(Foto: Wikipedia) |
Market-Garden.
De Duitsers sloegen al snel terug en profiteerden van de chaotische situaties die
ontstonden door onenigheden tussen de geallieerde bevelhebbers. De Britten
kwamen steeds meer in het nauw.
Vier dagen later
landde de ‘Eerste Poolse Onafhankelijke Parachutistenbrigade’. Hun
zweeftransportvliegtuigen werden door de Duitsers aangevallen en vele para’s
kwamen midden in de gevechten terecht. Toch ontkwamen mede dankzij
Poolse eenheden de Britse luchtlandingstroepen aan een totale vernietiging door
de Duitsers.
De geallieerde
troepen benoorden de Rijn trokken zich terug, slechts een kwart van de
uitgeputte soldaten wist te ontkomen. De rest was dood of krijgsgevangen
gemaakt. Het doel van Market-Garden was niet gehaald. Wat een snelle
geallieerde doorbraak had moeten zijn, was een van de laatste grote
overwinningen van de Duitse Wehrmacht geworden. De Duitse propagandamachinerie
maakte er flink gebruik van om het moreel van de troepen op te peppen en het
thuisfront te doen geloven in de uiteindelijke overwinning.
Hoewel Monty
verantwoordelijk was voor het fiasco bleef Eisenhower vertrouwen in hem hebben. De strijd
ging voornamelijk verder in Zuid-Limburg en in het westen rond het Scheldegebied,
waar hard werd gevochten om de toegang tot de haven van Antwerpen. En verder
bleef het zuiden van Nederland onbezet.
De
bevolking van Arnhem en omgeving was niet alleen tijdens de aanval slecht af.
Erna lieten de Duitsers geheel Arnhem en een aantal plaatsen in de regio
evacueren. Spoorslags moesten 150 duizend mensen hun woningen verlaten. De
Duitsers bleven Nijmegen, dat zij hadden moeten opgeven, intensief bombarderen
en beschieten.
Tot op de
dag van vandaag heerst het vermoeden dat de plannen van Market-Garden waren
verraden. De Duitsers hadden evenwel tijdens de aanval al snel een draaiboek
gevonden in een neergeschoten vliegtuig.
Sumatra, daags
na het begin van Market-Garden. De commandant van de Britse onderzeeboot
‘Tradewind’ zag een sliert rook aan de horizon. Hij patrouilleerde langs de
zuidwestkust met de opdracht Japanse vrachtschepen aan te vallen omdat deze hun
troepen in Nederlands-Indië bevoorraadden. Kapitein Stephen Maydon ging erop af en concludeerde dat het een Japans
vrachtschip met twee begeleidingsschepen was. Het schip voerde niet het rode
kruis dat door de Conventie van Genève was voorgeschreven wanneer er
krijgsgevangenen worden vervoerd. Maydon liet er vier torpedo’s op afvuren en
keerde om, de gebruikelijke tactiek.
Pas jaren
later zou Maydon te horen krijgen dat twee van de vier torpedo’s doel hadden
getroffen. Dat was in dezelfde periode dat in de familie nog weleens de ramp
van de ‘Titanic’ met zijn ruim vijftienhonderd slachtoffers ter sprake kwam. Over
de Lusitania ging het niet en helemaal niemand wist toen van een Japans
vrachtschip dat meer dan twintig jaar geleden als een van de vele naar de
zeebodem was gestuurd.
De door
Maydon getroffen ‘Junyo Maru’ was echter geen vrachtschip, de Japanners
vervoerden er wel degelijk krijgsgevangenen mee, zonder een rood kruis op de boot.
De krakkemikkige hoop roest, volgestouwd met Javaanse werkslaven, ‘romoesja’s’,
en Amerikaanse, Britse, Australische en Nederlandse krijgsgevangenen, was op
weg naar Pakanbaru, waar aan de spoorlijn moest worden gewerkt. Aan boord
heerste dysenterie. Na de voltreffers had het niet meer dan twintig minuten geduurd
tot het schip onder water verdween. Daarbij lieten 5.600 mensen het leven, waaronder
waarschijnlijk elfhonderd Nederlanders. Viermaal zoveel slachtoffers als bij de
ramp van de ‘Titanic’, bijna vijfmaal zoveel als bij de ramp van de ‘Lusitania’.
De ramp was daarmee de grootste uit de geschiedenis.
Bij de
overlevenden waren de vader van schrijver Adriaan
van Dis en de vader van schrijfster Marion
Bloem. De Nederlandse roeier en meervoudig kampioen skiff Pieter Dirk Timmermans redde het dankzij
zijn goede conditie. Met een aantal lotgenoten achter hem aan wist hij zwemmend
de kust te bereiken. Daar aangekomen werden zij meteen door de Japanners weer
opgepakt en in elkaar geslagen. En allen die de ramp hadden overleefd werden alsnog
getransporteerd naar Pakanbaru om aan deze ‘dodenspoorweg’ te werken. De aanleg
ervan liep al een jaar en zou nóg een jaar gaan duren, tot augustus 1945.
Gedurende die periode werkten bijna 50 duizend dwangarbeiders aan de spoorweg
waarvan er 26 duizend overleden.
De enige
keer dat de lijn zou worden gebruikt was na de Japanse capitulatie. Om de
weinige overlevenden af te voeren. Voor Pieter Dirk Timmermans een maand te
laat.
(wordt
vervolgd)
nnn
Geen opmerkingen:
Een reactie posten