Met leugen op
leugen had hij zijn positie verworven en in stand gehouden. Hij was helemaal geen
korporaal in de Eerste Wereldoorlog, hij had het niet verder gebracht dan
soldaat der eerste klasse. Hij had niet in zijn eentje een aantal Franse
soldaten gevangen genomen, het was zijn Joodse superieur die de Fransen had gegrepen.
Wel wist hij het land, waar voor zijn komst de democratie aarzelend een begin
zocht, door middel van geweld en terreur te veranderen in een totalitaire
staat, waarin hij zijn tegenstanders systematisch uit de weg ruimde. Hitlers
racistische ideologie leidde tot het uitroeien van miljoenen mensen die door
hem en zijn volgelingen als niet-Arisch werden gezien. Alleen in Europa al
hadden door zijn oorlog 39 miljoen mensen het leven verloren. In deze wereldoorlog,
nog gruwelijker dan de eerste, werd uiteindelijk wel de overwinning op fascisme
en nazisme bereikt. De prijs was dat het voor een groot deel verwoeste Europa
definitief zijn dominante rol in de wereld verloor aan de Verenigde Staten en
de Sovjet-Unie. Duitsland had grote gebiedsdelen moeten afstaan aan Polen en de
Sovjet-Unie. Het overblijvende deel werd verdeeld in de Duitse Democratische
Republiek en de Bondsrepubliek Duitsland. Berlijn werd gevierendeeld.
Bij de
overwinningsparade die in Londen werd gehouden mochten de Poolse militairen niet
meelopen. Van deze, in grootte vierde geallieerde strijdmacht, mochten alleen
de piloten komen, zij hadden immers zo’n belangrijke rol gespeeld in de slag om
Engeland. De piloten bedankten voor de eer. Polen was na ‘Jalta’ meer dan de
helft van het vooroorlogse grondgebied verloren aan de Sovjet Unie, die er een
marionettenregering had gepoot. De Britten wilden al meteen de relatie met het
nieuwe communistische Polen niet verstoren en erkenden de Poolse strijdkrachten
in het westen niet meer. De Amerikanen trokken de erkenning van de Poolse
regering in ballingschap in.
➧ De Verenigde
Naties stellen in hun handvest dat zij ‘vast besloten zijn komende generaties
te behoeden voor de gesel van de oorlog’. Ruim zeventig jaar later blijkt dat
daar niets is van terechtgekomen, al hebben de VN in humanitaire zin veel goeds
verricht. In de Vietnamoorlog, die vanaf 1955 zo’n twintig jaar duurt, speelt
de VN geen enkele rol. In 1962, het jaar van de Cubacrisis, waarin een
kernoorlog tussen Oost en West dichterbij is dan ooit, komt de oplossing van
Kennedy en Chroestjov. Dertig jaar later, in de Joegoslavië-oorlog, kan de VN
niets uitrichten en in 2003 trekt de Amerikaanse regering Bush zich niets aan
van de VN en begint de invasie in Irak. Voor de ramp in Syrië in 2016 weet de
VN geen enkele oplossing te bieden.
➧ Pas zo’n vijftien jaar na de Duitse capitulatie wordt in de
Nederlandse media echt diep ingegaan op de ellende en de trauma’s van vijf jaar
oorlog. Dan komt de televisieserie ‘De Bezetting’ op de buis. Van 1960 tot 1965
vier afleveringen per jaar. En kijken doen wij, al worden wij er niet vrolijk
van.
Lou de Jong wordt
bij het grote publiek bekend door zijn medewerking aan de productie.
De Jong studeerde
sociale geografie en geschiedenis, was redacteur van het studentenblad ‘Propria
Cures’ en buitenlandredacteur van de links-liberale ‘Groene Amsterdammer’. Tot
de Duitsers Nederland binnenvielen. De Jong vluchtte met zijn vrouw naar
Londen, waar hij directeur werd van Radio Oranje. De Jodenvervolging door de
nazi’s kostte tijdens de oorlog het leven aan zijn beide ouders, zijn zus, zijn
tweelingbroer en nog veel andere familieleden. Dat verlies, verdriet en de
algehele Jodenvervolging werden bepalend voor De Jongs verdere leven.
Al in Londen liet
de regering weten dat er na de bevrijding een nationaal centrum zou worden
opgericht voor het verzamelen van ‘geschiedkundig materiaal’ over de bezetting.
Het idee kwam al van de leider van
de afdeling Kunsten en Wetenschappen van het door de Duitsers ingestelde Departement
van Opvoeding, Wetenschap en Kultuurbescherming. Zijn streven om het nationale
erfgoed te bewaren kreeg volop steun van de nazi’s. Het is dan ook niet
verwonderlijk dat de man, Jan Karel van Haagen, als deutschfreundlich werd
gezien. Hij kocht kunstwerken die door de Duitsers van Joden waren geroofd en
stelde dat hij hiermee wilde voorkomen dat de kunstwerken naar Duitsland
verdwenen.
Nadat Van Haagen zijn plan aan de
economisch historicus Nico Posthumus had voorgelegd, kwam het tot de oprichting
van het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie, het tegenwoordige NIOD. Lou de
Jong zocht na zijn terugkeer meteen contact met Posthumus en kreeg zijn baan
voor het leven.
September 1945 begon Lou de Jong
met enkele medewerkers aan de omvangrijke taak, die aan het RIOD was gesteld. Het
begin was moeizaam doordat de Duitsers veel materiaal hadden vernietigd. Met
veel speurwerk werd materiaal bijeengesprokkeld. Een bewaard gebleven deel van
Seyss-Inquarts archief werd uit Duitsland opgehaald en als oud papier de grens
overgebracht. In Berlijn werden door de geallieerden in beslag genomen
documenten gekopieerd, voor zover die betrekking hadden op Nederland. Er werden
voormalige nazileiders geïnterviewd om aanvulling te verkrijgen. Opzienbarend
was het interview dat De Jong, samen met Posthumus, nog had met Rauter, kort
voordat deze werd gefusilleerd. Rauter had zijn privé-archief aan het eind van
de oorlog ondergebracht in een villa in Scheveningen. In de eerste winter na de
bevrijding hadden de nieuwe bewoners het grotendeels opgestookt. Nadat het RIOD
uitgebreid in het eigen tijdschrift had geciteerd uit het vraaggesprek, werd de
minister op het matje geroepen vanuit het parlement.
➧ Pas in de jaren zeventig worden archiefvondsten
en resultaten van interviews verwerkt in het overzichtswerk ‘Het Koninkrijk der
Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog’, een standaardwerk in veertien delen.
Het verschijnt verspreid over de jaren 1969 tot 1994. De eerste dertien delen
van de hand van De Jong. Hij stelt dat de gewone Nederlander, zeker in de
eerste oorlogsjaren, nauwelijks een idee had van wat er met de Joden gebeurde.
In de periode dat het standaardwerk
verschijnt en vooral in de periode erna, komt er kritiek op De Jongs
levenswerk. Hij zou het koningshuis overdreven vereren, enge begrippen hanteren
over wat als verzet moest worden gezien, de situatie in Nederlands-Indië niet
altijd correct inschatten en fouten hebben gemaakt. De grootste misser is wel
de onterechte beschuldiging in 1978 aan het adres van parlementariër Wim Aantjes,
dat deze lid was van de Waffen-SS. Aantjes was niet bij de Waffen-SS maar bij
de Germaanse SS, ook verkeerd natuurlijk. Dat hij achteraf met argumenten kwam
hielp niet, Aantjes had het verzwegen en moet zich terugtrekken uit de Tweede
Kamer.
(wordt vervolgd)
nnn