maandag 24 juli 2017

ANNA'S JAREN (228) - Dirrekie

Het Kralingse Bos was aangelegd op grond die vrijkwam bij het graven van de Waalhaven. Daarmee was de laaggelegen omgeving van de Plas opgehoogd. Het duurde nog even totdat het gebied permanent werd geopend voor het publiek. Op mooie zondagen dus naar de Plas. Eerst nog met de RET,  later op de fiets, samen met zo’n beetje de halve bevolking van Rotterdam-Zuid.
In de periode dat wij met openbaar vervoer gingen was Anna altijd van de partij. Zoals die keer. Wij stapten in de bus en verdeelden ons over de zitplaatsen. Anna achterin en ik nog verder naar achter, want ik had stokken bij mij om een zonneschermpje te maken. Anna gelijk in geanimeerd gesprek met een wildvreemde passagier.

‘You talk too much, Anna,
you talk too much’

Halverwege stapte een jochie uit, hengelstokken in de hand. Anna zag het met een half oog.
‘Rieka, daar gaat Dirrekie!’
‘Die zit achter je, moeder.’
Bij ons uitstappen, de overige buspassagiers in koor: ‘Daar gaat Dirrekie, dag Dirrekie.’
Er was geen houden meer aan, vanaf dat moment was ik voor iedereen ‘Dirrekie’.
Anna’s eerste man en een zoon heetten Dirk en er was al een kleinzoon Dirk, een zoon van Jilles, ouder dan ik. Het was wel mooi zo.

Dirrekie was gek op honden en nam vaak straathonden mee naar huis. Als hij dan weer thuiskwam uit school waren zij altijd ‘weggelopen voor de stofzuiger’. Volgens velen gaat het dan ook over hem als Wim Sonneveld jaren later met het ´Het hondje van Dirkie´   komt:
Hekkie, ´t was niet mijn schuld, mensen hebben geen geduld.
Arm dier, ze hebben jou thuis nooit begrepen.
Dirrekie moet toegeven dat hij dat helemaal heeft kunnen invoelen.

‘Zo oud als de weg naar Kralingen’ is een algemeen gebruikt gezegde. De Rotterdammer hoor je minstens zo vaak zeggen ‘Zo oud als opoe Herfst.’ De weg naar Kralingen is er nog steeds, opoe Herfst vanaf die zomer niet meer. Ruim 106 jaar is zij geworden. De laatste twee jaar was zij de oudste inwoner van Nederland. Op haar 105de verjaardag was het Polygoonjournaal bij haar langs geweest en had zij van het Amerikaanse Rode Kruis een slof sigaretten gekregen. Opoe Herfst rookte als een schoorsteen.
De in Amsterdam geboren Petronella Elisabeth Braams was op achttienjarige leeftijd getrouwd met de Rotterdammer Pieter Herfst, bestuurder op de paardentram. Zij kregen zestien kinderen. Zeventig jaar achtereen bakerde zij. Op haar honderdste verjaardag bezocht NSB-burgemeester Müller haar. Op de vraag of zij nog wensen had, zou zij hebben gezegd dat zij graag Wilhelmina en Juliana zou weerzien.

In Amsterdam stichtten zeven beeldende kunstenaars de Experimentele Groep. De kunstenaars, onder wie Karel Appel, Corneille en Constant Nieuwenhuys, zeiden de strijd te beginnen tegen ‘de verworden esthetische opvattingen die het groeien van een nieuwe creativiteit in de weg staan’. Uit deze groep ontstaat later de Cobra-groep.
Parijs oefende een groeiende aantrekkingskracht uit op kunstenaars, schrijvers en intellectuelen. Zij zouden die stad nog jaren als hun eldorado zien. Simon Vinkenoog behoorde tot de eersten die zich er vestigden, hij vond er een baantje bij de Unesco.

In Londen kwamen de eerste Olympische Spelen na de oorlog. Fanny Blankers-Koen werd er viervoudig kampioen. ‘Fanny Blankers, eenvoudig en bescheiden’, schreef Panorama naar aanleiding van de  huldiging in Amsterdam. ‘Voor alles: huisvrouw en moeder.’
In 1999 wordt Fanny Blankers-Koen door de internationale atletiekfederatie uitgeroepen tot internationaal atlete van de twintigste eeuw. Rotterdam eert haar met een standbeeld.

Op Koninginnedag werd Wilhelmina’s vijftigjarig jubileum gevierd. In het Olympisch Stadion waren zestigduizend toeschouwers getuige van Carel Briels’ bewegingsspel In Neerlands Tuin.  Op 4 september deed Wilhelmina afstand van de troon en presenteerde zij vanaf het balkon van het Paleis op de Dam haar dochter als opvolgster. ‘Leve onze koningin.’
Het lukte haar maar net om het iets te enthousiaste kunstgebit binnen te houden.

Korte tijd later sloeg in Indonesië het republikeinse leger een grote communistische opstand neer. De Verenigde Staten dachten meteen in de republiek een trouwe bondgenoot tegen het communisme te zien, terwijl Nederland alweer een tweede militaire actie overwoog.    

Simon Spoor
(Foto: Wikiperdia)
 In de Afrikaanderwijk, op een hoek van de Paul Krugerstraat, stond de kapper alleen in zijn zaak. De damesafdeling had een aparte ingang en werd gerund door zijn vrouw. Aan afspraken werd er niet gedaan. Je vond het helemaal niet vervelend om er op je ‘kort-amerikaans’ te wachten. Het was er altijd gezellig door geanimeerde gesprekken en stevige discussies tussen klanten en kapper, die doorlopend vergat waarmee hij bezig was en schaar en kam neerlegde om zijn handen de kans te geven zijn betoog te onderstrepen. Vaak draaide de man voor de spiegel zich half om teneinde zich, worstelend met het kaplaken,  in de conversatie te mengen. De mannen waren vaak gestuurd door hun vrouwen, die hen liever kort gekapt bijgepraat zagen terugkomen dan met een kegel van bier. Zij gingen er echt voor zitten. Geen tv, geen internet, geen mobieltjes, mensen hadden meer tijd dan nu, hoewel zij langer werkten.
Dit keer wachtte er een gebruinde jongeman op zijn beurt. Ik kende hem niet. Hij vertelde met een onbewogen gezicht hoe het in Indië was. Over brandende kampongs en hoe hij een bajonet tussen de ribben van een plopper dreef. Over het doodschieten van groepen Indonesiërs, met als een enige reden de angst erin te houden. Ongeloof tekende zich af op de gezichten van de klanten, ik gruwelde.
Generaal Spoor, de bevelhebber van de Nederlandse troepen in Indonesië, trad nauwelijks op tegen plegers van misdrijven. Hij toonde zich ontsteld over misdragingen maar maakte er geen werk van.
(wordt vervolgd)
nnn

Geen opmerkingen:

Een reactie posten