donderdag 4 augustus 2016

ANNA'S JAREN (158) - Over de grens

De affiches bracht de aanplakker naar de juiste plek met een soort bezem. Die had zo’n lange steel, dat hij ermee tot bovenaan de peperbus kon reiken. Het borstelgedeelte doopte hij in een emmer met plaksel, dan smeerde hij de beoogde plek op de peperbus in, plaatste vervolgens een affiche over het borstelgedeelte van de bezem, drukte het op zijn plaats en wreef het aan. Rats. Dan het volgende. Vlug, vlug. Het laatste. Weg, weg, weg.
Tenminste, als er niet ook onderaan de peperbus moest worden geplakt. Dan werd het voor de aanplakker moeilijker, de bezemsteel kwam in een meer horizontale positie en al gauw in conflict met een omstander. Zo’n omstander als ik, die zo nodig vooraan moest staan. Het uiteinde van de steel kwam dan ook op een keer tussen mijn benen terecht. Om meteen, op het moment dat de aanplakker het affiche onderop aandrukte, mijn geheel volgens afspraak netjes ingedaalde mannelijke bestanddelen op slag bijna op hun schreden te laten terugkeren. De in zijn werk gestoorde aanplakker schold mij verrot. Tegen de volwassenen, die hem meteen van repliek dienden, durfde hij dat niet. Het drong nauwelijks tot mij door. Ik was drukdoende met sterretjes tellen, met een stemmetje dat een octaaf was verhoogd.

Het Rotterdamse energiebedrijf stopte met de levering van elektriciteit aan bedrijven, theaters en de amusementssector. Er viel nu helemaal niets meer te beleven in de restanten van de stad. En inmiddels stond de doodstraf op het bezit van een radio. Wat niet tegenhield dat iedereen wist dat de stad Luxemburg was bevrijd. Soldaten van het Amerikaanse leger waren daarna, op 12 september, de grens overgekomen bij Mesch, het eerste Nederlandse dorp dat werd bevrijd. De inwoners vierden de bevrijding meteen, dansend en springend volgden zij een accordeonspeler door het dorp. Er werd voedsel uitgedeeld door de Amerikanen en de dorpelingen vergaapten zich aan de zwarte mensen, die zij voor het eerst zagen. Die zwarte soldaten haalden de doden op, want de bevrijding was niet zonder slag of stoot verlopen.
Twee dagen later kwam Maastricht aan de beurt. Er werd vervolgens met meer spanning dan ooit, en met gevaar voor het leven, via de radio vernomen dat paratroepen landden bij Arnhem. Het front verschoof naar Nederland.

Regelmatig werden de Nederlandse Spoorwegen erop gewezen dat zij, door klakkeloos de orders van de Duitsers uit te voeren, medeverantwoordelijk waren voor de deportatie van honderdduizenden Joden, Roma, Sinti, dwangarbeiders en politieke gevangenen. Gerrit van der Veen had in ‘De Waarheid’ een emotionele oproep gedaan dit werk te stoppen. Het ging gewoon nog twee jaar door. Tot 17 september 1944, de dag dat het er dan toch van kwam. Het railvervoer ging plat. Twee weken te laat voor degenen die met het laatste transport vanuit Westerbork naar Auschwitz waren vertrokken. Twee weken te laat voor Anne Frank en de medebewoners van het achterhuis. Vier dagen te laat voor degenen, die met het laatste transport naar Bergen-Belsen waren vertrokken.

Personeelsleden hadden incidenteel wel wat sabotagedaden verricht bij het Duitse goederenvervoer en ook werd het verzet door hen geholpen met informatie over Duitse transporten en bij het vervoer van ondergrondse kranten. Het beleid van de NS-directie bleef echter loyaal aan de Duitsers. Vier volle jaren bleven de bezetters op hun wensen bediend. De directie ontzag zich niet het personeel te laten weten dat elke vorm van werkweigering zou worden bestraft volgens het ‘politiestandrecht’ van de Duitsers. Met andere woorden: de dader zou worden geëxecuteerd.  
(Afbeeelding Wikipedia)
Alleen als de opdracht tot staking rechtstreeks uit Londen zou komen, was de NS wel bereid tot staking. Die opdracht was er nu, zij het niet met de bedoeling de Jodentransporten een halt toe te roepen. Het ging erom dat het voor Duitsers moeilijk zou worden om materieel aan te voeren naar het gebied waar was begonnen met de grootste militaire operatie in Nederland: ‘Market Garden’.
‘Radio Oranje’ zond een codebericht uit. ‘De kinderen van Versteeg moeten onder de wol’. Het sein voor 30 duizend personeelsleden van de Nederlandse Spoorwegen om het werk neer te leggen. Het merendeel van de leidinggevenden dook onder, waardoor het begin van de staking een chaos werd en het een week duurde tot alles plat lag.
Treinen die nog voortbewogen werden door de geallieerden beschoten.

‘Market’ was de codenaam voor de luchtlandingen. ‘Garden’ voor het grondoffensief vanuit België. Er wachtten veel moeilijkheden. Montgomery zag niet in dat de Duitsers nog lang niet waren verslagen en nog steeds de mogelijkheid hadden om versterkingen uit Duitsland te halen. De eerste luchtlandingen kwamen wel als een volledige verrassing voor de Duitsers, een deel landde te ver van het doel en kwam binnen de SS-divisies terecht. Van de negenduizend para’s landden er slechts 2400 op de juiste plek.
(wordt vervolgd)
nnn

Geen opmerkingen:

Een reactie posten