Rotterdam anno 2016. Zij staan er nog, de woningen van Wielewaal, na vijfenzestig jaar. Het was
echter wel degelijk de bedoeling ze na vijfentwintig jaar te slopen. Nu nog vormen
zij, danig in verval, een geïsoleerde wijk van 540 woningen zonder winkels in
de directe omgeving en verstoken van voorzieningen, waarvan echte
nieuwbouwwijken profiteren. De huurders nemen de ongemakken van de abominabele
bouw voor lief omdat er lage huren tegenover staan en het er onstads groen is.
Maar het moet nu dan toch afgelopen zijn met Wielewaal en er moet een
gefaseerde nieuwbouw komen, te beginnen met seniorenflats. Daar is een
bouwperiode van tien jaar voor nodig.
In het
voorjaar van 1942 had het Duitse leger alles in het werk gesteld om zich in
Rusland te revancheren, het veroveren van de olievelden in de Kaukasus, van
groot belang voor het Russische leger en de industrie had daarbij een hoge
prioriteit. Aanvankelijk was de Duitse strategie succesvol en waren grote delen
van het Russische leger omsingeld. In Nederland was de ‘Nederlandsche
Oost-Compagnie’ opgericht, een organisatie die moest gaan zorgen voor de
wederopbouw in de door de Duitsers op Rusland veroverde gebieden. Rost van
Tonningen was er bij betrokken en enkele honderden Nederlanders, veelal
NSB’ers, waren vertrokken naar de Oekraïne.
Maar nadat de gebieden door de Russen
waren heroverd zat er voor hen niets anders op dan naar Duitsland af te reizen.
Eind mei
kwamen massale bombardementen op Duitse steden door de Britten; Keulen werd het
eerst getroffen, en de Amerikanen stopten de Japanse opmars in de Grote Oceaan.
Een lichtpuntje, dat werd overschaduwd door de verovering van Tobroek door Erwin
Rommels Afrika-korps. De buit aan wapens en voorraden was enorm en er werden 25
duizend Britten krijgsgevangen gemaakt. Maar de hierop door Churchill tot
bevelhebber van het Achtste Leger benoemde generaal Bernard Law Montgomery beloofde voorgoed met ‘die lastpost Rommel’
te gaan afrekenen.
(Afb.: Wikipedia) |
Terwijl in
Europa vele Joden wanhopig probeerden de dood te ontlopen door te bewijzen geen
Jood te zijn – ‘arisering’ werd dat proces genoemd – nam in Amerika Bing Crosby midden in de zomer ‘I’m Dreaming Of A White Christmas’ op. Alsof
er geen oorlog was, alsof het daar niet kokendheet was op dat tijdstip, alsof
Europa niet van iets anders droomde. Wat niet wegneemt dat het nummer tot op
heden met de Kerst nog steeds niet is weg te branden op de radio. En dat is des
te merkwaardiger omdat Bing Crosby de omwenteling in de lichte muziek,
veroorzaakt door pop en rock, verder totaal niet overleefde; anders dan zijn
generatiegenoten Billie Holiday en Frank Sinatra, die nog steeds van invloed
zijn. Dat een grootheid als Ella Fitzgerald daarin weinig meedeelt komt waarschijnlijk
doordat zij het vooral van haar virtuositeit moest hebben.
Niet van
een witte kerst maar van andere tijden droomden zij. Zo’n acht jaar eerder
waren zij vanuit Frankfurt am Main naar Amsterdam gekomen, om te ontkomen aan
de vervolging door de nazi’s. En nu moesten zij ook daar onderduiken nadat het Otto Frank niet was gelukt om met zijn
gezin naar Amerika te emigreren. Het moment van onderduiken door de familie
Frank was geen dag te vroeg gekozen, want het was niet alleen in Rotterdam dat
veel politiemannen niet zuiver op de graat waren. De situatie in Amsterdam was
zo mogelijk zelfs nog ijzingwekkender. Hier zette de hoofdcommissaris Sybren Tulp een bataljon in om Joden te
pakken.
Amper
dertien jaar was dochtertje Anne toen de familie Frank wegkroop in het
achterhuis, verstopt achter een boekenkast die de toegang vanuit het voorhuis
camoufleerde. In dat voorhuis werkte het personeel van Otto Franks bedrijf
‘Opekta’ en enkele van de medewerkers wisten van de onderduikers. Ruim twee
jaar van hun leven zouden acht mensen op deze plek doorbrengen, de familie
Frank, de familie Van Pels en de
tandarts Pfeffer. Twee jaar, tot het
verraad in 1944. Twee jaar, waarin Anne Frank haar beroemde dagboek zou
schrijven om na dat verraad plotseling te stoppen.
Miep Gies, een van de helpers van de
familie Frank, had Annes dagboekaantekeningen veiliggesteld en aan Otto Frank
gegeven. Annes vader, de enige die de oorlog heeft overleefd, moest
aanvankelijk grote moeite doen om het dagboek van Anne uitgegeven te krijgen.
In 1947 kwam de eerste, door hem geredigeerde uitgave. De mondiale populariteit
van het boek kwam pas jaren later, nadat het theaterstuk ‘Anne’ in New York een
succes was geworden.
In de
tv-documentaire ‘De magie van het dagboek van Anne Frank’, waarmee Astrid Joosten in 2015 kwam, belicht zij
hoe omvangrijk uiteindelijk de invloed van Annes werk is geworden. Zeventig
jaar na Annes dood waren er 35 miljoen exemplaren in druk verschenen. In
Argentinië werd het boek na de val van Videla’s gruwelijke dictatuur verplichte
lectuur op school, evenals in verschillende staten van de VS, waar het
onderdeel uitmaakt van de voorlichting over de Holocaust.
Sinds 2009
staat Annes dagboek op de Werelderfgoedlijst voor documenten van de UNESCO.
(wordt
vervolgd)
nnn