zondag 28 februari 2016

ANNA'S JAREN (127) - Opmerkelijke zaken

De Rotterdammers volgden vol spanning de ontwikkelingen na de bomaanslag op het viaduct. De enige winst die de autoriteiten boekten was dat steeds meer mensen er hun afkeuring over uitspraken. Maar er kwamen ook acties om de Duitsers zover te krijgen dat zij geen gijzelaars zouden fusilleren.

De Duitsers zetten vooralsnog de beruchte Anton van der Waals  op de zaak. Een Rotterdammer, die wel wordt gezien als de ergste verrader die Nederland in de oorlog heeft gekend. Hij zou na de oorlog ter dood worden veroordeeld en in 1950 worden geëxecuteerd op de Waalsdorpervlakte. Vlak voor de oorlog voerde hij voor het Rotterdamse elektrotechnische bedrijf ‘De Hoop’ reparaties uit op militaire schepen. Van der Waals, die zijn opleiding aan de ambachtsschool niet had voltooid, leerde in die periode Engels en Duits spreken. Een vaardigheid die hij al snel benutte om in het uitgaansleven spionageactiviteiten te ontwikkelen. De man grossierde in valse schuilnamen. Door diefstal en zelfs moord verkreeg hij bijpassende persoonsbewijzen. Ook de SD hielp hem hieraan. Het is zeker dat hij schuld had aan de dood van ruim dertig verzetsmensen. Waarschijnlijk ligt dat het getal nog veel hoger en het is ook zeker dat door zijn werk vele arrestaties werden verricht. Een Rotterdammer om trots op te zijn. 
Van der Waals
(Foto: Wikipedia)
In het geval van de aanslag op de trein raakte Van der Waals het spoor bijster. En toen niemand zich had aangegeven, werden in de bossen bij Goirle vijf gijzelaars, waaronder drie Rotterdammers, gefusilleerd. Het waren de eersten die werden geslachtofferd, vijf van Vestdijks medegegijzelden in St.-Michielsgestel. ‘De dode zwanen’.
Later zouden de Duitsers zelfs nog eens de regel gaan hanteren dat elke gedode Duitser of met de Duitsers samenwerkende Nederlander tienvoudig zou worden gewroken. Dat zou het verzet veel goodwill van de bevolking gaan kosten, de mensen werden ronduit bang na elke verzetsactie.

Na het eerste puinruimen werd in Rotterdam al vrij snel met afbraak begonnen. Een rigoureuze sloop van meer dan wat echt als verloren moest worden beschouwd.
De afbraak van de Delftse Poort stond niet op zichzelf. Er werden nog meer beschadigde historische gebouwen weggevaagd. Gebouwen die met enige goede wil nog bewaard konden blijven. De ‘Groote Schouwburg’, waar de Rotterdammers zo trots op waren, doorstond de verwoestingen door bommen maar niet die van de sloophamer. Wat nog enigszins een band met het verleden had kunnen zijn, werd de Rotterdammers hierdoor ook nog eens ontnomen. Het bedrijfsleven zag zijn kans schoon om de stad eens flink te moderniseren.
Moderniseren? Er kwamen al snel schetsen voor een bombastisch gebouw aan de Coolsingel, geheel naar de opgepompte negentiende-eeuwse smaak van de nazi-jongens. Je zou het architecturale lijkenpikkerij kunnen noemen. In elk geval trachtte de maker ervan hiermee het naziregime te overtuigen dat hij de aangewezen persoon was voor de herbouw van het verwoeste centrum. Volgens Michiel Polak, voormalig docent Bouwkunde aan de Technische Universiteit Delft, was de architect dezelfde als die ook een ontwerp voor de reconstructie van het Hofplein had geleverd. De bouwstop om materiaal uit te sparen voor de Atlantikwall gooide hier echter roet in het eten. Uit de door de zoon van de bedoelde architect geschreven biografie blijkt dat hij geen illusies had over de Duitsers, al vroeg ‘Mein Kampf’ las en zich voor de oorlog al op de hoogte had gehouden van de handel en wandel van de NSB, die hij ook niet vertrouwde. Hij las ‘Volk en Vaderland’. Toch had hij nauwelijks enig idee van de ontwikkelingen die in Duitsland hadden plaatsgevonden. Vreemd, maar ‘als zovelen’, schreef zijn zoon, die er nog aan toevoegde dat hij ‘zich niet kon onttrekken aan de geest van die tijd’. 
Opmerkelijk voor een man die zijn bijdrage had geleverd aan ‘De Stijl’ en van grote betekenis was voor het ‘Nieuwe Bouwen’, dat immers juist brak met negentiende-eeuwse opvattingen. Opmerkelijk ook voor een man die Rotterdam veel fraais had gegeven, waaronder ‘Café de Unie’ en het arbeiderswoningcomplex ‘De Kiefhoek’.
Opmerkelijk ook dat hij, J.J.P. Oud, de broer van de toenmalige burgemeester van Rotterdam, na de oorlog de opdracht zou krijgen voor de nationale monumenten op de Grebbeberg en op de Dam.
Ouds oorspronkelijke opvattingen waren op veel punten nagenoeg congruent aan die van de vader van de moderne architectuur, Le Corbusier, die er de voorkeur aan gaf te spreken over ‘functionalisme’. Diens boek ‘Vers une architecture’ uit 1923 wordt nog steeds gelezen binnen het vakgebied en hij wordt ook nog steeds gezien als de grootste architect van de twintigste eeuw. Maar terwijl velen zijn genialiteit prijzen, zien anderen hem ook als de veroorzaker van de zielloosheid in de moderne stedenbouw. Geniaal of niet, hij had verwerpelijke opvattingen en bewonderde Hitler, over wie hij schreef:
‘Als hij oprecht is in zijn beloften kan Hitler zijn leven bekronen met een magnifiek werk. Het herscheppen van Europa.’
– Nou, dat laatste heeft die ‘oprechte leider’ in elk geval wel gedaan.
(wordt vervolgd)
nnn

woensdag 24 februari 2016

ANNA'S JAREN (126) - Niet ver van mijn bed

Westerbork. Het kamp was in 1939 in opdracht van de Nederlandse regering als Centraal Vluchtelingenkamp opgebouwd. Gedurende ruim twee jaar na het begin van de Duitse inval hadden de nazi's het kamp ongemoeid gelaten maar het eindelijk overgenomen, waarna het functioneerde als doorgangskamp. ‘Lippmann-Rosenthal & Co’ opende er een filiaal, waar de gearriveerde gevangenen alles werd afgenomen wat zij, al dan niet verstopt, aan kostbaars bij zich droegen. De overgrote meerderheid van de gevangenen verbleef slechts korte tijd in het kamp. Angst regeerde er, angst om op transport te worden gesteld. Elke week kwam de trein om Joden af te voeren, naar Auschwitz of Sobibor. 

(Foto: Wikipedia)
Een van de grootste Jodengemeenschappen van Nederland werd in enkele jaren voor het grootste deel gedeporteerd en vermoord in vernietigingskampen. 
In 1981 zou door koningin Beatrix in de tuin achter het Rotterdamse stadhuis een Joods monument worden onthuld. Bij die onthulling vestigde wethouder Jan van der Ploeg  voor het eerst de aandacht op ‘Loods 24’.
‘We weten allen van de ‘Hollandsche Schouwburg’ in Amsterdam. Maar wie weet er van ‘Loods 24’, waar voor duizenden precies zo’n vertrekpunt is geweest?’
De oorspronkelijke, houten loods is nu geheel verdwenen, alleen een gedeelte van de muur die het terrein omringde is bewaard gebleven. Daarop is een plaquette aangebracht en de plek van ‘Loods 24’ wordt gemarkeerd door een groen, deels verhoogd plein.
Bij tijd en wijle kunnen nog steeds sterke gevoelens van onbehagen mij besluipen door de wetenschap dat op niet veel meer dan een straatlengte afstand van mijn bed duizenden mensen werden afgevoerd met als eindbestemming een gruwelijke dood. Gevoelens, versterkt door de vraag waarom het jaren moest duren totdat ik ervan wist.

Protesteren en een positieve houding tegenover de Joden werd niet alleen levensgevaarlijk door de grimmige alertheid van de moffen. Ook bij de politie zaten er genoeg fout om te bewerkstelligen dat er voor ‘oom agent’ niet minder moest worden opgepast en dat was nog veel verraderlijker, want de Rotterdammer wist op een gegeven moment niet meer welke politieman nog wel was te vertrouwen. Die was er overigens wel, want ook onder de politiemensen bevonden zich verzetsstrijders en hun positie was uiterst moeilijk.
In Rotterdam was de grote tegenspeler van het verzet de ’Sicherheitspolizei und SD’, met als beruchtste lid SS-Sturmscharführer J.W. Hoffmann. Een monster, een betere betiteling valt er niet te bedenken voor die man, die arrestanten al meteen in elkaar sloeg voordat zij ook maar enige vorm van ondervraging kregen. Een man, die zonder meer een van desertie verdachte doodschoot en ondergeschikten opdracht gaf te schieten op onschuldige burgers.
De ‘Sicherheitspolizei und SD’, in Nederland meestal ‘SD’ genoemd omdat alle functionarissen ervan de letters ‘SD’ op hun linkermouw droegen, bestond in principe uit Duitse militairen. Maar de dienst was afhankelijk van Nederlandse trawanten om goed te kunnen functioneren. De politie had daartoe ‘Groep 10’ geformeerd, die zich in het verlengde van de ‘Sicherheitspolizei’ bezighield met het aanhouden van verzetsmensen, communisten en Joden.
Toen er in Rotterdam-Noord een vergadering van verzetsstrijders plaatsvond, waren het geen Duitsers maar ingeseinde Rotterdamse rechercheurs die een inval deden. Er ontstond een vuurgevecht waarbij drie mannen de dood vonden en twee anderen zwaargewond raakten.

Inspecteur Jacob Breugem  gaf leiding aan die meedogenloze bende, die berucht werd door brute verhoormethoden. Hij werd te pakken genomen. Voor zijn woning schoot een jonge student hem neer. Een inspecteur van politie had de jongeman zover weten te krijgen en hem bijgestaan. Zwaargewond overleefde de bruut de aanslag maar gelukkig werd de moedige student nooit gevonden. Hij deed aanvankelijk zelfstandig verzetswerk en werd later belangrijk binnen het Rotterdamse verzet. Over zijn moedige daad heeft niemand hem ooit gehoord.
Niet lang daarna kwam het zover dat totaal onschuldige burgers door de Duitsers als represaille ter dood werden gebracht. Sally Dormits verzetsgroep had een springlading aangebracht op het spoorviaduct in de Rotterdamse binnenstad tussen de stations Delftsche Poort en Beurs, met de bedoeling een trein met Duitse verlofgangers naar beneden te laten storten. De aanslag mislukte door een voortijdige ontploffing; een baanopzichter fietste langs de rails kort voordat de trein kwam, raakte een draad en een gedeelte van de aangebrachte lading ontplofte. De man raakte zwaargewond. De andere dag zond radio Hilversum het bericht uit dat de daders zich vóór het middernachtelijk uur van 14 augustus bij de politie dienden te melden. Was dat niet het geval of waren zij dan nog niet opgespoord, dan zou ‘worden teruggegrepen op een aantal dat met hun leven voor dergelijke daden van sabotage borg staat’. Daarmee werden de merendeels vooraanstaande Nederlanders bedoeld die werden gegijzeld in St.-Michielsgestel. Honderdduizend gulden werd er als beloning uitgeloofd voor de tip die zou leiden tot het grijpen van de daders. Die tip kwam er niet, ook niet nadat burgemeester Müller er bij de Rotterdammers op had aangedrongen ‘hun volle medewerking te verlenen bij het oplossen van deze wandaad’.  
(wordt vervolgd)
nnn

vrijdag 19 februari 2016

ANNA'S JAREN - (125) Een hele koude winter

Het jaar 1942 begon letterlijk en figuurlijk met een koude winter. Die bracht op 27 januari voor Nederland de recordtemperatuur van min 27,4 graden Celsius, toepasselijk gemeten in Winterswijk. Die winter bracht ook de nazificatie van de Nederlandse Radio-omroep en de verplichting voor Nederlanders om voor de Duitsers te werken. En die winter bracht het verzoek van ‘Londen’ aan Wiardi Beckman en Frans Goedhart om naar Engeland te vluchten. Op het strand van Scheveningen werden zij echter gearresteerd. Goedhart werd ter dood veroordeeld maar zou later tijdens een transport uit Kamp Vught weten te ontsnappen en zijn werk voor ‘Het Parool’ hervatten. Wiardi Beckman zou in 1945 aan vlektyfus overlijden in Dachau. Later, aan het eind van het jaar, zou nog een derde belangrijke man voor ‘Het Parool’ worden gegrepen, Wim van Norden.  Na een half jaar in Scheveningen te hebben gezeten zou hij worden vrijgelaten wegens gebrek aan bewijs. 
Direct na de koudste dag had Rotterdam een aantal voor de havens bedoelde Britse bommen te verwerken gekregen, afgezwaaid en terechtgekomen in de omgeving van het park op de rechter Maasoever. Twintig doden en vele gewonden was het resultaat.

Karel Doorman
(Foto: Wikipedia)
De winter van 1942 was een hele koude winter. En die winter was nauwelijks voorbij toen de Nederlandse strijdkrachten in Indië (KNIL) werden verslagen. En met de uitschakeling van een geallieerd vlooteskader, dat opereerde in de Javazee onder Karel Doorman, was het afgelopen met de Nederlandse oorlogsschepen in Azië. Doorman kwam om. Onderzeedienst en Marine Luchtvaartdienst bleven nog wel functioneren. De Japanners veroverden in een tijdsbestek van drie maanden geheel Oost-Azië; Nederlands-Indië kwam onder Japans militair bestuur. De Indonesiërs, die de Japanners aanvankelijk als bevrijders zagen, zouden daar snel op terugkomen. De Japanners onderdrukten door marteling, executie of deportatie naar werkkampen. Ook Nederlanders (totoks) werden geïnterneerd. Meer dan vier miljoen mensen werden gedwongen om te werken voor de Japanse oorlogsindustrie.
Er werden vrouwen uit interneringskampen afgevoerd om te worden tewerkgesteld als ‘troostmeisjes’ in militaire bordelen. Ook in de kampen werden vrouwen seksueel misbruikt. Sommigen konden de schaamte en vernedering niet verdragen en pleegden zelfmoord. Corrie Driessen,  de biologische moeder van zangeres Liesbeth List was één van hen.  
Velen werden weggevoerd uit Indië om te worden ingezet bij projecten als de Birma-spoorweg, de beruchte Dodenspoorlijn, waaraan ook geallieerde krijgsgevangenen gedwongen moesten werken. Uitputting, ziekte en uithongering kostten het leven van vele Aziatische dwangarbeiders en geallieerde krijgsgevangenen, waaronder bijna drieduizend Nederlanders, veel KNIL-militairen. Er overleden per dag gemiddeld tweehonderd arbeiders.
Cabaretier Wim Kan overleefde de Dodenspoorlijn en zou er nog vaak aan refereren bij zijn latere optredens. En in Nederland werd die andere podiumkunstenaar, Buziau, met andere populaire artiesten, door de moffen gedetineerd in gijzelaarskamp Haaren. Hij kwam eruit door kampmedewerkers om te kopen en heeft daarna nooit meer opgetreden.

Een Pools leger, het ‘Tweede Korps’, werd onder leiding van generaal Wladyslaw Anders van Rusland naar Perzië overgebracht. Het bestond overwegend uit voormalige krijgsgevangenen uit de Russische kampen en was maar liefst 74 duizend man sterk. Na overdracht aan de Britse overheid werd het leger verenigd met de vrije Poolse strijdkrachten in het westen. Zij zouden de Duitsers gevoelige slagen gaan toebrengen.
Rauter ging de Landstorm Nederland opzetten, een eenheid binnen de Waffen-SS, die zich moest gaan bezighouden met de verdediging van Nederland. Er werden Nederlanders geworven en de Landstorm trok NSB-leden aan die er in werkelijkheid helemaal niets voor voelden om misschien aan het oostfront te moeten vechten. Maar intussen liepen de helden maar wat graag rond met Duitse wapens. Mussert was verguld dat zijn mannen een militaire training kregen. De Landstorm bereikte een sterkte van achtduizend man en toen later de geallieerden zouden binnentrekken zouden zij wel degelijk aan de bak moeten. Er waren Landstormers die zich niet zouden ontzien oorlogsmisdaden te plegen.

Nederlandse Joden moesten verplicht een ster aanschaffen en dragen. De sterren, die werden vervaardigd in de Enschedese textielfabriek ‘De Nijverheid’, die nota bene toebehoorde aan een Joodse familie, kostten vier cent plus een distributiebon. In Rotterdam kwamen er wat bescheiden protesten tegen de Duitse maatregelen ten aanzien van de Joden. Sommige niet-Joden gingen een papieren Jodenster dragen en er werden protestbrieven verspreid en ook oproepen om woonruimte beschikbaar te stellen voor Joodse vrienden.
Pogingen van de bezetter om in ziekenhuizen en sanatoria bordjes ‘voor Joden verboden’ door te voeren, mislukten doordat directies en artsen er niet aan meewerkten.

Maar de vervolging van de Joden was niet te stoppen, de Duitsers waren al begonnen met Joodse patiënten uit ziekenhuizen af te voeren, de deportatie begon op gang te komen. Na Amsterdam en Den Haag was Rotterdam de stad met de meeste Joodse inwoners. Na het bombardement waren ongeveer duizend Joden de stad ontvlucht, wat het aantal Joodse inwoners ten naaste bij op elfduizend bracht. In juli moesten de eerste tweeduizend mensen van Joodse afkomst zich melden. Zij werden verzameld in een afgelegen loods op een terrein van de Gemeentelijke Haveninstellingen Rotterdam-Zuid. ‘Loods 24’. Er was vandaar een directe railverbinding met het landelijke spoorwegnet via het goederenemplacement Feijenoord, slechts door de in elkaars verlengde liggende Parallelweg en Hilledijk gescheiden van de Afrikaanderbuurt. Joden die zich niet hadden gemeld, werden via razzia’s opgehaald en al snel vertrok het eerste transport naar Westerbork.
(wordt vervolgd)
nnn 

zondag 14 februari 2016

ANNA'S JAREN - (124) Een avontuurlijke reis

In België, waar het Joods verzet al vroeg was begonnen, werden collaborateurs stelselmatig aangevallen. Vooral in Oost-Europa, maar ook in Italië, opereerden Joodse partizanen en ook in Duitsland waren vele vormen van verzet, door Joden maar ook door Duitsers. Er werd gesaboteerd en gespioneerd voor de geallieerden.
In Nederland bestond voor velen de allereerste zorg, net als in Duitsland, uit het redden van het vege lijf. Pas na onttrekking aan het zicht van de moffen kon over eventuele verzetshandelingen worden nagedacht. Zo’n 25 duizend Joden zaten ondergedoken, waarvan zo’n achtduizend, zoals Anne Frank en familie, werden opgespoord en vermoord.
De risico’s waren evident dubbelgroot, maar er waren Joden die over de moed beschikten ze te nemen. Joop Piller en de Rotterdammer Sally Dormits behoorden tot die moedigen. Piller zou het gaan redden, Dormits niet. En dat terwijl Dormits een door de wol geverfde vechtersbaas was. Hij had van jongsaf aan in het buitenland verkeerd, deelgenomen aan een Braziliaanse revolutionaire beweging en als vrijwilliger bij de Internationale Brigades meegevochten in de Spaanse Burgeroorlog. Terug in Nederland ging de strijdvaardige Sally in Den Haag wonen en nam daar direct na de capitulatie deel aan het verzet. Samuel Zacharias Dormits, zoals hij voluit heette, trad toe tot de Haagse communistische Vonk-groep. Hij maakte er een militante groepering van die zich niets aantrok van de CPN-richtlijn, die inhield dat er voorlopig geen gewapend verzet zou worden gepleegd. Sally wilde juist en vooral gewapend verzet en het moest ook grootschalig, hij nam de leiding van de ‘Nederlandse Volksmilitie’ op zich, scheidde van zijn vrouw en ging in Rotterdam wonen. De NVM telde ongeveer tweehonderd deelnemers, voornamelijk communistische Joden, en werkte na enige tijd voornamelijk vanuit Rotterdam. Er werden bomaanvallen uitgevoerd op treinen met Duitse soldaten en er werden bioscopen, die verboden waren voor Joden, in brand gestoken. Tweemaal werd gepoogd het Rotterdamse Luxortheater in brand te steken maar beide pogingen mislukten. Puur toeval zou ertoe leiden dat de NVM door de Duitsers zou worden opgerold.

Henk van Randwijk in 1965
(Foto: Wikipedia)
Nadat nagenoeg alle oprichters van Vrij Nederland waren opgepakt en gefusilleerd, had Édouard de Nève de redactie overgenomen. Al na een half jaar werd ook hij gearresteerd en zette Henk van Randwijk het werk voort als hoofdredacteur. Jean Langlet, zoals De Nève werkelijk heette, zou de oorlog overleven. De chaos van ‘dolle dinsdag’, toen vriend en vijand onterecht dachten dat alles voorbij was, zou hem te hulp schieten. Zijn dossier raakte zoek. Van Randwijk zou in 1942 door de Duitsers worden gearresteerd en zes weken lang worden verhoord. Hij zou worden vrijgelaten omdat hij al die tijd stug zou blijven ontkennen dat hij met zijn theologische achtergrond een verzetsblad kon uitgeven.
Vanaf december 1941 verscheen Vrij Nederland gedrukt, de eerste exemplaren kwamen van de pers bij de kleine drukker Hoekstra in het Friese plaatsje Koudum. Hoteleigenaar Walda uit Hindeloopen, die een nauwe relatie had met het verzet, had hem gevraagd iets voor het verzet te drukken. Dat trof. Hoekstra, een streng gereformeerde monarchist, zat op het puntje van zijn stoel om het verzet te hulp te schieten. Hij ging meteen aan het werk, ’s nachts achter verduisterde ramen, en het hele gezin hielp mee en vouwde en verpakte de nummers. Drie huiszoekingen kreeg het gezin te verwerken maar het lukte buiten schot te blijven. Op een keer stonden drie Duitsers en een Nederlander onverwachts in de drukkerij. Zij hadden een exemplaar van ‘Vrij Nederland’ bij zich en beschuldigden Hoekstra ervan dat hij het had gedrukt. Hoekstra’s redding school in het formaat van de verzetskrant dat niet was te verwerken op zijn pers en verder wijkten de gebruikte lettertypen af van wat Hoekstra in huis had. Door het oog van de naald, en Hoekstra’s kinderen vonden het daarom maar beter om nog aanwezige exemplaren van de verzetskrant te vernietigen. Juist op dat moment kwam er weer bezoek. Onder de neus van niets in de gaten hebbende moffen stonden zij koelbloedig de kranten te versnipperen en te verbranden in de tuin. Weer geluk. 
Teeners waren het nog, broer en zus Fokke en Feikje Hoekstra, maar zij namen de taak op zich de kranten naar Amsterdam te brengen. Beiden sjouwden twee grote koffers vol met in pakpapier gewikkelde verzetskranten. Eerst stapten zij op de boot van Stavoren naar Enkhuizen, zetten de koffers beneden en gingen boven zitten. Daarna namen zij de trein naar Amsterdam en zetten de koffers in een andere coupé dan waar zij zaten. Een avontuur vonden zij het, zo’n reis naar Amsterdam.
(wordt vervolgd)
nnn

dinsdag 9 februari 2016

ANNA'S JAREN (123) - De draai van de vlieger

Pearl Harbor. Achteraf is men zich gaan afvragen of de Amerikanen niet beter op de aanval voorbereid hadden kunnen zijn. De Japanse marinecode was al door hen gebroken en zij wisten dat de Jappen het op de Pacifistische vloot hadden gemunt. Wel lukte het de Amerikanen de getroffen schepen weer vrij snel in de vaart te brengen en zij verklaarden Japan de oorlog nadat Roosevelt ziedend de aanval als lafhartig had bestempeld. Meteen volgde Groot-Brittannië met eveneens een oorlogsverklaring aan Japan.
En kijk, Charles Lindbergh liet ook weer eens van zich horen. Na de aanval van de Japanners maakte hij ineens een draai van 180 graden en verkondigde de geallieerde inspanningen van harte te steunen. Hij bood zich aan voor het leger. Maar dat hoefde al niet meer van president Roosevelt, die had al eerder gezegd hem als een nazi te beschouwen en hij weigerde Lindbergh in dienst te nemen.

Amerika behoorde nu dus ook tot de vijanden van het Derde Rijk. Het was in Nederland nog nauwelijks te volgen, niet in het minst door de fragmentarische berichtgeving. In elk geval werd hier meteen alle Amerikaanse muziek verboden, er mochten zelfs geen Engelse uitdrukkingen meer worden gebezigd, zuiver Nederlands of – liever nog – Duits werd de verplichte taal voor liedjesteksten. Kolderieke benamingen waren het gevolg, doordat Engelse uitdrukkingen of  letterlijk werden vertaald of nagenoeg fonetisch werden weergegeven. De ‘Charleston Chasers’ noemden zich voortaan de ‘Charlatan Jagers’ en een aantal bands die het inmiddels verboden woord ‘swing’ in de naam voerden, gebruikten de letterlijke vertaling als ‘schommel’ of  ‘zwaai’. Boy Edgars ‘Moochers’ gingen verder als ‘Moetsjers’ door het leven. Ook ontstonden er vermakelijke songtitels, zoals ‘Mijn blauwe jas’ (Jazz me blues), ‘Veilig Verkeer’ (Traffic Jam) en later de leuke ‘Fiets, fiets foetsie’ (Flat Foot Foogy).  ‘Alles wird gut’ (I Never Dream) en ‘Katzenjammer’ (Tigerrag)  moeten de controleurs, die de Duitsers op pad stuurden om de handhaving van de taalzuiverheid te controleren, groot plezier hebben gedaan. Oudere WA-mannen waren het die er verder geen bal van begrepen en zich ergerden aan de aankondigingen van de nummers waarin zij – overigens terecht – het ridiculiseren van overheidsmaatregelen meenden te herkennen. Soms kwamen zij met de vreemdste waarschuwingen voor de musici, die bijvoorbeeld niet al te enthousiast mochten bewegen tijdens het musiceren.

Nederland beschouwde zich eveneens in staat van oorlog met Japan. En Duitsland en Italië verklaarden de oorlog aan de Verenigde Staten. De oorlog waaronder de Europese landen gebukt gingen, was definitief een wereldoorlog geworden.

In Rotterdam werd De Schie gedempt met puin en er vond een annexatie plaats van een groot aantal gemeenten. Winkelbedrijven openden noodwinkels en de bouw van de Maastunnel werd eind 1941 opgeleverd, maar de tunnel kon niet worden opengesteld omdat de roltrappen nog niet klaar waren. Die opening kwam er uiteindelijk wel, door drie toevallig passerende jongens uit Charlois. Maar toen was het al 1942, het jaar dat begon met de Japanse inval in Nederlands-Indië en het definitieve besluit van de nazi’s om de Joden te vermoorden, de ‘Endlösing der Judenfrage’. De Nederlandse Unie was toen inmiddels ook al verboden.

Arrestaties in Warschau
(Foto Wikipedia)
In tegenstelling tot de vaak gehoorde bewering dat de Joden passief massaal hun dood tegemoet gingen, was de wil onder de Joden om zich tegen de Duitsers te verzetten mogelijk nog sterker aanwezig dan bij anderen. Ongelukkigerwijze beschikten zij over nog minder mogelijkheden doordat de nazi’s erop waren gericht om hen uit te moorden en over meer administratieve middelen beschikten om Joden op te sporen dan bij andere verzetsstrijders het geval was. Desalniettemin ontstonden er in Europa vele pogingen tot verzet en ruim honderd gewapende Joodse opstanden. De Joden van het Getto van Warschau kwamen gewapend in opstand, maar de overmachtige Duitsers wonnen natuurlijk, zevenduizend Joodse strijders werden gedood en nog eens zesduizend mensen werden levend verbrand of vergast in bunkers. De overgebleven vijftigduizend mensen werden afgevoerd naar vernietigingskampen, de meesten naar Treblinka. Dat was in april en mei van het jaar 1943. Later in dat jaar kwam er een opstand in dat Treblinka, waarbij vele gebouwen tot de grond afbrandden en zeventig gevangenen ontsnapten. Vijftienhonderd gevangenen werden vermoord. Daarna werden in Sobibor de ondercommandent en nog tien officieren gedood en ongeveer de helft van de zeshonderd gevangenen ontsnapten er. Slechts een klein aantal hiervan overleefden echter de oorlog. De nazi’s sloten het kamp na de opstand. Ook in Auschwitz kwam een opstand, dat was weer een jaar later. Vrouwelijke gevangenen hadden explosieven van een wapenfabriek weten te bemachtigen en een crematorium werd voor een deel verwoest. Gevangenen uit Birkenau, die de bewakers hadden overmeesterd sloten zich bij de opstandelingen in Auschwitz aan en er kwam een ontsnappingspoging, de meesten werden echter alsnog vermoord.
(wordt vervolgd)
nnn 

donderdag 4 februari 2016

ANNA'S JAREN (122) - Maar helaas

In Leiden werd de herdenking van het Leids ontzet geleid door dominee H.C. Touw, die beleg en ontzet zodanig beschreef dat iedereen begreep dat het over de Duitse bezetting ging. Een samenvatting werd via ‘Radio Oranje’ voorgelezen en zou voortaan elk jaar worden herhaald.
De Duitsers deden er toen nog van alles aan om de sympathie van de bevolking te verwerven. Zij moesten zich vooral niet als overwinnaar opstellen maar als hulpvaardige kameraad. Kameraad granaat. De gewone Wehrmachtsoldaat beviel dat prima, doorgaans was hij nog nooit buiten de eigen grenzen geweest en kon hij nu toeristische trekpleisters bezoeken, naar de meisjes lonken en er lustig op los fotograferen. In Duitsland fotografeerden al velen uit liefhebberij, en menig soldaat had een camera in de ransel. Goebbels zag er een ideaal propagandamiddel in en maakte ruimschoots gebruik van de mogelijkheid om met foto’s de indruk te wekken van een ontspannen verhouding tussen de gewone man en de Duitse soldaat. ‘Spontane’ kiekjes van soldaten, flirtend met Nederlandse meisjes, of wat ook nu nog steeds graag wordt toegepast – het liefst door moordzuchtige dictators – kinderen omarmend.

Boijmans-directeur Dirk Hannema, die zich dan wel lelijk had verkeken op zogenaamde Vermeers, gaf er blijk van een vooruitziend man te zijn. Hij was al voor de oorlog losbarstte begonnen met het onderbrengen van zijn kunstcollectie op bomvrije plaatsen. Als lid van een commissie die zich bezig hield met het kunstbezit van het koninklijk huis, wist hij verder te voorkomen dat de paleiskunst naar Duitsland zou verdwijnen. In Boijmans organiseerde hij tentoonstellingen van plaatselijke kunstenaars om hen te helpen in die moeilijke tijd; maar niet minder om te voorkomen dat de Duitsers het museum voor andere doeleinden zouden gaan gebruiken. Een verdienstelijk man met hart voor de kunst.
Maar helaas, hij ging in de fout.

Hannema begon zijn voorkeur voor de nieuwe orde van de Duitsers openlijk uit te dragen en trad toe tot de door hen ingestelde Kultuurkamer. Iedereen die zich wilde manifesteren als kunstenaar, schrijver, muzikant of podiumartiest diende zich hierbij aan te melden. Wie dit niet deed kreeg een hoge boete. Musici moesten hun repertoire laten goedkeuren. Amerikaanse muziek mocht niet meer worden uitgevoerd. Veel schrijvers konden hun vak niet meer beoefenen omdat zij weigerden lid te worden. Maar Hannema trad toe en werd onder het door de Duitsers ingestelde Departement van Volksvoorlichting de hoogste adviseur voor musea.
Intussen zat Van Meegeren ook niet stil en schilderde vijf nieuwe ‘Vermeers’, oorlog of niet, hij kon het niet meer laten. De schilderijen werden gretig afgenomen door de Rotterdamse havenbaronnen Van Beuningen en Van der Vorm, het Rijksmuseum en niet te vergeten notoir kunstkenner en verzamelaar Göring. 
En Van Meegeren werd rijk.
Hij trad eveneens toe tot de Kultuurkamer, want hij had ook nog eigen werk gemaakt en wilde dat tentoonstellen. Hij kreeg zijn tentoonstellingen, in Panorama Mesdag, in het Rijksmuseum en ook nog op verschillende plaatsen in Duitsland. Het maakte hem niets uit dat andere kunstenaars daar niet voor kozen, honger leden omdat zij niets mochten verkopen, of zelfs in het verzet gingen zoals beeldhouwer Gerrit van der Veen die al een actiegroep tegen de Kamer had geleid. 
En Van der Veen werd gearresteerd. 
Hij dook na zijn vrijlating onder om, zwervend van onderduikadres naar onderduikadres, een uitgebreid verzetsnetwerk te gaan leiden en zijn ‘Persoonsbewijzencentrale’ te beginnen. 

Aanval op Pearl Harbor
(Foto: Wikipedia)
Hitler hield inmiddels voorbarig zijn volgelingen voor dat de Sovjet-Unie was verslagen terwijl op dat moment Rusland door de weersomstandigheden veranderde in een onmetelijke modderpoel. Stalin wachtte op vorst, dan was de grond steviger voor zijn tanks. En toen die dan kwam stond het Duitse leger weliswaar voor Moskou maar had het inmiddels ook zware verliezen geleden en waren de soldaten uitgeput. Met een temperatuur van dertig graden onder nul was de vrieskou voor de Russen een partner in de strijd. De Duitsers waren er in het geheel niet op voorbereid en hun materieel liet hen in de steek. Zij kregen te maken met de Russische generaal Georgi Zjoekov, een moedig en meedogenloos man. Hij ging met zijn inmiddels opgebouwde reserves in de tegenaanval en dreef de Duitse troepen terug.
Die Russische tegenaanval was nog niet begonnen of de Japanners vielen de Amerikaanse vlootbasis in Pearl Harbor op Hawaii aan. De totaal verraste Amerikanen moesten constateren dat zes slagschepen en een aantal kleinere schepen tot zinken waren gebracht. Gelukkig was het zondag en waren de meeste matrozen aan de wal, anders was het aantal doden nog veel hoger geweest dan de 2400 die er vielen te betreuren.
(wordt vervolgd)
nnn