Weer die oorlog. Rauter vond dat hij zich niet schuldig had
gemaakt aan oorlogsmisdaden. Hij werd ter dood veroordeeld.
De Wereldgezondheidsorganisatie werd opgericht. Koningin
Wilhelmina maakte bekend dat zij na haar gouden regeringsjubileum zou
terugtreden.
Ben Gurion (Foto: Wikipedia) |
Bij het einde van het Britse mandaat over Palestina riep
David Ben Gurion de staat Israël uit. Hij werd de eerste premier. Ruim een week
later bombardeerde de Egyptische luchtmacht Tel Aviv en omgeving. Meer
Arabische landen vielen Israël aan, dat onmiddellijk terugsloeg. Oost-Jeruzalem
werd bezet door de Arabieren.
In de westelijke bezettingszones
van Duitsland werd de Reichsmark vervangen door de D-Mark. De Russen kondigden
meteen een eigen munt aan voor de Oostzone. De bevolking protesteerde.
Ed Sullivan begon
op de zondagavonden met zijn Late Night
Show. Bekende artiesten als Elvis Presley, The Rolling Stones en The
Beatles zouden erin optreden. Voor Diana Ross and the Supremes, The Jackson
Five, The Doors, Janis Joplin en Bob Dylan betekende de show een succesvol
begin.
In de
Afrikaanderwijk spande een slagerszoon zich in om kinderen van de straat houden.
Hij begon een padvindersgroep in zijn vaders kelderruimte op de hoek van de Steinwegstraat.
Ik deed mee en leerde ijverig platte knopen, mastworpen en paalsteken maken,
hoe je je schoenen poetste en je best deed voor akela. Enkele jaren nadat de
welpenpet was vervangen door de verkennershoed, vond ik het welletjes. Dat
gedoe met verkennersstokken. Tijdens een fietstocht raakte mijn stok de spaken
van het voorwiel en maakte ik een doodsmak waarbij een wenkbrauw openspleet op
een stoeprand. Met vier hechtingen in – en een soort tulband om – het hoofd
maakte ik andere plannen voor de toekomst en zocht de havens op om rond te
schooien en door vloekende arbeiders weer te worden weggewerkt. Het was voor
hen zelf al gevaarlijk genoeg in die door oorlogshandelingen verwoeste
werkomgeving. Of, misschien was er ook nog weleens een andere reden.
Aan de
Rijnhaven zijn werklui in de weer met slijptollen. Nieuwsgierig kom ik
dichterbij, geobsedeerd door dat elektrische gereedschap. Iets nieuws, wij zijn
niet zo veel gewend. Meteen zie ik een van een uiterst onsympathieke kop
voorziene werkbaas op mij af stuiven. Door zijn agressieve uitstraling deins ik
terug. Hij versnelt zijn pas, ik weet zeker dat hij niets goeds met mij voor
heeft. Hij springt op een fiets, ik ren weg alsof mijn leven ervan afhangt.
Naar de
Hilledijk, een echte dijk al is er geen Hille meer, waarvan je alleen via
steile trappen onze buurt in kunt komen, een handicap voor een fietser. Naar de
dichtstbijzijnde trap. Mijn achtervolger heeft dat meteen door en snijdt mij de
pas af. Hij is nu rechts naast mij. Listig maak ik een bocht naar links alsof
ik daar de Hillestraat in wil, aan die kant is geen trap. De man tuint erin en
maakt een scherpe bocht naar links om mij weer voor te zijn. Een te scherpe
bocht, zijn stuur slaat om, hij zet een voet aan de grond, staat een moment
stil. Ik zie mijn kans schoon, ren achter hem langs terug naar de laatste trap
aan de rechterkant, ga die af als een speer, de straat in waar ik woon.
Ik ben hem
te vlug af maar kan bijna niet meer. Mijn keel voelt rauw, mijn zij begint op
te spelen, het zweet loopt in mijn ogen en van vermoeidheid knik ik bij elke
stap door de knieën. Ik neem gas terug, hij zal het er nu wel bij laten. Als ik
omkijk, zie ik hem in volle vaart doorrijden. Ik begrijp dat de etterbol
omrijdt met de bedoeling mij aan de andere kant van de straat op te vangen. Dan
maar bij de waterstoker naar binnen. Op het moment dat ik daar aan de deur
morrel, zie ik mijn achtervolger toch de trap afkomen, met de fiets aan de
schouder. De waterstoker is gesloten. Weer rennen in de hoop dat aan de
overkant onze buitendeur openstaat. Niet dus. De hoek om. Gelukkig, in de Paul
Krugerstaat staat een buitendeur op een kier. Naar binnen, deur dicht en door
de brievenbus kijken. Daar schiet hij voorbij. Ik kan niet meer, alles om mij
heen ziet grauw. Ik stort neer op de trap, vlekken dwarrelen voor de ogen.
Er komt iemand
naar beneden.
‘Wat mot dat hier joh, jij hoort hier niet thuis!’
Hortend en
stotend vertel ik wat er is gebeurd.
‘En jij deed niks natuurlijk?’
‘Nee, echt niet, ik wou alleen maar even naar die slijptollen
kijken.’
‘Nou, weet je wat, ik mot toch nog effe een bukkie maken en
dan kijk ik gelijk wel effe de hei over.’
‘Buksjek’
werd in de allerslechtste tijden gemaakt van opgeraapte peuken en nog vaak werd
een met de hand gerolde sigaret een ‘buksjekkie’ genoemd.
De man
laat de buitendeur half open en begint buiten zijn shagje te draaien.
‘De kust is veilig, laat ik je niet meer zien’
‘Nee buurman, dankuwel buurman.’
Iedereen
was buurman ook al woonde hij vijf huizen verderop.
(wordt
vervolgd)
nnn
Geen opmerkingen:
Een reactie posten