zou moeten garanderen. Het vreemde was dat het een Amerikaanse president was, Woodrow Wilson, die het instituut had bedacht als een onderdeel van de vrede van Versailles. Maar de Amerikaanse Senaat verwierp het verdrag en het isolationisme kreeg de overhand in de Amerikaanse buitenlandse politiek.
In de jaren na de Tweede Wereldoorlog zou het geruime tijd bon ton zijn om te beweren dat hier in Nederland alles vijftig jaar later gebeurt dan in Amerika, maar bij het begin van de twenties was dat dus vaak anders. Ruim een jaar later dan in Nederland werd bijvoorbeeld het vrouwenkiesrecht ingevoerd in dat land van auto’s. 
New York was in de twenties in elk geval wel de meest door verkeersopstoppingen geplaagde stad ter wereld. Er reden alleen al in die stad meer auto’s dan in geheel Duitsland, terwijl er ook nog steeds paarden door New Yorks straten liepen. Amerika ging de hoogte in en werd het land van wolkenkrabbers, die in geen enkele grote stad ontbraken, ze werden vaak opgetrokken in een stijl ontleend aan de Europese art deco.

(Afbeelding Wikipedia)
Voor die van Europa overgenomen stijl gaf Amerika de charleston terug, de dans die zo onlosmakelijk is verbonden aan het beeld dat we van de twintiger jaren hebben. De dans, genoemd naar een stad in South Carolina, was in een snelle variant vooral in gebruik in de revues als showdans en werd later ook een wat rustiger gezelschapsdans, verwant aan de foxtrot.
Die charleston was trouwens niet de enige trendy dans in die tijd, er waren ook nog de shimmy, waarbij het lichaam stil wordt gehouden op de schouders na, die beurtelings naar voor en naar achter bewegen, en de blackbottom, afkomstig uit de theatershow Dinah. De blackbottom werd een sensatie in Amerika en won aan populariteit ten opzichte van de charleston.
Terwijl er ook in Europa volop werd genoten van  de nieuwste rages op de dansvloer, is het nog maar de vraag of die in het land van oorsprong, het puriteinse Amerika, algemeen werden gewaardeerd. De pers sprak bijna unaniem zijn afkeer uit over de vorm van zedenverwildering in het uitgaansleven en vooral de blackbottom, waarbij de billen van de danspartners tegen elkaar stoten, moest het ontgelden.
En dan de jazz, de jazz werd gezien als de motor achter die ontwikkeling. De ‘New York Americain’ vond het ‘pathologische, zenuwprikkende, seks uitlokkende muziek’. Dat sloot dus aardig aan bij de opvatting van Henry Ford, die het immers ‘imbeciele muziek’ vond. Waarom hield die man het  toch niet gewoon bij sleutelen?
(wordt vervolgd)
nnn

donderdag 4 december 2014

ANNA'S JAREN (38) - Hyperinflatie en economische voorspoed in Europa

Clark Cable
(Foto Wikipedia)
Clark Cable. Rieka moet hem best wel leuk hebben gevonden aangezien Jan van Eijk verder zijn hele leven is blijven rondstappen met zo’n, weliswaar niet altijd even goed gelukt, snorretje. Tuschinski bracht Clarks films, waarin hij veelal de mooie jongen speelde. Het toestromende publiek wilde en kreeg happy endings.
Niet Abraham Tuschinsky.
Het bombardement op Rotterdam zou hem al zijn bioscopen kosten, het theater in Amsterdam zou worden ingepikt door de Duitsers en door privé-problemen zou Tuschinski lang twijfelen om naar Amerika te vluchten. Nadat hij dan toch maar de knoop had doorgehakt, stond hij met valse tickets in handen. Oplichters hadden kans gezien hem die aan te smeren in de consternatie van die periode en de reis ging niet door. 
In 1942 werd hij door de moffen uit zijn woning gehaald, naar Westerbork gebracht en daarna naar Polen gedeporteerd. Hij werd tenslotte in Auschwitz vermoord.

Bewaard gebleven Jugendstil-elementen
aan een hoekpand in Katendrecht.
(Foto Dirk van Eijk)
De Jugendstilperiode was toen de twenties begonnen al ver voorbij maar uitingen van die stijl zijn tot op de dag van vandaag aanwezig gebleven in kunst en architectuur. In feite was al rond de eeuwwisseling de kiem gelegd van een nieuwe stijl, die nu echt op gang kwam.
Een stijl die zou doorwerken tot kort voor de Tweede Wereldoorlog en de principes ervan zouden worden toegepast in architectuur, kunst en gebruiksvoorwerpen.
Doordat steeds meer van die objecten machinaal werden vervaardigd ontstond een machine-esthetiek, die dankbaar gebruik maakte van de mogelijkheden die de Art Deco bood. Het belangrijkste gevolg van die industriële produktie was dat huishoudelijke artikelen en kleding betaalbaarder werden voor de gewone man. Vooral de ontwikkeling van confectie zou verregaande gevolgen hebben in het straatbeeld en in het uitgaansleven.

In dat eindelijk bruisende Rotterdam stagneerde wel de politieke besluitvorming doordat de socialistische wethouders en raadsleden werden geconfronteerd met een sterke oppositie van liberalen en confessionelen. De havenarbeiders raakten hierdoor teleurgesteld en begonnen protestacties, die niets uithaalden, met als gevolg dat het jaar 1920 begon met een staking van achttienduizend havenarbeiders. Een staking die tien weken zou duren.
Toch kenmerkte het begin van de jaren twintig zich in het algemeen door economische voorspoed in West-Europa waardoor er werk kwam voor meer mensen. Dat ging echter niet op in Duitsland waar hyperinflatie ontstond doordat de Duitse regering in hoog tempo geld bijdrukte om te kunnen voldoen aan bij de Vrede van Versailles opgelegde herstelbetalingen voor de Eerste Wereldoorlog. Dat gebeurde niet alleen in geld maar ook met goud, kolen en staal. Frankrijk bezette het Ruhrgebied en dwong Duitsland zich aan het verdrag te houden. Door proteststakingen in het bezette gebied ontstond een grondstoffentekort en verergerde de economische crisis in Duitsland in hoog tempo.
In 1923 kostte uiteindelijk één Amerikaanse dollar een biljoen (1.000000000000) mark. Op postzegels was geen plaats meer voor de nullen. De krant, die het nieuws bracht van Hitlers machtsgreep, met de verschijningsdatum 8 november, kostte 60 miljard mark. Winkeliers vervingen soms elk uur de prijskaartjes.
Anna had later nog verhalen dat in Duitsland mensen de kamer gingen behangen met bankbiljetten, dat was goedkoper dan met behangpapier. Grotere aankopen werden soms gedaan met kruiwagens vol papiergeld.
Er ontstond door de onvrede van de Duitse bevolking een voedingsbodem voor het opkomende  nationaal-socialisme en duizenden dienstbodes kwamen naar Nederland, op zoek naar werk, dat er in eigen land niet meer was. Duitsland verving tenslotte de Reichsmark door een nieuwe munt, de Rentenmark, waardoor de situatie beter beheersbaar werd.
(wordt vervolgd)
nnn

zaterdag 29 november 2014

ANNNA'S JAREN (37) - Rotterdam ging bruisend de twenties in -

Een Joods-Poolse kleermaker vermaakte niet alleen kleding maar ook de stad. Hij behoorde tot de landverhuizers die in het begin van de twintigste eeuw naar de Verenigde Staten reisden via Rotterdam. Maar de stad aan de Maas beviel hem zo dat hij er zich vestigde als vestenmaker om nog weer later, samen met zijn vrouw, een pension te beginnen, in de eerste plaats voor de landverhuizende Oost-Europese Joden. Ondernemend als hij was startte hij in de oude binnenstad de exploitatie van een bioscoop, de eerste van een reeks theaters die onder zijn naam zouden verrijzen: Thalia, Cinema Royal, Scala en Olympia. Niet in het minst daardoor ging Rotterdam bruisend de twenties in. Maar ook was inmiddels het stadhuis voltooid, begonnen buitenlandse kunstenaars in Rotterdam te exposeren en kwamen er nog weer nieuwe uitgaansmogelijkheden als Café de Unie en Dancing Pschorr. 
Het door architect J.J.P.Oud ontworpen Café de Unie mocht worden gebouwd onder voorwaarde dat het na tien jaar weer zou worden afgebroken. Het bleef er uiteindelijk vijftien jaar staan tot het tijdens het bombardement op Rotterdam verloren ging. In 1986 werd een nieuw Café De Unie gebouwd op de Mauritsweg, zo’n vijfhonderd meter van de oorspronkelijke plaats, in een gedeelte van het centrum dat bij het bombardement gespaard is gebleven. Dit gebouw is ontworpen door architect Carel Weeber met een replica van de gevel uit 1925, die de kenmerken heeft van De Stijl.
(Foto Wikipedia)

Al snel verwierf het pas geopende Grand Theatre faam, het meest luxueuze theater in Rotterdam, ook alweer van voormalig kleermaker Abraham Tuschinski. Het was geheel ingericht volgens een nieuwe ontwikkeling: de stijl van de Art Deco. De beroemdste bioscoop van Tuschinski was toen inmiddels al gereed, echter wel  in een andere stad, in Amsterdam. Dat theater was gebouwd in een samenraapsel van stijlen zoals Amsterdamse School, Jugendstil en Art Deco. De critici waren dan ook niet mals in hun oordeel. Maar voor een bioscoop kan het natuurlijk nauwelijks beter, zo’n eclectisch bouwwerk past prima bij de verscheidenheid van de te vertonen rolprenten die immers ook niet altijd even stijlvast zijn.

Precies in de periode waarin voor Rotterdam die veelbelovende ontwikkeling begon vonden er elders in Europa juist gebeurtenissen plaats die uiteindelijk het tragische noodlot van de stad zouden gaan bepalen. In Duitsland werd het begin van de twenties gemarkeerd door de naamsverandering van de in 1919 opgerichte Duitse Arbeiderspartij in Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij, de NSDAP, en het voorstel daartoe kwam van ene Adolf Hitler.
In Italië werd de stichter van het Italiaanse fascisme, Mussolini, premier en hij greep weldra de macht, wat diepe indruk maakte op Hitler. Dat leek hem eigenlijk ook wel wat.

Maar de gezelligheid van die bioscopen van Tuschinski - Jan en Rieka hadden er nog vaak de mond van vol. Mooie, geromantiseerde herinneringen,  ingekleurd door de liefde die zij beleefden in de dertiger jaren. Zij zagen er toen in hun verkeringstijd de prachtigste filmklassiekers uit de begintijd met sterren als Clark Cable, Katherine Hepburn, Humphrey Bogart  en kindsterretje Shirley Temple.

Animal crackers in my soup
Monkeys and rabbits loop the loop

Films, veelal met een happy ending. Helaas was dat niet weggelegd voor Tuschinski’s successtory.
(wordt vervolgd)
nnn

maandag 24 november 2014

ANNA'S JAREN (36) Vernieuwende kunst in het Rotterdam van de twenties

De overkill aan informatie die op ons afkomt. Tegenwoordig kunnen wij er wel eens over klagen maar zo’n geschiedenis van die twee boksers, Louis en Schmeding, geeft toch wel de noodzaak aan van pluriformiteit in de media. 
J.C.Bloem
(foto Wikipedia)
Die veelvormigheid was toen gering maar toch, een begin was er. Anna en Pieter L.C. plaatsten in elk geval net als de concurrentie in hun café een leestafel met wat bladen, nog maar een fractie van het huidige aanbod. Een van de populairste weekbladen was ‘Het Leven’ dat al in 1906 voor het eerst uitkwam, verder was er de vanaf 1913 uitgegeven ‘Panorama’, een oorspronkelijk rooms-katholiek familieweekblad, dat later zou uitgroeien tot een mannenblad voor ook bij de kapper. En een blad dat vooral bij de kapper was te vinden, was 'De Lach’, dat midden in de twenties voor het eerst uitkwam, met veel foto’s van, voor zover dat toen toelaatbaar was, schaars geklede vrouwelijke filmsterren en melige grappen. 
Er was ook een favoriete krant: ‘De Voorwaarts’, het latere ‘Het Vrije Volk’. Bij een veel oudere krant, de ‘Nieuwe Rotterdamsche Courant’, was  de letterkundige J.C. Bloem  (‘Domweg gelukkig, in de Dapperstraat’) vanaf 1920 redacteur. De hoofdredactie had er zeven jaar voor nodig om te ontdekken dat het hem ontbrak aan ijver en na een aantal conflicten werd hij ontslagen.

Het Rotterdamse bleef in de jaren twintig niet verstoken van het literaire leven, al was dat dan verborgen in de steedse drukte. Diezelfde J.C. Bloem vond het voor een kunstenaar een bij uitstek geschikte stad, niet door ‘wat het had, maar door wat het miste’.  De kunstenaar werd er vooral met rust gelaten en Bloem vond dat die er verlorener was dan in Parijs. Zo zie je maar, je hoeft het niet altijd ver te zoeken.
Ter Braak en Victor van Vriesland  woonden er ook, de laatste was na Bloem zeven jaar lang redacteur letteren en kunst bij de NRC. Maar er gebeurde langzamerhand meer, er werd in Rotterdam vernieuwend gewerkt op het gebied van architectuur, film, fotografie en typografie door mensen die later een grote naam kregen, als bijvoorbeeld J.J.P. Oud, Joris Ivens, Jan Kamman, Paul Schuitema , Piet Zwart  en Gerrit Kiljan.

De als kunstschilder opgeleide Jan Kamman speelde een grote rol in de opkomst van de Nieuwe Fotografie in Nederland, was niet bang van een experiment, creatief architectuurfotograaf  en fotografisch vertolker van het ‘Nieuwe Bouwen’, waartoe onder andere het Feyenoordstadion en de Van Nellefabriek behoren.  Hij deed ook reclamewerk, dat voor die tijd op hoog peil stond. Het bombardement op Rotterdam van 1940 kostte hem zijn studio inclusief archief. Na de Tweede Wereldoorlog begon hij weer te tekenen en te schilderen. Later heeft hij ook nog les gegeven aan de Academie van Beeldende Kunsten, waarmee de geschiedenis voor mij gelijk dichterbij kwam want dat deed hij nog in mijn academietijd zodat ik het genoegen heb mogen smaken een jaartje fotografieles van hem te krijgen. Ik leerde hem kennen als een aimabele, nog steeds gedreven man met mooie verhalen over de primitieve omstandigheden in de fotografie van vroeger, waarbij het een keer was voorgekomen dat er bij een productfoto een belichtingstijd van twaalf uur nodig was. Zelfs toen al (1960) vonden wij dat ongelooflijk, even stilzitten...
(wordt vervolgd)
nnn

woensdag 19 november 2014

ANNA'S JAREN (35) Bedenkelijke boeken en een poging tot televisie

(Afbeelding Wikipedia)
'The Dearborn Independent'
Ford hechtte zelf zoveel waarde aan de in het blad gepubliceerde artikelen, dat hij een aantal ervan, inclusief de ‘Protocollen van de Wijzen van Sion’ liet bundelen in het boek ‘The International Jew’. En dat boek werd dan toch maar meteen een bestseller - tenminste de vertaalde versie dan, en in nazi-Duitsland.
Henry Ford
(Foto Wikipedia)
Fascistische opvattingen, die door een Amerikaan werden gesponsord in de VS, niets meer dan dat behelsde Fords boek over de joden. Hitler vond het natuurlijk prachtig, gebruikte zelfs ook  ideeën van Ford en gaf hem een eervolle vermelding in 'Mein Kampf'. Daarbij maakten vooral de Amerikaanse methoden van massaproductie diepe indruk op 'snorretje' en hij besloot daarom in 1938 Ford de hoogste nazi-onderscheiding voor buitenlanders te geven voor zijn inspanningen om auto's voor iedereen betaalbaar te maken. Juist in dat jaar begon Ford echter zijn sympathie voor het nazisme te ontkennen en maakte hij openbare excuses. Veel eerder had hij al geprobeerd het gezicht te redden door te beweren (lees liegen) dat de publicaties vervalsingen waren maar pas nog weer veel later, in 1942 verwierp hij de jodenhaat in een open brief.

Lekker bezig. Gelukkig had hij meer verstand van autotechniek.

Die elkaar in hoog tempo opvolgende gebeurtenissen waren nog maar een begin van wat er moest komen: de roerige jaren twintig deden er nog een schepje bovenop en niet alleen in Amerika, Europa voelde de invloed van dat tijdsgewricht niet minder. Jammer dus dat de televisie nog moest worden uitgevonden, maar de Schotse uitvinder John Logie Baird  maakte een beginnetje door de ‘televisor’ te ontwikkelen.
Hij vervolmaakte de uitvinding van Nipkow, waarbij bewegend beeld ontleed in lijnen kon worden overgeseind. Het werkte alles behalve perfect maar de Amerikaanse pers was verbluft op een schermpje, niet veel groter dan dat van een huidige smartphone, met enige moeite op zo’n driehonderd kilometer afstand een speech te zien en te horen van ene Herbert Hoover, minister van Handel. Die man wist als geen ander hoe zich permanent in de publiciteit te brengen en met succes, want dat resulteerde uiteindelijk in een presidentschap van de Verenigde Staten achterin de twenties. Een van de meest bekritiseerde presidentschappen overigens. Er was in elk geval toen al meteen aangetoond hoe belangrijk het bespelen van de media is om een dergelijk doel te bereiken. Die media bestonden voornamelijk uit kranten en tijdschriften en, schoorvoetend, de radio.
De komst van de televisie ging nog even duren want het Nipkowsysteem bleek te worstelen met onoplosbare problemen, waardoor uiteindelijk voor een geheel andere techniek werd gekozen, het aftasten van beeld met elektronenstralen, bedacht door de Amerikaan Philo T. Farnsworth. Omdat de Rus Vladimir Zworykin de beeldbuis ontwikkelde, betwisten Amerika en Rusland elkaar tot op heden onder andere wie de uitvinder is van de televisie.

In Nederland moest de gewone man het hebben van het gesprek van de dag maar  de mensen gingen wel steeds meer lezen. Het is de vraag of zij daarmee ook goed geïnformeerd raakten met het beperkte aantal kranten dat er verscheen. Informatie over de Eerste Wereldoorlog bijvoorbeeld, was streng gecensureerd en ook daarna nog vaak gelardeerd met verhalen die van geen kant klopten om in een spel van propaganda en anti-propaganda partijdigheid te bewerkstelligen bij de gewone man.
(wordt vervolgd)
nnn

vrijdag 14 november 2014

ANNA'S JAREN (34) Een tijd van moedige mannen en dwazen

Het vliegtuig van Alcock en Whitten Brown na
de landing, bewaakt door Britse soldaten
(foto Wikipedia)
Zestien uur en twaalf minuten duurde hun vlucht. Daarna landden zij hals-over-kop bij het Ierse Clifden en konden zij zich de eersten noemen die de Atlantische Oceaan non-stop waren overgevlogen, alleen was het op dat moment nog bijna niemand opgevallen. Later viel John Alcock en Arthur Whitten Brown echter in Engeland een heldenontvangst en een trits onderscheidingen ten deel.

In Berlijn was koud na de Eerste Wereldoorlog een voormalig tsaristisch officier druk doende eenieder op de hoogte te brengen van de noodzaak ‘het joodse vraagstuk definitief op te lossen’. Deze Fjodor Vinberg verklaarde openlijk dat alle joden gedood moesten worden. Hij baseerde die opvatting op de ‘Protocollen van de Wijzen van Sion’ een door de tsaristische geheime dienst in elkaar geknutseld document. Het document zou een verslag zijn van een vergadering van joodse leiders, die al in 1897 zou hebben plaatsgevonden in Bazel. Uit het zogenaamde verslag zou blijken dat deze ‘Wijzen van Sion’, waarmee joodse leiders werden bedoeld, zouden zijn bijeengekomen om de christelijke maatschappij omver te werpen door middel van democratie en socialisme. In de protocollen zou tot in detail staan beschreven hoe de plannen om te komen tot een wereldheerschappij verwezenlijkt zouden moeten worden. 
De tekst van die zogenaamde protocollen was echter pure fictie en ontleend aan eerder verschenen romans. Dat neemt niet weg dat de tekst in Duitsland maar ook in Frankrijk en later in de Arabische wereld populair werd en dat nasi-ideoloog Alfred Rosenberg  er door werd beïnvloed. Hij was al een fervente anti-communist, verwierp ook het christendom en ‘ontaarde kunst’ en was er van overtuigd dat het arische ras ver verheven was boven andere rassen. Kortom, een man die zijn tijd ver vooruit was. 
Hoewel Hitler niet erg was gesteld op dat leuke kereltje - hij noemde hem een ‘bekrompen Balt’, zag hij zijn ideeën wel zitten. Die gesjeesde kunstschilder was dus ook nog niet eens origineel in zijn waanzinnige opvattingen die hem uiteindelijk ertoe brachten de wereld te terroriseren. Zijn allereerste anti-semitische ideeën had hij waarschijnlijk ook al van een ander. En wel van de Oostenrijkse grootgrondbezitter en politicus Georg Heinrich Ritter von Schönerer, een radicaal antisemiet die grote invloed had op de jonge Hitler. Hij was van 1879 tot 1888 aanvoerder van de Duits-Nationale Beweging in Oostenrijk. Zijn beweging ging al in 1900 zo ver, dat deze eiste dat het Weense Parlement een premie zou uitloven voor elke gedode jood.
De eerder genoemde Rosenberg maakte uiteraard een behoorlijke carrière in nazi-Duitsland en bracht het tot minister over de door de Duitsers bezette gebieden in Oost-Europa om tenslotte na het proces in Neurenberg ter dood te worden veroordeeld en te worden opgehangen.

En een man die bezig was wereldfaam op te bouwen met de productie van auto’s hield zich in die tijd ook nog met andere zaken bezig. Hij zocht naar industriële toepassingen van landbouwproducten als soja en vanaf 1919 gaf deze man, Henry Ford genaamd, ‘The Dearborn Independent’ uit, een wekelijks verschijnend blad met zijn persoonlijke visie en dat was een antisemitische. En dat niet alleen, hij verkondigde daarin nog meer rare opvattingen, jazz noemde hij bijvoorbeeld imbeciele muziek. Gelukkig was het blad saai geschreven en kon het daardoor nauwelijks op eigen benen staan maar de grote automan dwong zijn dealers kwanta af te nemen om aan klanten te verkopen. 
(wordt vervolgd)
nnn

zondag 9 november 2014

ANNA'S JAREN (33) Een stortvloed aan nieuws

De hardheid van die tijd. Mogelijk heeft het hiermee te maken dat de bokssport, hoewel die al zo’n tweehonderd jaar werd beoefend, in het interbellum een plotseling hoogtepunt bereikte. Als dit echter een verdedigbare en ook omkeerbare these is, moet de huidige tijd per definitie nog harder zijn met het in bepaalde kringen geliefde kickboksen. Bij die vorm van vechtsport is het de bedoeling om te scoren door trap- en stoottechnieken en krijgt een gesprongen trap tegen het hoofd nota bene de hoogste score. Die keiharde sport werd in de jaren zeventig van de vorige eeuw populair in de Verenigde Staten en later ook in Europa.
In het interbellum was het vooralsnog de pugilistiek - om dat mooie woord voor boksen als wedstrijdsport maar eens te gebruiken - die werkelijk razend populair werd in Amerika. En dat kwam niet het minst door de ontdekking dat er grof geld mee viel te verdienen, in het bijzonder door promotors en bookmakers. 
Ondanks dat wedstrijdboksen aanvankelijk  in de meeste Amerikaanse staten was verboden zou het niet lang meer duren tot profboksers in de twenties duizelingwekkende bedragen gingen verdienen, geld dat zij ook weer snel grotendeels kwijtraakten. Er werd volop gegokt, corruptie vierde hoogtij en dikwijls ontkwamen beoefenaren van ‘The Noble Art of Self Defence’ niet aan  de invloed van de maffia.

In die periode, toen de twenties weliswaar nog moesten beginnen, zou wat nu het NOS-journaal is, gouden tijden hebben kunnen beleven, aangenomen dat de hedendaagse technische mogelijkheden toen aanwezig zouden kunnen zijn. Er ontstond een stortvloed aan nieuws, die al loskwam met het verhaal van twee vliegers, die in één keer de Atlantische Oceaan wilden oversteken, en er kwam nog zoveel meer dat een dagelijks journaal van een uur zonder problemen de gewenste kijkcijfers zou moeten kunnen halen. Het nieuws zou alles kunnen hebben van een serial story en de kijkers dagelijks met een hapje en drankje aan de buis kunnen kluisteren.

Affiche uit 1919 van
Brian de Kruyff Dorsen
(Wikipedia)
De Volkenbond werd officeel opgericht op basis van het Verdrag van Versailles met de bedoeling een einde aan alle oorlogen te maken, wat niet helemaal is gelukt.  In Amsterdam legden de metaalarbeiders voor een maand het werk neer om een minimumloon en een achturige werkdag te bewerkstelligen. En dan was er Charlie Chaplin, die samen met andere grootheden uit de filmwereld United Artists oprichtte. Verder ging met een dagelijkse vlucht de eerste passagiersverbinding van start tussen Berlijn en Weimar; stichtte Fokker de Nederlandse Vliegtuigfabriek en richtte Albert Plesman de Luchtvaartmaatschappij voor Nederland en Koloniën op, de latere KLM.

Die twee eerdergenoemde vliegers, de Britten John Alcock en Arthur Whitten Brown vertrokken daadwerkelijk van Newfoundland met een omgebouwde Vickers Vimy tweedekker, oorspronkelijk bedoeld als bommenwerper. Een uiterst fragiel toestel waarmee zij in de meest extreme weersomstandigheden terechtkwamen en hun tocht had vrijwel onmiddellijk alles weg van een stuntfilm. Door een gebarsten uitlaat lekten de vlammen langs het toestel, navigator Brown moest regelmatig de bril schoonvegen van piloot Alcock, die de stuurinrichting geen seconde los kon laten en zijn spectaculairste actie was wel dat hij verscheidene keren de vleugels moest opkruipen om de luchtinlaten van ijs te ontdoen. Soms bleken zij, uit de mist of een gigantische bui komend, met hun vrijwel gekapseisde vliegtuig niet meer dan twintig meter boven de zeespiegel te vliegen.
(wordt vervolgd)
nnn

dinsdag 4 november 2014

ANNA'S JAREN (32) Een lang vergeten held

Max Schmeling
(foto Wikipedia)
Een echte vechtersmentaliteit. Hij moet die ook buiten de ring hebben bezeten, want gemakkelijk zal hij het niet hebben gehad onder het nazi-regime.  Hij bereikte na de oorlog zelfs nog succes in zaken en voelde zich niet te goed voor een vriendschap met de verarmde Joe Louis. Max Schmeling, een lang vergeten held, die bijna honderd mocht worden, steunde Joe Louis financieel en betaalde na diens overlijden zijn begrafenis. Frank Sinatra had toen al twee maal voor de bokser een hartoperatie bekostigd.
Voor Jan en Jilles waren die matches tussen Louis en Schmeling een onderwerp waar zij nog vaak de mond van vol hadden. Een beetje ongemakkelijk waren die verhalen wel, als bewonderaars van Joe Louis zaten zij er een beetje mee.
De kennis achteraf bezorgde hun een bijgestelde kijk op de zaak en versterkte niet alleen hun toch al grote afkeer van de nazi’s maar ook de weerzin tegen de wijze waarop die in hun propaganda de werkelijkheid steeds maar weer geweld hadden aangedaan. Doordat zij nog zo vaak terugkwamen op die twee boksers valt er niet te ontkomen aan de indruk dat zij enigszins worstelden met een schuldgevoel ten opzichte van Schmeling, veroorzaakt doordat zij de ware toedracht niet meteen hadden onderkend. Maar hoe hadden zij dat gekund met al die valse propaganda en onvoldoende tegenspel door  de Nederlandse overheid en media?

Joe Louis is uiteindelijk vanaf 1960 in bekendheid overtroffen door Muhammad Ali,  die 56 van de 61 profpartijen won maar beter wist hoe de media te bespelen. Media die inmiddels ook nog waren uitgebreid met televisie.
Tot het zover was werden favoriete boksers en straatvechters nog vaak toegejuicht met  ‘Hup, Joe Louis!’
En dat overkwam dus ook de nieuwe leraar van de tweede Mulo-klas daar in Rotterdam-Zuid.

‘Kom op, verdedig je,’ zei hij tegen zijn uitdager maar die kreeg niet de minste gelegenheid te recupereren van de ontvangen opdoffer, want hij had de tweede al te pakken en vervolgens kreeg hij in up tempo alle hoeken van het klaslokaal te zien. In de rest van de ruimte was hij kennelijk niet meer geïnteresseerd want hij verliet nagejoeld, razendsnel de sightseeing en is nooit meer op school teruggekomen. De leraar deed zijn stropdas eventjes goed, trok zijn colbertje weer netjes aan en ging kalm verder met de les, die door de tot rust gekomen klas vol ontzag aandachtig werd gevolgd. Hij bleek achteraf een verdienstelijk amateurbokser te zijn en een prettige, zelfs onverwacht zachtmoedige leraar, die zich nooit meer heeft laten voorstaan op zijn slagvaardigheid.
De godsdienstleraar, daarentegen, kon nog wel eens last hebben van losse handjes, dat ging in één moeite door, terwijl hij ons onthaalde op teksten over gods liefde. Al sloeg hij ook wel eens mis, maar dat is een ander verhaal...

Een ‘lel voor je harses’ had je in de tijd van het interbellum in elk geval zo te pakken en lang daarna ook nog, al was het dan zogezegd uit liefde (‘dit doet mij meer pijn dan jou’, sprak vader egel tot zijn zoon), maar tegenwoordig weten wij dat lichaamsstraffen door ouders uiteindelijk vaak leiden tot agressief gedrag van kinderen. Zeker is, dat Anna’s manier van opvoeden mij beminnelijke ooms en vader hebben opgeleverd. Ook Jansje moet een lieve vrouw zijn geweest maar dat heb ik van horen zeggen, want haar heb ik nauwelijks persoonlijk gekend.
(wordt vervolgd)
 nnn

woensdag 29 oktober 2014

ANNA'S JAREN (31) 'Hup, Joe Louis!'

De leraar, een getinte man met slagen in het haar en diep in de kassen liggende ogen, een sportief uiterlijk en een opvallend soepele manier van bewegen, bleef uiterst kalm. Kennelijk was hij al voor de naarling gewaarschuwd en het lijkt zelfs niet uitgesloten dat onze klas weldoordacht juist aan deze man was toevertrouwd. Terwijl de klas gespannen toekeek ontdeed de leraar zich na de kennisgeving door ons stuk schoelje rustig van zijn colbertje en hing het netjes over de rugleuning van zijn stoel, plukte er een pluisje af en knoopte daarna de mouwen van zijn overhemd los; vervolgens sloeg hij de manchetten om en zorgde dat zijn stropdas (die droegen docenten toen) wat minder knelde, waarna hij de etterbak  uitnodigde naar voren te komen bij het schoolbord:
‘Kom maar op dan.’

De stilte in de klas was oorverdovend en de spanning snijdbaar. Maar onze uitdager kwam naar voren en koos strategisch positie op het verhoginkje voor het schoolbord, zodat hij een kop groter was dan de leraar. Hij maakte meteen een als linkse directe bedoelde armbeweging richting docent. Maar die als verrassingsstoot beoogde abductie was nog maar half onderweg toen de provocateur al een uppercut te pakken had. Van het trapje voor het bord aftuimelend keek hij verdwaasd naar de leraar terwijl de klas nu joelend de docent aanmoedigde.
Op zich al een uitzonderlijke situatie, een leraar aanmoedigen, maar boksen was, naast voetbal, in die tijd van de Crooswijkse sportschool van Theo Huizenaar, de nog steeds vereerde gentleman bokser Luc van Dam  en de ‘Dutch Windmill’ Beb Van Klaveren  ‘hot’ in Rotterdam. Een bokswedstrijdje onder schooltijd ging er best wel in en de meiden achterin de klas stonden bovenop hun banken om niets van de match te missen.
Zij gilden het hardst, net als bij een echte boksmatch waar de vrouwen daartoe weliswaar nog eens extra worden gestimuleerd door de fraai gevormde torso’s in de ring.

‘Hup, Joe Louis!’

Louis-Schmeling 1936
(Wikipedia)
Met de kreet ‘Joe Louis’ werd gerefereerd aan een Amerikaanse zwaargewicht bokser die ruim elf jaar, van 1937 tot 1949, de titel van wereldkampioen droeg. Van de zeventig wedstrijden won hij er 66. Tot ver in de jaren vijftig van de vorige eeuw werd hij gezien als de allergrootste. Een van de weinige gevechten die hij verloor was in 1936 tegen de negen jaar oudere Duitser Max Schmeling. Toen hij zich twee jaar later revancheerde, was dat zo vlak voor de Tweede Wereldoorlog een deceptie voor de nazi’s, die de propagandamachinerie volop lieten draaien en het gevecht bij voorbaat hadden gepresenteerd als voorbeeld van de suprematie van het Arische ras. Schmeling zou wel weer even winnen dachten zij, hij was immers de eerste en enige die tot dan toe Joe Louis had verslagen? Maar Schmeling ging ditmaal al in de tweede ronde neer.
Louis was een neger en de sympathieke Max Schmeling was nota bene een anti-nazi, die Joden hielp. Ondanks de directe druk die Hitler en Goebbels op hem uitoefenden, weigerde hij zijn Joods-Amerikaanse manager te ontslaan en zich te laten scheiden van zijn niet-arische vrouw. De nazi’s stuurden hem voor straf de oorlog in waar hij zwaargewond raakte, terwijl de buitenwereld nauwelijks wist van de ware gang van zaken rond Schmeling en velen hem nog lange tijd bleven zien als een der nazi’s.
(wordt vervolgd)
nnn

vrijdag 24 oktober 2014

ANNA'S JAREN (30) Pedagogie met een tik

Anna en Pieter kregen drie zonen,
Pieter Louis Cornelis, Boudewijn en Willem Frederik.  Van Willem Frederik, oom Wim, weet ik dat zij toen een prachtige tijd hadden. De armoe was ver uit zicht en de drie broers konden het wonderwel goed vinden met hun oudere halfbroers; de muzikale Jilles, die altijd met de mooiste verhalen voor de dag kwam  (zo moeder, zo zoon en met zo’n vertelsel zou Jilles zich ooit uit een precaire situatie weten te redden); de introverte, rustige maar empathische Dirk en de extraverte Jan, in zijn jonge jaren al een verwoed hengelaar, die vader van mij.
De lieve Jansje ging al snel de deur uit om te trouwen met haar geliefde en zich elders op Katendrecht te vestigen; en om nog weer later naar Crooswijk te vertrekken, terug naar de ‘roots’.

Die goede band tussen broers en halfbroers is nooit verdwenen, ook later niet, nadat Anna als bindende factor was weggevallen. De frequentie van het samenzijn werd toen wat minder maar de gezelligheid is altijd gebleven. Het zal mij altijd bijblijven met wat voor liefde iedereen sprak over Anna, die een geweldige moeder was en nooit haar stem verhief. Er viel ook nooit een klap en er werd veel gelachen als de flegmatieke Jilles vertelde, of, natuurlijk, als Anna vertelde.

‘You talk too much, Anna,
You talk too  much’.

Als het tijd werd om naar school te gaan, riep Anna eerst de buiten spelende kinderen binnen om hen de handen te laten wassen en, wat ook regelmatig gebeurde, schone kleren aan te doen. Kleine dingetjes, die nu niets bijzonders lijken maar waarmee Anna op dat moment haar tijd ver vooruit was, en dat was zij zeker op het punt dat zij nooit en te nimmer een tik uitdeelde. Kinderen slaan was algemeen gebruikelijk en hoorde onlosmakelijk bij de pedagogie van die tijd en later in de mijne was dat nog niet erg veel beter. Hoewel ook onze ouders ons nooit en te nimmer sloegen, heb ik tot zelfs in het voortgezet onderwijs de leerkrachten wel eens flinke meppen zien uitdelen.
Er werd in die tijd geen - zoals Wim Sonneveld het eens zo treffend uitdrukte - oor bij je zieltje te luisteren gelegd, een lel voor je harses kon je krijgen. 

Op een keer liep dat zelfs uit op een complete bokswedstrijd in de klas.
Het was in het tweede jaar dat onze klas werd ‘verrijkt’ met een oudere leerling, die al twee keer had gedoubleerd. Een nare, door allen gehate, agressieve klasgenoot, die iedereen terroriseerde, de meisjes schoffeerde, met de jongens vechtpartijen uitlokte en nog een valse, gemene vechter was bovendien; hij werd gemeden als de pest. Ook de docenten ontzag hij niet met zijn getreiter, zij hadden werkelijk geen leven bij hem, zelfs de grootste pestkoppen uit de klas vonden hem veel te ver gaan. 
Na de komst van een nieuwe leraar probeerde hij hem meteen uit, bleef hem jennen en ging zelfs zover dat hij liet weten de docent graag een kaakslag te willen verkopen.
Maar nu had hij toch even niet opgelet...
(wordt vervolgd)
nnn

zondag 19 oktober 2014

ANNA'S JAREN (29) Keizerlijke houtkapper, blijvende prostitutie en op naar de 'Roaring Twenties'

Omdat het de Duitse keizer duidelijk was geworden dat hij van zijn generaals geen steun kon verwachten, kwam hij via België  met de vluchtelingen mee naar Nederland maar hij kreeg wel een iets beter optrekje dan de anderen. Hij vond een voorlopig onderkomen in kasteel Amerongen waar hij overigens wel goed moest opletten tijdens de logeerpartij, want er werd daar enkele malen een poging tot aanslag op zijn leven gedaan.
Een mens komt ook nooit aan zijn rust toe. 

Keizer Wilhelm II
(Wikipedia)
Nadat de Nederlandse regering geen gehoor had gegeven aan het uitleveringsverzoek van de landen Engeland, Frankrijk en Italië die hem wilden berechten als oorlogsmisdadiger kocht Wilhelm II Huis Doorn aan. Hij mocht blijven maar zich niet vrij bewegen, waardoor hij zich tot aan zijn dood moest zien te vermaken met bomen kappen, houthakken en houtzagen. Het bosrijke landgoed van Huis Doorn begon daardoor langzamerhand op een slagveld te lijken, waardoor hij zich mogelijkerwijs iets beter thuis voelde. Maar het moet gezegd: hij dacht soms aan de toekomst en plantte dan ook wel weer eens een boompje. 
Verder was het afgelopen met macht en jacht.
Huis Doorn werd later een museum waar wij ooit eens zijn gaan kijken. Betreurend dat Anna dit niet meer kon zien, vergaapten mijn ouders zich met gemengde gevoelens aan de rijkdom. Wilhelm II had destijds meubilair en wat kleinoden naar zijn ballingsoord laten brengen, 59 wagonladingen bij elkaar. Ik vond het vooral een muffe met dure wansmaak volgepropte toestand in Huis Doorn.

Dat die grote oorlog eindelijk voorbij was betekende nog niet dat de ellende in Europa was te overzien met ongeveer acht miljoen gesneuvelden, die vijf miljoen weduwen en negen miljoen wezen achterlieten, en vijftien miljoen zwaargewonde soldaten als eindresultaat. Daarbij had de oorlog ook nog eens de omstandigheden geschapen waarin Hitler het zou kunnen brengen tot de grote Führer.
En de griepepidemie trof niet alleen Rotterdam maar de gehele, verzwakte Europese bevolking en kostte naar schatting ook nog eens zo’n twintig miljoen mensen het leven.
Wel kwam er, zij het niet zonder slag of stoot, in Nederland langzamerhand eindelijk een verbetering van de sociale wetgeving tot stand met de achturige werkdag en de 45-urige werkweek.

Die prostitutie uit de Rotterdamse Polder  was na de sloop ook niet verdwenen zoals gehoopt door de vroede vaderen, want die had de kop onmiddellijk weer opgestoken, nu aan de Schiedamsedijk. Hier zou pas een kleine dertig jaar later het Duitse bombardement de bedrijfstak met wortel en al lijken te vernietigen. Waarna het onkruid later toch weer zou opkomen, maar dan in Anna’s Katendrecht waar de sfeer van ‘het leven’ tot dan toe veel gemoedelijker was. In de behoorlijk ingerichte cafés kon je rustig als gewone bezoeker komen. Getippeld werd er niet en mannen uit de omgeving werden niet lastig gevallen, souteneurs waren er nauwelijks, de vrouwen deden hun werk zelfstandig in de late uurtjes, gericht op zeelui en vaste klanten.
Maar dat had dus zijn langste tijd gehad.

De ‘Roaring Twenties’ stonden voor de deur, andere tijden die gelukkig voor Anna eindelijk ook betere tijden zouden worden.
Pieter L.C. kwam uit Middelburg, hij had ouders die in redelijke welstand verkeerden en daarbij had Pieter als varensgezel  (‘ons Zeeuwen, ons bin zunnig’)  genoeg geld bij elkaar weten te krijgen om een café te beginnen. Eerst zou  in de Rotterdamse Afrikaanderwijk, op de hoek van de Parallelweg en de straat waar ik later ben geboren, een café worden geopend en na enige tijd op Katendrecht, waar Anna en Pieter uiteindelijk zouden gaan wonen.
(wordt vervolgd)
nnn

dinsdag 14 oktober 2014

ANNA'S JAREN (28) Revolutie, vrede en een kunstschilder die een andere weg koos.

Dat alle begin moeilijk is, geldt in hoge mate voor de beeldend kunstenaar. Menige, grote kunstenaar heeft pas aan het eind van zijn leven enige erkenning mogen genieten of zelfs nooit, terwijl na zijn dood zijn werk miljoenen ging opbrengen.
Met die keiharde werkelijkheid werd een te Braunau in Oostenrijk-Hongarije geboren jonge kunstschilder geconfronteerd toen hij tot tweemaal toe en tot zijn uiterste verbazing door de Weense Kunstacademie werd afgewezen. ‘Wegens gebrek aan talent’ nota bene. En dat, terwijl hij alles in zich had om tot de grootsten ter wereld te gaan behoren - vond hij zelf. En nu, gedesillusioneerd door die afwijzing raakte hij geheel van slag en wist hij gedurende lange tijd totaal niets meer van zijn leven te maken, een enkele keer verkocht hij een schilderijtje en daar hield het dan ook mee op.
Maar er kwam een kentering toen hij de miltaire dienst in Oostenrijk ontdook en, nadat de autoriteiten hem op het spoor kwamen, in 1913 naar het door hem bewonderde Duitsland vluchtte. Naar München. 
Toen de Eerste Wereldoorlog uitbrak, raakte de tot grote kunstenaar voorbestemde man inmiddels al helemaal geen penseel meer aan en trad nu opeens wel in dienst. Als ordonnans had hij aan het front een uiterst gevaarlijke taak, die hij naar zijn zeggen met grote moed vervulde. Hij raakte dan ook meermaals gewond en werd tweemaal gedecoreerd met het IJzeren Kruis.

In Leningrad was ongeveer in die periode de februari revolutie uitgebroken en later waren de Russische tsaar Nicolaas II  en zijn gezin op last van de nieuwe Sovjetleiders gefusilleerd in Jekaterinenburg, nadat zij anderhalf jaar in ballingschap hadden geleefd.
Daarna was de  Eerste Wereldoorlog uitgelopen op een wapenstilsstand om tenslotte officieel te eindigen met de ondertekening door de Duitsers van het Verdrag van Versailles.

En Anna vertelde dat Rotterdam destijds in rep en roer was toen Pieter Jelle Toelstra  naar de stad kwam omdat daar de socialistische aanhang groot was onder de arbeiders; hij riep er geïnspireerd door de omwentelingen in Duitsland en Rusland op tot revolutie en dat bracht  heel wat toestanden met zich mee in de stad. Om niet te spreken van paniek.
Het Rotterdamse stadsbestuur liet het stadhuis en veel openbare gebouwen bewaken door militairen en beperkte de verkoop van sterke drank. Kerken riepen hun gelovigen op de regering en Oranje trouw te blijven. De monarchie in Nederland leek heel even te wankelen maar bleef stevig gehandhaafd, zoals wij weten. 
En ook kwam er weer een nieuwe Oost-Europese vluchtelingenstroom op gang, nu door de revoluties die daar waren uitgebroken. 
Het Duitse keizerrijk hield op te bestaan, de keizer werd afgezet en in Weimar werd de republiek uitgeroepen. De eerste Duitse democratie, en daar hield keizer Wilhelm II niet van en onze veelbelovende kunstschilder ook niet trouwens.

Die dappere frontsoldaat, die ooit als kunstschilder beroemd had kunnen worden, bleef nog enige tijd uit geldgebrek in dienst en zwaaide af zoals hij zijn diensttijd was begonnen, als korporaal. Ondanks zijn moedige daden was hij nooit bevorderd omdat het hem volgens zijn superieuren ontbrak aan leidinggevende capaciteiten. Hij besloot de politiek in te gaan en sloot zich aan bij de DAP, de latere NSDAP. 
Vanaf dat moment ging de wereld dan toch nog van hem horen: Hitler  was de naam, Adolf Hitler.

(Foto Wikipedia)

(wordt vervolgd)
nnn