Het was
Driekoningen toen Anna haar enige dochter verloor. Anna, die nog steeds in
onzekerheid verkeerde over haar zoon Dirk en ook al een tijdje moest aanzien
dat haar op één na jongste zoon door die ellendige oorlog uit balans raakte. De
zachtaardige, getalenteerde en muzikale Boudewijn ging een min of meer zwervend
bestaan leiden. Vaak zou het voor iedereen een raadsel zijn waar hij zich
ophield. Verkeerde partnerkeuzes zouden hem de komende jaren ook nog niet
bepaald een gelukkig bestaan gaan opleveren. Pas toen hij de middelbare
leeftijd bereikte zou de rust in het leven komen van de man die in de jaren na
de oorlog in de renovatiebouw de prachtigste dingen uit zijn handen kon laten
komen. Maar eer het zover zou zijn had Anna heel wat tijd en zorg besteed aan
zijn kinderen als weer eens zo’n serpent hem daarmee had laten zitten.
Anna’s
immense verdriet is voor mij uit beeld gebleven, de begrafenis van Jansje was volgens
de gewoonte van toen een zaak voor volwassenen. De dag dat die plaatsvond nam
Rieka’s moeder, ‘opoe-van-om-de-hoek’ mij onder haar hoede. Iets wat zij wel
vaker deed als Jan en Rieka tegelijkertijd afwezig waren.
Toen het
grote verdriet zich meester maakte van de familie waren wij net over de drempel
van het jaar dat er even hoop gloorde. Verdriet en hoop tegelijkertijd, dat wrong
aan alle kanten. Die hoop flakkerde doordat er een keerpunt kwam in de oorlog.
Het Zesde Duitse leger was bij Stalingrad al geruime tijd omsingeld door de
Russen en de uitgehongerde soldaten gingen de strijd verliezen. Het Rode Leger
maakte 91 duizend Duitsers krijgsgevangen, waarvan slechts zesduizend man de
gevangenschap zouden overleven. Het nieuws werd zo lang mogelijk weggehouden
voor de Duitse bevolking. De slag ging voor Hitler verder nog harder aankomen
doordat de Russen gebieden bleven terugveroveren. ‘In de Oost-Kaukasus trekt
men zich volgens plan terug’, berichtte de Duitse persdienst. Langzamerhand
wist de Nederlander wel hoe dat te interpreteren en in het fluistercircuit
circuleerden al lang berichten die wezen op een Duits verval van krachten. Dat
alle Duitse mannen en vrouwen verplicht werden zich te melden voor taken bij de
landsverdediging wees ook duidelijk in die richting. Zelfs Goebbels
propagandagebral wist langzamerhand een zorgelijke ondertoon niet meer te verbergen.
De nazi’s
hadden als verjaardagscadeautje voor Hitler ook nog eens bedacht dat het land
op dat feestelijke moment ‘Judenrein’ zou zijn. Dat werkte averechts en veroorzaakte
zelfs een groeiende weerstand bij een deel van de eigen bevolking, dat de
beestachtige behandeling van Joden die met vrachtwagens tegelijk als slachtvee werden
afgevoerd niet meer kon aanzien.
Aus der Fünten (Foto: Wikipedia) |
Terwijl
het verzet in Nederland door de berichtgeving over de tanende macht van de
nazi’s sterk gemotiveerd raakte en de acties begon op te voeren, gingen de Duitsers
hier pas echt huishouden. Zij voerden personeel en de bijna twaalfhonderd
patiënten af uit het Joodse krankzinnigengesticht ‘Het Apeldoornse Bosch’. Alle
patiënten, zowel kinderen als ouderen, werden met hun verzorgers in een koude januarinacht
in veewagens geladen en weggevoerd naar gereedstaande wagons. Met bestemming
Auschwitz. Slechts enkele verplegers en verpleegsters wisten zich aan de
deportatie te onttrekken door een schuilplaats te zoeken in de uitgestrekte
bossen rondom de inrichting. Anderen wilden hun patiënten niet aan hun lot
overlaten. Ferdinand Aus der Fünten, die in Amsterdam leidinggaf
aan de Jodenvervolging, leidde de operatie op beestachtige wijze. Na de oorlog
zou hij dan ook de doodstraf krijgen, door gewetensbezwaren van koningin
Juliana omgezet in levenslang. Uit te zitten in Breda, als een van de vier daar.
De
Duitsers begonnen artsen voor het tuchtcollege te roepen. Die artsen hadden
steeds meer moeite gekregen met de maatregelen die de Duitsers troffen en om
verzet te bieden verenigden zij zich in ‘Medisch Contact’, opgericht in het
stationskoffiehuis van Zutphen. ‘Medisch Contact’ werd de ondergrondse opvolger
van de inmiddels ontbonden ‘Nederlandse Maatschappij voor Geneeskunst’. Er werd
gecommuniceerd door middel van zogenaamde ‘estafetteberichten’, die steeds
werden overgeschreven en daarna vernietigd. Ook werden er berichten mondeling
doorgegeven. Een slim en succesvol systeem, waardoor artsen elkaar onderling
niet als lid konden herkennen en dus ook niet konden verraden. Ieder wist
slechts van de persoon van wie hij bericht kreeg en de persoon aan wie hij het
opnieuw geschreven bericht doorgaf. Waar de informatie vandaan kwam, bleef
onbekend. Het systeem werkte snel en efficiënt, iedereen was binnen één dag op
de hoogte. Wat ‘Medisch Contact’ in zijn totaliteit deed, zou echter zelfs voor
de leden pas na oorlogstijd duidelijk worden. Buitengewoon schokkend was dat
niet en de Duitsers hadden de artsen dan ook niet erg gevaarlijk gevonden, maar
wel zeer lastig. Er werden natuurlijk toch nog weleens berichten onderschept
maar veel konden de Duitsers er niet mee.
Zij
behandelden de artsen in zijn algemeenheid toch wel omzichtig omdat zij het
risico van een verstoring van de volksgezondheid en de onrust die deze met zich
mee zou kunnen brengen niet wilden lopen.
(wordt vervolgd)
nnn
Geen opmerkingen:
Een reactie posten