woensdag 29 juli 2015

ANNA'S JAREN (85) - Even een (inkt)vlekje wegwerken

The Ink Spots vormden een uit zwarte zangers bestaand kwartet, dat toen kennelijk minder moeite had met deze benaming dan menigeen nu met de term ‘zwarte Piet’. Direct na de oorlog waren zij mateloos populair in Nederland en ook Jan draaide hun platen grijs op zijn Perpetuum-Ebner, zijn eerste pickup.

(Foto Wikipedia)
Into each life 
Some rain must fall
But too much is falling in mine
Into each heart 
Some tears must fall
But someday the sun will shine
Some folks can lose the blues in their hearts
But when I think of you, another shower starts


Into each life 
Some rain must fall
But too much is falling in mine


Tot zover het gekweelde gekwijlebabbel van The Ink Spots maar dan kwam Ella en swingde het meteen ook nog eens:

Into each life 
Some rain must fall
But too much, too much, is fallin' in mine
Into each heart, some tears must fall
But someday- the sun will shine!

En het allermooiste moest dan nog komen, want de bas ging dan declameren. Terwijl de anderen op de achtergrond harmonieus humming hoorbaar waren, deed hij de tekst nog eens dikketjes over: ‘Into each and every life ...’ 
‘Mooi hè’, mocht Jan dan vaak pretogen, ‘dat doet... eh, dat doet-ie omdat-ie dan effe niet hoeft te zingen.’
Jaja. Het was wel goed. Je kon intussen toch maar beter benen maken want als Jan met zijn geintjes zo mooi zijn mierentietjes probeerde te maskeren was de kans groot dat hij de naald nog een tweede keer in de groef ging zetten. 

Je zou het zo niet zeggen maar intussen waren The Ink Spots met hun onophoudelijke showers wel de voorbode van een complete klimaatverandering in de populaire muziek. Zij gaven niets minder dan de opmaat naar rhythm and blues en rock and roll. The Ink Spots stonden, met wisselende zangers, twintig jaar op de planken, tot 1954. 
Jans niet al te omvangrijke discotheek bestond voornamelijk uit Amerikaans materiaal. Dat was immers de muziek van de bevrijders. Allereerst Louis Armstrong natuurlijk en naast The Ink Spots ook Frank Sinatra en verder de Andrews Sisters, drie echte zussen uit Minnesota die in latere jaren nog vaak werden geimiteerd , in Nederland onder andere door The Star Sisters. Tot ver in de jaren vijftig schalde hun hit uit 1937 nog uit de speakers. De Duitse titel was even over de oorlog heen getild. 'Bei Mir Bist du Schön'.  'Shein' schreven zij maar zij zongen, netjes op de tel , 'Bei mir bist du sjeen', want het moest rijmen op 'please let me explain'.


Jan was ook gek met de Mills Brothers. Vier zwarte zangers uit één nest, die het barbershop-singing zo’n beetje hadden uitgevonden en de zwarte muziek toegankelijker hadden gemaakt voor blanken; waarop zij dan ook weer kritiek mochten incasseren. Maar zij hielden het maar liefst meer dan vijftig jaar vol op de podia, tot 1982. Ik moet bekennen dat bij het nog weer eens beluisteren van onder andere hun ‘April in Paris’, gezongen bij de band van Count Basie, de koude rillingen van toen zomaar kunnen worden herbeleefd. Attenooieleheine, wat konden die gasten  moeiteloos swingen!

Het had nog tot het eind van de jaren dertig geduurd dat de jazz-zangeres Billie Holiday  faam ging verwerven met Strange Fruit, niet bepaald een kinderliedje en ook niet lekker  gemaakt voor het blanke gehoor maar een nummer dat een beklemmend beeld geeft van de lynchpartijen in de zuidelijke staten van de VS.

Southern trees bear strange fruit,
Blood on the leaves at the root,
Black bodies swinging in the southern breeze,
Strange fruit hanging from the poplar trees.

Een blanke onderwijzer had het gedicht geschreven, onder het pseudoniem Lewis Allen. Hij schreef het naar aanleiding van een foto die hem onder ogen kwam, een foto van twee gelynchte, zwarte mannen. Er werd in die tijd zo openlijk uitgekomen voor de extreme agressie tegen zwarten, dat dergelijke foto’s langs de deur werden verkocht, leuk voor op het dressoir.
(wordt vervolgd)
nnn

Geen opmerkingen:

Een reactie posten