woensdag 29 juli 2015

ANNA'S JAREN (85) - Even een (inkt)vlekje wegwerken

The Ink Spots vormden een uit zwarte zangers bestaand kwartet, dat toen kennelijk minder moeite had met deze benaming dan menigeen nu met de term ‘zwarte Piet’. Direct na de oorlog waren zij mateloos populair in Nederland en ook Jan draaide hun platen grijs op zijn Perpetuum-Ebner, zijn eerste pickup.

(Foto Wikipedia)
Into each life 
Some rain must fall
But too much is falling in mine
Into each heart 
Some tears must fall
But someday the sun will shine
Some folks can lose the blues in their hearts
But when I think of you, another shower starts


Into each life 
Some rain must fall
But too much is falling in mine


Tot zover het gekweelde gekwijlebabbel van The Ink Spots maar dan kwam Ella en swingde het meteen ook nog eens:

Into each life 
Some rain must fall
But too much, too much, is fallin' in mine
Into each heart, some tears must fall
But someday- the sun will shine!

En het allermooiste moest dan nog komen, want de bas ging dan declameren. Terwijl de anderen op de achtergrond harmonieus humming hoorbaar waren, deed hij de tekst nog eens dikketjes over: ‘Into each and every life ...’ 
‘Mooi hè’, mocht Jan dan vaak pretogen, ‘dat doet... eh, dat doet-ie omdat-ie dan effe niet hoeft te zingen.’
Jaja. Het was wel goed. Je kon intussen toch maar beter benen maken want als Jan met zijn geintjes zo mooi zijn mierentietjes probeerde te maskeren was de kans groot dat hij de naald nog een tweede keer in de groef ging zetten. 

Je zou het zo niet zeggen maar intussen waren The Ink Spots met hun onophoudelijke showers wel de voorbode van een complete klimaatverandering in de populaire muziek. Zij gaven niets minder dan de opmaat naar rhythm and blues en rock and roll. The Ink Spots stonden, met wisselende zangers, twintig jaar op de planken, tot 1954. 
Jans niet al te omvangrijke discotheek bestond voornamelijk uit Amerikaans materiaal. Dat was immers de muziek van de bevrijders. Allereerst Louis Armstrong natuurlijk en naast The Ink Spots ook Frank Sinatra en verder de Andrews Sisters, drie echte zussen uit Minnesota die in latere jaren nog vaak werden geimiteerd , in Nederland onder andere door The Star Sisters. Tot ver in de jaren vijftig schalde hun hit uit 1937 nog uit de speakers. De Duitse titel was even over de oorlog heen getild. 'Bei Mir Bist du Schön'.  'Shein' schreven zij maar zij zongen, netjes op de tel , 'Bei mir bist du sjeen', want het moest rijmen op 'please let me explain'.


Jan was ook gek met de Mills Brothers. Vier zwarte zangers uit één nest, die het barbershop-singing zo’n beetje hadden uitgevonden en de zwarte muziek toegankelijker hadden gemaakt voor blanken; waarop zij dan ook weer kritiek mochten incasseren. Maar zij hielden het maar liefst meer dan vijftig jaar vol op de podia, tot 1982. Ik moet bekennen dat bij het nog weer eens beluisteren van onder andere hun ‘April in Paris’, gezongen bij de band van Count Basie, de koude rillingen van toen zomaar kunnen worden herbeleefd. Attenooieleheine, wat konden die gasten  moeiteloos swingen!

Het had nog tot het eind van de jaren dertig geduurd dat de jazz-zangeres Billie Holiday  faam ging verwerven met Strange Fruit, niet bepaald een kinderliedje en ook niet lekker  gemaakt voor het blanke gehoor maar een nummer dat een beklemmend beeld geeft van de lynchpartijen in de zuidelijke staten van de VS.

Southern trees bear strange fruit,
Blood on the leaves at the root,
Black bodies swinging in the southern breeze,
Strange fruit hanging from the poplar trees.

Een blanke onderwijzer had het gedicht geschreven, onder het pseudoniem Lewis Allen. Hij schreef het naar aanleiding van een foto die hem onder ogen kwam, een foto van twee gelynchte, zwarte mannen. Er werd in die tijd zo openlijk uitgekomen voor de extreme agressie tegen zwarten, dat dergelijke foto’s langs de deur werden verkocht, leuk voor op het dressoir.
(wordt vervolgd)
nnn

vrijdag 24 juli 2015

ANNA'S JAREN (84) - Gezond instinct

(Foto Wikipedia)
De Kristallnacht. De nazi’s namen geen verantwoordelijkheid voor de gebeurtenissen, de Joden zouden het zelf hebben uitgelokt en de joodse gemeenschap zou een boete moeten betalen van een miljard Reichsmark. Onder de Duitse bevolking werd verschillend gereageerd, een niet te onderschatten deel van de bevolking kon zich niet vinden in deze extreme gang van zaken maar was machteloos.
Goebbels was tevreden en vond dat de Duitsers zich hadden laten leiden door ‘hun gezonde instinct’. De Duitse kerk begon zich afzijdig te houden.
Buiten Duitsland werd er geschokt gereageerd en nam de steun aan nazistische bewegingen af. De verhouding van Duitsland met veel landen in Europa verslechterde snel.
De Nederlandse regering onder Colijn wilde nog steeds op goede voet blijven met Duitsland, reageerde daarom gematigd en ging zelfs zover de grens voor joodse vluchtelingen te sluiten. Ondanks de verontwaardigde reactie van de SDAP hield Colijn voet bij stuk. Maar hij werd door het parlement gedwongen een beperkt aantal vluchtelingen toe te laten, die veelal werden ondergebracht in Westerbork, het latere doorgangskamp.
Vanaf de Kristallnacht ging in Duitsland het geweld tegen de Joden over in een planmatige vervolging en later vernietiging, de vijf jaar eerder schoorvoetend begonnen Holocaust kreeg nu zijn volledige beslag. De nazi’s durfden dat aan omdat de weerstand in binnen- en buitenland hen eigenlijk wel meeviel. Er werden direct na de gebeurtenis al 30.000 Joden opgepakt en naar concentratiekampen vervoerd.

Hij stierf jong, pas 34 jaar was hij op de wereld, Chick Webb, klein gebleven met zijn door werveltuberculose misvormde ruggengraat. Het kan een wonder worden genoemd dat hij het tot drummer had gebracht. En dan ook nog tot een hele goede, die bewondering oogstte bij vele bandleiders en inspiratiebron was voor andere drummers. Hij had een Bigband en zij, Ella, zong bij hem en in de korte tijd die hem was gegeven had hij gezorgd voor haar grote doorbraak.
Een doorbraak die pas echt kwam met wat oorspronkelijk een oud kinderliedje was, ouder dan Anna want het dateerde uit 1879. Het werd gezongen door in een cirkel dansende kinderen, waarbij beurtelings een kind een zakdoek liet vallen, die dan door een ander werd opgeraapt. Het kind dat de zakdoek opraapte liep vervolgens achter de ander aan en mocht deze dan kussen. Als dat werd geweigerd dan moest die ander zeggen wie zijn of haar geliefde dan wel was.
Een soort van ‘Zakdoek leggen, niemand zeggen, Kukeleku zegt onze haan’:

A-tisket a-tasket
A green and yellow basket
I wrote a letter to my love
And on the way I dropped it,
I dropped it,
I dropped it,
And on the way I dropped it.
A little boy he picked it up and put it in his pocket

In de tijd waarin half Europa ‘moord en brand’ schreeuwde, zong heel Amerika een kinderliedje. Een kinderliedje waarmee Ella Fitzgerald tien weken als nummer één op de Billboard-hitlijst stond.
Na Chicks dood stond zij nog een tijdje met zijn orkest op het podium en begon zij met solo-opnames. Vier jaar later zou de band ter ziele gaan en zou zij onder meer gaan samenwerken met The Ink Spots  en Louis Armstrong.
(wordt vervolgd)
nnn

zondag 19 juli 2015

ANNA'S JAREN (83) - Geschuffeld

Het ging vrijwel gelijk op. Terwijl de dreiging in Europa met de dag groeide, werd de stemming in Nederland steeds nerveuzer. Import en export liepen sterk terug. Werkloosheid nam toe en de bevolking raakte kriegelig door de toenemende Roomse invloed in de politiek. Duitsland maakte aanstalten om Tsjecho-Slowakije aan te vallen met de bedoeling Sudetenland te heroveren. Om oorlog te voorkomen accepteerden Engeland en Frankrijk in het Verdrag van München dat Hitler Sudetenland bezette. Mussolini had het initiatief daartoe genomen en alleen Winston Churchill  protesteerde fel. Maar Engeland en Frankrijk waren twintig jaar na de Eerste Wereldoorlog nog te zwak om een eventuele oorlog aan te kunnen, terwijl in Duitsland de oorlogsindustrie op volle toeren draaide. De poging van de Engelse minister-president Chamberlain om in München de wereldvrede te redden werd door de nazi’s dan ook gezien als een bewijs van die zwakte. Dat de Italiaanse fascisten langzamerhand de nazistische rassentheorieën overnamen werd door de nazi’s daarbij ook nog eens gevoeld als steun in de rug.

Velen waren door de laatste ontwikkelingen al in de meest ellendige situatie geraakt en de wanhoop nabij. Maar hoe wanhopig moet je niet zijn in zo’n periode, als zelfmoordgedachten je door het hoofd blijven spelen en je zover brengen dat je een revolver aanschaft?  En hoe paranoïde moet weer een ander niet zijn om in de uit de hand gelopen gevolgen van die treurige beslissing een samenzwering te zien?  Of was het wederom een vooropgezette komedie van het nazi-gajes toen nu Goebbels op zijn beurt schreeuwde dat het niet het werk was van een enkeling maar het begin van een joodse samenzwering. Hij deed dat in navolging van Göring die na de brandstichting door Van der Lubbe schreeuwde dat het om een samenzwering te doen was, en van Hitler die na kritiek door zijn vriend Röhm, tot dezelfde conclusie kwam, wat toen uitmondde in de ‘Nacht van de lange messen’.

(Foto Wikipedia)
Het was de deplorabele Herschell Grynszpan, een jonge Poolse Jood, illegaal bij zijn oom in Parijs wonend, die in zijn wanhoop een revolver had gekocht. Hij had een meer dan rottige schooltijd in Duitsland achter de rug doordat docenten en leerlingen hem het leven moeilijk maakten. De gedachte aan zelfmoord kwam echter pas bij hem op nadat een berichtje van zijn zusje hem had bereikt. Zij was met de rest van de familie naar Polen gedeporteerd en zij zouden het niet lang meer kunnen volhouden, schreef het arme kind. Verscheurd door twijfels besloot hij uiteindelijk niet te kiezen voor zijn eigen dood maar voor die van een Duitser. Hij koos voor wraak en wist de Duitse ambassade binnen te komen waar hij ambassadesecretaris Ernst vom Rath  doodschoot. Hij vluchtte niet na zijn daad en kwam in een Franse gevangenis terecht, waar de nazi’s hem snel zouden opsporen nadat zij Frankrijk hadden bezet. Hij zou in een kamp terechtkomen waar hij aan het eind van de oorlog zou sterven.

Uiteraard grepen de nazi’s de gebeurtenis aan om in alle hevigheid te reageren en het nieuws over de aanslag ging de wereld rond. Goebbels kreeg zijn zin en opgehitste Duitsers gingen in München de straat op om wraakacties te beginnen. Hitler besloot om deze niet te verijdelen en Goebbels brulde tegen zijn toehoorders dat zij geen genade zouden tonen en er gingen zelfs officiële bevelen tot geweld uit.
Niet lang daarna sloegen de vlammen uit een synagoge en begon datgene wat Lindbergh had doen besluiten toch maar geen huis te zoeken in Duitsland.
De Kristallnacht.
Door het gehele land gingen nu zowel soldaten als burgers en partijbonzen de straat op en begonnen zij hun liederlijke orgie van geweld, brandstichting, verkrachting, plundering en moord. Na de eerste dag motiveerde radio Berlin de Duitsers nog meer uit de kast te halen en daarop namen zelfs Stormtroepen de leiding bij het geweld. Toch werd Hitler nog even kwaad om de gebeurtenissen, de verkrachtingen bevielen hem niet, die waren in strijd met de rassenwet van de nazi’s, die ariërs verbood gemeenschap te hebben met Joden.
Was die vent nou op z’n Rotterdams gezegd geschuffeld of niet?
Hitler besliste in elk geval dat het genoeg was. Voorlopig althans, hij had immers alweer andere plannen.
(wordt vervolgd)

nnn

dinsdag 14 juli 2015

ANNA'S JAREN (82) - Juichen en juichen is twee

Het was inmiddels 1938, het jaar dat in New York begon met een concert door Benny Goodman in de Carnegie Hall, de tempel van klassieke muziek. Aanvankelijk was er dan ook veel weerstand tegen dit optreden maar Goodman werd door het publiek toegejuicht en het concert bezorgde de jazz een betere reputatie.
In Oostenrijk waren het de Duitse troepen die uitbundig werden toegejuicht. Toen zij het land binnentrokken dansten en zongen er mensenmenigten, er werd ‘Sieg Heil’ geroepen en er klonk anti-semitisch geschreeuw alom. Zelfs de Duitsers hadden zoveel enthousiasme niet verwacht, hoewel er ook niet op weerstand van enige betekenis was gerekend.  Oostenrijkse nazi’s hadden immers al geruime tijd de voeten stevig aan de grond en waren hun positie op de bekende manier -  met geweld en intimidatie -  aan het verbeteren. Hermann Göring had de zittende kanselier onder druk gezet om zich te laten vervangen door de Oostenrijkse nazileider Arthur Seyss-Inquart.  Die had meteen na zijn aanstelling, zoals de jongens met elkaar hadden afgesproken, een telegram verzonden waarin Duitsland wordt gevraagd het leger te zenden ‘om vrede en veiligheid te brengen en bloedvergieten te voorkomen’. Op 13 maart propageerde Seyss-Inquart de Anschluss van Oostenrijk bij nazi-Duitsland, waarna het de provincie Ostmark werd genoemd en Hitler Seyss-Inquart tot rijksstadhouder benoemde. Daarna maakte Hitler in hoogst eigen persoon een triomfantelijke intocht en liet hij zich weldra zien in Wenen. Of hij ook nog een beleefdheidsbezoekje bracht aan de kunstacademie is niet bekend. In de kerken werd gedankt dat deze revolutie zo fraai was verlopen, zonder bloedvergieten.
Dat was iets te vroeg gejuicht, want vrijwel onmiddellijk hierna werden duizenden Oostenrijkers gegrepen en in de cel gesmeten. Het inmiddels bekende rijtje communisten, Joden, journalisten en anti-nazi’s.
De Anschluss werd nog even bevestigd door middel van een referendum en daarbij kon je maar beter niet tegenstemmen, want dan zag het er niet goed voor je uit. Ruim 99 procent stemde dan ook voor. Evenwel blijft het de vraag of dat percentage zonder dreiging van bovenaf nou echt zo veel minder zou zijn geweest. Oostenrijk wilde gewoon niets liever en Oostenrijker van geboorte Hans Albin Rauter, een extreemrechtse antisimiet die het tot SS-generaal had gebracht, stond al klaar om voor Wenen lid van de Duitse Rijksdag te worden.

Seyss-Inquart en Rauter, niet alleen Oostenrijk, maar ook Nederland zou nog veel plezier aan hen beleven.

(Foto Wikipedia)
Voor Rotterdam kon het even niet op, want Beb van Klaveren werd Europees kampioen middengewicht en 1938 was ook nog het jaar van de Nieuw Amsterdam, op 28 mei keerde het vlaggenschip van de Holland Amerika Lijn terug van de eerste tocht naar New York, Zuid liep uit. Voor de verfraaiing van de trots van Rotterdam waren zeventig architecten en kunstenaars ingeschakeld, waaronder de gerenommeerde J.J.P. Oud. Zijn aandeel in het interieur beviel de directie van de HAL dermate dat hij vervolgens opdrachten kreeg voor de passagiersaccommodatie van de schepen Noordam en Zaandam. Het vlaggenschip was het eerste transatlantische passagiersschip waarop alle hutten een toilet plus een bad of douche hadden. Daarmee was de boot beter geoutilleerd dan de woningen van de Rotterdamse arbeiders, die wel voor het overgrote deel over een toilet beschikten maar op een douche nog twintig jaar of langer moesten wachten. De boot werd dan ook al snel de ‘bontjassenschuit’ genoemd.
Later, juist toen Duitsland Nederland binnenviel, voer het schip in de Amerikaanse wateren, op weg naar Singapore. Daar werd het in opdracht van de Engelse regering omgebouwd tot troepentransportschip en zou het meer dan 300.000 soldaten gaan vervoeren, tot  zesduizend man per keer in plaats van de twaalfhonderd passagiers waarvoor het schip was bedoeld.
In 1938 werd ook nog door een fusie tussen twee bedrijven de oprichting  van het semi-overheidsbedrijf De Nederlandse Spoorwegen een feit, kwam de eerste uitzending van de AVRO-quiz ‘Hersengymnastiek’, verscheen het eerste nummer van Margriet en kregen Jan en Rieka hun eerste zoon. Dat was ik, ik kan het verder ook niet helpen.
(wordt vervolgd)
nnn

donderdag 9 juli 2015

ANNA'S JAREN (81) - Een man met charmes

De in 1896 in Batavia geboren Dirk Hannema  was een man met een grote passie voor kunst. Een deftige, wat stugge man, maar hij had ontegenzeggelijk ook zijn charmes. Nog voor hij zijn studie had afgerond werd hij benoemd tot assistent van wetenschappelijk medewerker en directeur Frederik Schmidt Degener van Museum Boijmans-Van Beuningen. Toen Schmidt Degener na korte tijd vertrok naar het Rijksmuseum in Amsterdam nam Hannema zijn plaats in en dat had grote gevolgen. Hannema transformeerde het museum van een in het oude Schielandshuis gevestigde beperkte verzameling tot een modern en fraai gehuisvest museum met een kwalitatief hoogstaande collectie en een internationale reputatie. De gemeente Rotterdam had het Land van Hoboken gekocht en Hannema kreeg het voor elkaar dat hij hier een nieuw museum mocht bouwen. Hij pakte de zaak grondig aan. Voor het zover was dat er gebouwd ging worden had hij met stadsarchitect Adrianus van der Steur  vele studiereizen gemaakt naar oude en nieuwe musea in Europa. 
(Foto Wikipedia)
Het uiteindelijke resultaat was er dan ook naar. Er kwam een prachtig gebouw, ontworpen door Van der Steur, dat weliswaar door de behoudende vormgeving en toepassing van traditionele materialen niet tot het Nieuwe Bouwen kan worden gerekend maar als museum, niet in het minst door de smaakvolle latere uitbreidingen, nog tot op heden schitterend voldoet.
Met een ongekende inzet wist Hannema de collectie te brengen op een niveau dat een wereldstad waardig is. Bij de havenbaronnen had hij met zijn charmes veel weten te bereiken om de collectie te kunnen uitbreiden. Zijn passie bracht hem zover dat hij zelf gekochte schilderijen aan het museum schonk. De opening van het nieuwe gebouw in 1935 gebeurde met een grote tentoonstelling gewijd aan Johannes Vermeer, de kunstenaar waarvoor Hannema grote belangstelling had. Door deze en navolgende tentoonstellingen verwierf Hannema internationaal aanzien, zijn betekenis voor de stad was zonder meer groot.
Maar helaas, hij ging in de fout.

De Vermeer-tentoonstelling was volgens Hannema uniek met honderddertig schilderijen, geleend van de grote musea in de wereld, waaronder vijftien stukken van de meester.  Maar helaas, van die vijftien 'Vermeers' bleken er zes helemaal geen Vermeer te zijn. Maar dat was nog niet alles. Met de bevriende Bredius bejubelde hij twee jaar later de echtheid van de ‘Emmaüsgangers’, zij zagen er beiden een vroege Vermeer in. Het doek werd prompt gezien als van zo’n grote nationale betekenis dat het Ministerie het in het Rijksmuseum wilde zien hangen, zo’n regionaal museum als Boymans was echt te min. Maar Hannema was iedereen te slim af, hij had havenbaron Van Beuningen al zo ver weten te krijgen om het schilderij voor het toentertijd fabelachtige bedrag van 540.000 gulden te kopen en in bruikleen aan het museum te geven. Ter gelegenheid van het veertigjarig jubileum van koningin Wilhelmina organiseerde Boymans de grote tentoonstelling ‘Meesterwerken uit vier eeuwen’ met als hoogtepunt de recent verworven ‘Emmaüsgangers’. En er zouden later nog meer zogenaamde Vermeers op advies van Hannema naar verzamelaars en musea gaan.
De door de kritieken gefrustreerde Van Meegeren bleef zijn mond houden, hij vond het eigenlijk ook nog eens helemaal niet verkeerd goed geld te verdienen aan een wereld van onnozele kunstliefhebbers. En daarin had hij groot gelijk, onnozel waren zij die meenden de lelijke falsificaties door Van Meegeren als absolute topstukken te zien; een fout die de onbevangen kijker eigenlijk nauwelijks kan maken.
(‘Hé kijk, de keizer loopt in zijn blootje!’)

Al met al zou voor zowel Hannema als voor Van Meegeren de oorlog, en niet minder de periode vlak erna, nog heel wat in petto hebben.
(wordt vervolgd)
nnn

zaterdag 4 juli 2015

ANNA'S JAREN (80) - Hypermodern verouderd

Hij zon op wraak. Doordat hij wel veelzijdig was en excelleerde op het gebied van portretschilderen, was hij er van overtuigd dat hij een groot schilder was en kon hij het slecht verkroppen dat er maar weinigen zijn mening deelden. Omdat hij door  kunstcritici constant werd vernederd, zij noemden zijn werk prulleboel, besloot hij hen te grazen te nemen en zette hij zich aan het vervaardigen van een valse Vermeer, ‘De Emmaüsgangers’. Zijn plan was om na de euforie die door de ontdekking van het schilderij zou ontstaan te onthullen dat het een vervalsing betrof. Hij hoopte daarbij vooral de Vermeer-kenner bij uitstek, dr. Abraham Bredius  te zullen treffen.
Bij het vervaardigen van het schilderij ging hij niet over een nacht ijs, hij kocht beschilderde doeken uit Vermeers tijd, die als ondergrond moesten dienen, maakte zelf verf zoals het in die tijd gebeurde en gebruikte penselen die ook Vermeer gebruikt zou kunnen hebben.
Met behulp van fenol en formaldehyde, de grondstoffen voor bakeliet, wist hij de verf schijnbaar de harding van eeuwen te geven en door het rollen van het doek nam het verfoppervlak het craquelé van de oude ondergrond over, wat ook nog eens ingewassen met zwarte inkt, een eeuwenoud uiterlijk aan het schilderij gaf. 
Maar zorgvuldig uitgaan van het juiste doek, verf vervaardigen op antieke wijze, oude penselen gebruiken en dan zwarte inkt in de craquelures en bakeliet door de verf? 
Mijn eerste camera, van bakeliet
(begin jaren vijftig).
Bij de vervaardiging van bakelieten
producten werd de vormgeving
sterk bepaald door de mogelijkheden
die de mallen boden.
Mede daardoor is dit apparaatje
voor mij een ontroerend object.
(Foto Dirk van Eijk)
Bakeliet is een door de scheikundige Baekeland in 1909 gepatenteerd materiaal, dat wordt beschouwd als de eerste volledig synthetische kunststof en dat ten tijde van de creatie van ‘De Emmaüsgangers’ al op geruime schaal werd toegepast, onder andere in de lelijke zwarte stopcontacten die tot ver na de oorlog nog in woningen aanwezig waren. Maar er waren ook al fraaie toepassingen in de behuizing van camera’s en radio’s in gebruik; telefoons werden van bakeliet vervaardigd  en luidsprekers en fruitschalen werden geheel in het materiaal uitgevoerd. En Van Meegeren maakte met dat hypermoderne materiaal zijn schilderij ‘oud’.
De perfectionering van deze technieken had hem enkele jaren gekost maar in 1937 kon hij dan zijn ‘Vermeer’ geheel tot eigen tevredenheid concipiëren. Hoe perfect ook, door de geavanceerde onderzoekstechnieken van tegenwoordig zou in een mum van tijd kunnen worden aangetoond dat er van een origineel werk geen sprake is. Wat trouwens ook nog wel eens gewoon zou kunnen blijken voor wie er met onbevangen blik naar kijkt. Maar toen presenteerde een met Van Meegeren bevriende advocaat het werk aan Bredius; hierdoor meteen een beklagenswaardig man omdat hij vrijwel onmiddellijk zijn vaak verkondigde stelling zag bevestigd, dat er nog onontdekte Vermeers moesten bestaan. Hoewel er ook toen al experts waren die de echtheid van het werk betwijfelden, werden de Nederlandse kunstkenners overtuigd door de autoriteit van Bredius, de kenner bij uitstek van zeventiende-eeuwse schilderkunst. Zijn oordeel was immers al sinds heugenis maatgevend wanneer de vraag zich voordeed of een veronderstelde Rembrandt of Vermeer echt was. Van Meegeren had met de advocaat als tussenpersoon een meer dan slimme zet gedaan. De man, Mr. G.A.Boon, was een persoon van aanzien, had een positie als rechter bekleed en was lid geweest van de Tweede Kamer. En het mooist van alles was dat hij totaal geen verstand had van kunst. Vriend Van Meegeren had hem wijs gemaakt dat het schilderij uit de collectie van een in geldnood verkerende adellijke Italiaanse kwam. Dat moest geheim blijven, omdat de Italiaanse wetgeving export niet toestond. Er zouden nog weleens meer schilderijen kunnen opduiken, had hij er nog aan toegevoegd, leuk voor later. Beetje vreemd eigenlijk dat de onberispelijke Boon daarin niets onrechtmatigs ontdekte.
Bredius had vernomen dat Boon een alom gerespecteerd man was en tuinde erin, met open ogen. De schilder genoot van zijn succes en stapte af van zijn oorspronkelijke bedoeling om de fraude te onthullen, geldzucht maakte zich zo sterk van hem meester dat hij niet meer in staat was de gevolgen van zijn beslissing te overzien.
(wordt vervolgd)
nnn