maandag 24 november 2014

ANNA'S JAREN (36) Vernieuwende kunst in het Rotterdam van de twenties

De overkill aan informatie die op ons afkomt. Tegenwoordig kunnen wij er wel eens over klagen maar zo’n geschiedenis van die twee boksers, Louis en Schmeding, geeft toch wel de noodzaak aan van pluriformiteit in de media. 
J.C.Bloem
(foto Wikipedia)
Die veelvormigheid was toen gering maar toch, een begin was er. Anna en Pieter L.C. plaatsten in elk geval net als de concurrentie in hun café een leestafel met wat bladen, nog maar een fractie van het huidige aanbod. Een van de populairste weekbladen was ‘Het Leven’ dat al in 1906 voor het eerst uitkwam, verder was er de vanaf 1913 uitgegeven ‘Panorama’, een oorspronkelijk rooms-katholiek familieweekblad, dat later zou uitgroeien tot een mannenblad voor ook bij de kapper. En een blad dat vooral bij de kapper was te vinden, was 'De Lach’, dat midden in de twenties voor het eerst uitkwam, met veel foto’s van, voor zover dat toen toelaatbaar was, schaars geklede vrouwelijke filmsterren en melige grappen. 
Er was ook een favoriete krant: ‘De Voorwaarts’, het latere ‘Het Vrije Volk’. Bij een veel oudere krant, de ‘Nieuwe Rotterdamsche Courant’, was  de letterkundige J.C. Bloem  (‘Domweg gelukkig, in de Dapperstraat’) vanaf 1920 redacteur. De hoofdredactie had er zeven jaar voor nodig om te ontdekken dat het hem ontbrak aan ijver en na een aantal conflicten werd hij ontslagen.

Het Rotterdamse bleef in de jaren twintig niet verstoken van het literaire leven, al was dat dan verborgen in de steedse drukte. Diezelfde J.C. Bloem vond het voor een kunstenaar een bij uitstek geschikte stad, niet door ‘wat het had, maar door wat het miste’.  De kunstenaar werd er vooral met rust gelaten en Bloem vond dat die er verlorener was dan in Parijs. Zo zie je maar, je hoeft het niet altijd ver te zoeken.
Ter Braak en Victor van Vriesland  woonden er ook, de laatste was na Bloem zeven jaar lang redacteur letteren en kunst bij de NRC. Maar er gebeurde langzamerhand meer, er werd in Rotterdam vernieuwend gewerkt op het gebied van architectuur, film, fotografie en typografie door mensen die later een grote naam kregen, als bijvoorbeeld J.J.P. Oud, Joris Ivens, Jan Kamman, Paul Schuitema , Piet Zwart  en Gerrit Kiljan.

De als kunstschilder opgeleide Jan Kamman speelde een grote rol in de opkomst van de Nieuwe Fotografie in Nederland, was niet bang van een experiment, creatief architectuurfotograaf  en fotografisch vertolker van het ‘Nieuwe Bouwen’, waartoe onder andere het Feyenoordstadion en de Van Nellefabriek behoren.  Hij deed ook reclamewerk, dat voor die tijd op hoog peil stond. Het bombardement op Rotterdam van 1940 kostte hem zijn studio inclusief archief. Na de Tweede Wereldoorlog begon hij weer te tekenen en te schilderen. Later heeft hij ook nog les gegeven aan de Academie van Beeldende Kunsten, waarmee de geschiedenis voor mij gelijk dichterbij kwam want dat deed hij nog in mijn academietijd zodat ik het genoegen heb mogen smaken een jaartje fotografieles van hem te krijgen. Ik leerde hem kennen als een aimabele, nog steeds gedreven man met mooie verhalen over de primitieve omstandigheden in de fotografie van vroeger, waarbij het een keer was voorgekomen dat er bij een productfoto een belichtingstijd van twaalf uur nodig was. Zelfs toen al (1960) vonden wij dat ongelooflijk, even stilzitten...
(wordt vervolgd)
nnn

Geen opmerkingen:

Een reactie posten