zondag 24 april 2016

ANNA'S JAREN (138) - Verdriet en flakkerende hoop

Het was Driekoningen toen Anna haar enige dochter verloor. Anna, die nog steeds in onzekerheid verkeerde over haar zoon Dirk en ook al een tijdje moest aanzien dat haar op één na jongste zoon door die ellendige oorlog uit balans raakte. De zachtaardige, getalenteerde en muzikale Boudewijn ging een min of meer zwervend bestaan leiden. Vaak zou het voor iedereen een raadsel zijn waar hij zich ophield. Verkeerde partnerkeuzes zouden hem de komende jaren ook nog niet bepaald een gelukkig bestaan gaan opleveren. Pas toen hij de middelbare leeftijd bereikte zou de rust in het leven komen van de man die in de jaren na de oorlog in de renovatiebouw de prachtigste dingen uit zijn handen kon laten komen. Maar eer het zover zou zijn had Anna heel wat tijd en zorg besteed aan zijn kinderen als weer eens zo’n serpent hem daarmee had laten zitten.
Anna’s immense verdriet is voor mij uit beeld gebleven, de begrafenis van Jansje was volgens de gewoonte van toen een zaak voor volwassenen. De dag dat die plaatsvond nam Rieka’s moeder, ‘opoe-van-om-de-hoek’ mij onder haar hoede. Iets wat zij wel vaker deed als Jan en Rieka tegelijkertijd afwezig waren.

Toen het grote verdriet zich meester maakte van de familie waren wij net over de drempel van het jaar dat er even hoop gloorde. Verdriet en hoop tegelijkertijd, dat wrong aan alle kanten. Die hoop flakkerde doordat er een keerpunt kwam in de oorlog. Het Zesde Duitse leger was bij Stalingrad al geruime tijd omsingeld door de Russen en de uitgehongerde soldaten gingen de strijd verliezen. Het Rode Leger maakte 91 duizend Duitsers krijgsgevangen, waarvan slechts zesduizend man de gevangenschap zouden overleven. Het nieuws werd zo lang mogelijk weggehouden voor de Duitse bevolking. De slag ging voor Hitler verder nog harder aankomen doordat de Russen gebieden bleven terugveroveren. ‘In de Oost-Kaukasus trekt men zich volgens plan terug’, berichtte de Duitse persdienst. Langzamerhand wist de Nederlander wel hoe dat te interpreteren en in het fluistercircuit circuleerden al lang berichten die wezen op een Duits verval van krachten. Dat alle Duitse mannen en vrouwen verplicht werden zich te melden voor taken bij de landsverdediging wees ook duidelijk in die richting. Zelfs Goebbels propagandagebral wist langzamerhand een zorgelijke ondertoon niet meer te verbergen. 
De nazi’s hadden als verjaardagscadeautje voor Hitler ook nog eens bedacht dat het land op dat feestelijke moment ‘Judenrein’ zou zijn. Dat werkte averechts en veroorzaakte zelfs een groeiende weerstand bij een deel van de eigen bevolking, dat de beestachtige behandeling van Joden die met vrachtwagens tegelijk als slachtvee werden afgevoerd niet meer kon aanzien.

Aus der Fünten
(Foto: Wikipedia)
Terwijl het verzet in Nederland door de berichtgeving over de tanende macht van de nazi’s sterk gemotiveerd raakte en de acties begon op te voeren, gingen de Duitsers hier pas echt huishouden. Zij voerden personeel en de bijna twaalfhonderd patiënten af uit het Joodse krankzinnigengesticht ‘Het Apeldoornse Bosch’. Alle patiënten, zowel kinderen als ouderen, werden met hun verzorgers in een koude januarinacht in veewagens geladen en weggevoerd naar gereedstaande wagons. Met bestemming Auschwitz. Slechts enkele verplegers en verpleegsters wisten zich aan de deportatie te onttrekken door een schuilplaats te zoeken in de uitgestrekte bossen rondom de inrichting. Anderen wilden hun patiënten niet aan hun lot overlaten. Ferdinand Aus der Fünten, die in Amsterdam leidinggaf aan de Jodenvervolging, leidde de operatie op beestachtige wijze. Na de oorlog zou hij dan ook de doodstraf krijgen, door gewetensbezwaren van koningin Juliana omgezet in levenslang. Uit te zitten in Breda, als een van de vier daar.

De Duitsers begonnen artsen voor het tuchtcollege te roepen. Die artsen hadden steeds meer moeite gekregen met de maatregelen die de Duitsers troffen en om verzet te bieden verenigden zij zich in ‘Medisch Contact’, opgericht in het stationskoffiehuis van Zutphen. ‘Medisch Contact’ werd de ondergrondse opvolger van de inmiddels ontbonden ‘Nederlandse Maatschappij voor Geneeskunst’. Er werd gecommuniceerd door middel van zogenaamde ‘estafetteberichten’, die steeds werden overgeschreven en daarna vernietigd. Ook werden er berichten mondeling doorgegeven. Een slim en succesvol systeem, waardoor artsen elkaar onderling niet als lid konden herkennen en dus ook niet konden verraden. Ieder wist slechts van de persoon van wie hij bericht kreeg en de persoon aan wie hij het opnieuw geschreven bericht doorgaf. Waar de informatie vandaan kwam, bleef onbekend. Het systeem werkte snel en efficiënt, iedereen was binnen één dag op de hoogte. Wat ‘Medisch Contact’ in zijn totaliteit deed, zou echter zelfs voor de leden pas na oorlogstijd duidelijk worden. Buitengewoon schokkend was dat niet en de Duitsers hadden de artsen dan ook niet erg gevaarlijk gevonden, maar wel zeer lastig. Er werden natuurlijk toch nog weleens berichten onderschept maar veel konden de Duitsers er niet mee.
Zij behandelden de artsen in zijn algemeenheid toch wel omzichtig omdat zij het risico van een verstoring van de volksgezondheid en de onrust die deze met zich mee zou kunnen brengen niet wilden lopen.
 (wordt vervolgd)
nnn


Geen opmerkingen:

Een reactie posten