De
Rotterdammer kon best wel ‘groos’ zijn, want dat ‘prul-stedeke van puur
klootjesvolk’ had inmiddels dan toch maar het hoogste kantoorgebouw van Europa,
de eerste Nederlandse politievrouw en de grootste haven van de wereld.
De stad
kon zich inmiddels alweer opmaken voor een nieuw fenomeen waarmee rekening
moest worden gehouden; de wereld raakte in beweging, hele groeperingen
verhuisden niet meer zozeer van platteland naar stad maar van het ene land naar
het andere. Vanaf
Anna’s geboortejaar tot 1914 waren veel Oost-Europese joden hun land ontvlucht
vanwege het antisemitisme.
Een stroom
politieke vluchtelingen, die grotendeels aan Nederland voorbijging. Maar
Rotterdam kreeg er wel mee te maken doordat vanuit die stad jaarlijks
tienduizenden de oversteek naar Amerika maakten met de Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart Maatschappij (NASM), de
latere Holland-Amerika Lijn. Die maatschappij
zag zich genoodzaakt om aan de Wilhelminakade een hotel te openen voor de
landverhuizers, die vaak onder erbarmelijke omstandigheden in Rotterdam
aankwamen, passagebiljetten hadden ze niet zelden gekregen van relaties in
Amerika. Verder bezaten zij nauwelijks iets. De Rotterdamse joodse gemeenschap
had de vereniging Montefiore
opgericht die hulp en tijdelijk onderdak bood.
Amerika
had regelingen met Europa getroffen op het gebied van immigratie en
landverhuizers uit Europa trokken naar dat land, ook veel Ieren en Schotten
maakten in de twintigste eeuw gebruik van de mogelijkheid in de
veronderstelling dat zij nergens zoveel mogelijkheden voor het opbouwen van een
betere toekomst zouden vinden als juist in dat land waar ‘iedere krantenjongen
miljonair kan worden’. Een zorgvuldig opgebouwde mythe, want tot op heden zijn
de bewoners van het land waar de professionele reclame min of meer is
uitgevonden en ‘waar alles groter en mooier is dan in de rest van de wereld’
nergens beter in dan het in creëren van een positieve beeldvorming over het
leven in die Verenigde Staten. De werkelijkheid kon toen en kan ook nu nog
steeds wel eens lelijk tegenvallen.
De grote
hoeveelheid gelukszoekers, zoals ze tegenwoordig worden genoemd - alsof dat een
aparte categorie mensen is - vormden een belangrijke inkomstenbron voor de
rederijen, de behoefte aan geschikte schepen nam toe en de scheepsbouw bloeide
op waarbij ernaar werd gestreefd steeds grotere en snellere passagiersschepen
te leveren.
In Belfast
werd een schip te water gelaten dat met recht een zeekasteel kan worden genoemd, de ruimtelijke indeling bij een lengte van 269 meter maakte dat het
schip als het grootste passagiersschip ter wereld gold.
De Titanic werd wereldnieuws.
(wordt vervolgd)
nnn
Geen opmerkingen:
Een reactie posten