maandag 9 maart 2015

ANNA'S JAREN (57) - Een prachtig gebouw om te halveren

Op 24 oktober 1929, zwarte donderdag, klapten de Amerikaanse aandelenbeurzen in elkaar. In de weken die erop volgden pleegden veel slachtoffers zelfmoord. De platenindustrie legde nagenoeg het loodje, waardoor ook de radiostations de jazzmuziek minder brachten en jazzmusici zich vaak gedwongen zagen ander werk te zoeken. De aandacht van het publiek voor de jazz taande, van de blues moest men al helemaal steeds minder hebben.

De crisis bleef vrijwel direct niet alleen tot de VS beperkt; doordat daar minder werd geconsumeerd verminderde in andere landen de export vrijwel op slag.  Nederland werd geconfronteerd met jaren van gebrek en hoewel in 1936 van enig herstel sprake leek, volgde in 1937 een tweede, kleinere crisis. 
Hoe de armoe kon toeslaan valt te lezen in een artikel waarmee in 1930  ‘Het Leven’ kwam. 
‘Hongerende helden. Wat de Nederlandsche Staat doet voor oud militairen’,  bracht schrijnende voorbeelden als dat van een zeventig jaar oude gepensioneerde marinier, met een ereteken voor belangrijke krijgsverrichtingen: 
‘zwaarder van gewicht haast dan zijn kapitaal, hetwelk hem jaarlijks uit de schatkist met karige hand 
wordt toegeschoven. Twee-honderd-drie-en-zeventig harde guldens hebben jarenlang de magen 
van hem en z’n gade doen rammelen, ten leste zo luid, dat de regering de hand over het bureaucratische hart streek en een toeslag van elf guldens per maand, later verhoogd tot 22,75 gulden, toekende’ 

Toch, juist in die tijd werd Rotterdam nog verrijkt met een prachtig gebouw, een stralend modern warenhuis ontworpen door Dudok, De Bijenkorf. Langs de Coolsingel was de gevel 114 meter lang, de gesloten muurdelen bestonden uit gladde, gele stenen met stroken van zwarte, witte en gouden tegels tussen de enorme raampartijen. Het gebouw bestond uit zes lagen met in het interieur een indrukwekkende verkoophal over drie lagen. Er was een lunchroom voor duizend personen en het gebouw had daktuinen voor personeel en klanten. Aan de korte zijde bevond zich een vijfenzestig meter hoge minaret met daarop een zes meter hoge glazen kristalvorm, die perfect functioneerde als luchtkanaal waardoor het warenhuis niet de tot dan toe beruchte en benauwde warenhuissfeer kende. Het was er binnen ook ongekend licht.
Uit betere tijden na-ijlende architectuur van topniveau waar de Duitsers wel raad mee wisten. Tijdens het bombardement van 1940 zou het gebouw voor een groot deel worden verwoest en na herstelwerkzaamheden in 1941 meer dan gehalveerd weer worden opengesteld als noodgebouw. Het later door Dudok ontworpen kantoor van de Hollandsche Bankunie, dat vlakbij de Bijenkorf stond, is behouden gebleven.

Anna en Pieter L.C. werden met velen door de crisis getroffen, de inkomsten liepen steeds sneller terug en bovendien was Anna eigenlijk totaal ongeschikt voor het vak van caféhoudster, zij was veel te goed van vertrouwen en te gulhartig ook, en dat ging nog weleens geld kosten als er weer eens zo’n opgedofte laaielichter zich met zijn mooie verhaaltjes aan de bar nestelde om een fijne jenever te proeven.
‘Alles kits achter de rits, Anna?’
Proeven was in die tijd een gangbare uitdrukking voor het drinken van jenever. Sommige kroegen, waar weliswaar de fijnste jenever werd geschonken, werden eufemistisch proeflokalen genoemd.
In die proeflokalen werd het bekende tulpvormige glaasje voorzichtig volledig gevuld en een geoefende schenker wist dat, gebruikmakend van de oppervlaktespanning van de vloeistof, zelfs tot boven de rand te doen. De eerste slok werd dan voorzichtig geslurpt, zonder het glaasje op de bar met de handen aan te raken want anders werd het morsen, een doodzonde.
(wordt vervolgd)
nnn

Geen opmerkingen:

Een reactie posten