Omdat het
de Duitse keizer duidelijk was geworden dat hij van zijn generaals geen steun kon
verwachten, kwam hij via België met de
vluchtelingen mee naar Nederland maar hij kreeg wel een iets beter optrekje dan
de anderen. Hij vond een voorlopig onderkomen in kasteel Amerongen waar hij overigens
wel goed moest opletten tijdens de logeerpartij, want er werd daar enkele malen
een poging tot aanslag op zijn leven gedaan.
Een mens
komt ook nooit aan zijn rust toe.
Keizer Wilhelm II (Wikipedia) |
Nadat de
Nederlandse regering geen gehoor had gegeven aan het uitleveringsverzoek van de
landen Engeland, Frankrijk en Italië die hem wilden berechten als
oorlogsmisdadiger kocht Wilhelm II Huis Doorn aan. Hij mocht blijven maar zich
niet vrij bewegen, waardoor hij zich tot aan zijn dood moest zien te vermaken
met bomen kappen, houthakken en houtzagen. Het bosrijke landgoed van Huis Doorn
begon daardoor langzamerhand op een slagveld te lijken, waardoor hij zich
mogelijkerwijs iets beter thuis voelde. Maar het moet gezegd: hij dacht soms aan
de toekomst en plantte dan ook wel weer eens een boompje.
Verder was het
afgelopen met macht en jacht.
Huis Doorn
werd later een museum waar wij ooit eens zijn gaan kijken. Betreurend dat Anna
dit niet meer kon zien, vergaapten mijn ouders zich met gemengde gevoelens aan
de rijkdom. Wilhelm II had destijds meubilair en wat kleinoden naar zijn ballingsoord
laten brengen, 59 wagonladingen bij elkaar. Ik vond het vooral een muffe met
dure wansmaak volgepropte toestand in Huis Doorn.
Dat die
grote oorlog eindelijk voorbij was betekende nog niet dat de ellende in Europa
was te overzien met ongeveer acht miljoen gesneuvelden, die vijf miljoen
weduwen en negen miljoen wezen achterlieten, en vijftien miljoen zwaargewonde
soldaten als eindresultaat. Daarbij had de oorlog ook nog eens de
omstandigheden geschapen waarin Hitler het zou kunnen brengen tot de grote
Führer.
En de
griepepidemie trof niet alleen Rotterdam maar de gehele, verzwakte Europese bevolking
en kostte naar schatting ook nog eens zo’n twintig miljoen mensen het leven.
Wel kwam
er, zij het niet zonder slag of stoot, in Nederland langzamerhand eindelijk een
verbetering van de sociale wetgeving tot stand met de achturige werkdag en de 45-urige
werkweek.
Die
prostitutie uit de Rotterdamse Polder was na de sloop ook niet verdwenen zoals
gehoopt door de vroede vaderen, want die had de kop onmiddellijk weer opgestoken,
nu aan de Schiedamsedijk. Hier zou pas een kleine dertig jaar later het Duitse
bombardement de bedrijfstak met wortel en al lijken te vernietigen. Waarna het
onkruid later toch weer zou opkomen, maar dan in Anna’s Katendrecht waar de
sfeer van ‘het leven’ tot dan toe veel gemoedelijker was. In de behoorlijk
ingerichte cafés kon je rustig als gewone bezoeker komen. Getippeld werd er
niet en mannen uit de omgeving werden niet lastig gevallen, souteneurs waren er
nauwelijks, de vrouwen deden hun werk zelfstandig in de late uurtjes, gericht
op zeelui en vaste klanten.
Maar dat
had dus zijn langste tijd gehad.
De ‘Roaring
Twenties’ stonden voor de deur, andere tijden die gelukkig voor Anna eindelijk ook
betere tijden zouden worden.
Pieter L.C.
kwam uit Middelburg, hij had ouders die in redelijke welstand verkeerden en
daarbij had Pieter als varensgezel (‘ons Zeeuwen, ons bin zunnig’) genoeg geld
bij elkaar weten te krijgen om een café te beginnen. Eerst zou in de Rotterdamse Afrikaanderwijk, op de hoek
van de Parallelweg en de straat waar ik later ben geboren, een café worden geopend
en na enige tijd op Katendrecht, waar Anna en Pieter uiteindelijk zouden gaan
wonen.
(wordt vervolgd)
nnn
Geen opmerkingen:
Een reactie posten