zaterdag 4 juli 2015

ANNA'S JAREN (80) - Hypermodern verouderd

Hij zon op wraak. Doordat hij wel veelzijdig was en excelleerde op het gebied van portretschilderen, was hij er van overtuigd dat hij een groot schilder was en kon hij het slecht verkroppen dat er maar weinigen zijn mening deelden. Omdat hij door  kunstcritici constant werd vernederd, zij noemden zijn werk prulleboel, besloot hij hen te grazen te nemen en zette hij zich aan het vervaardigen van een valse Vermeer, ‘De Emmaüsgangers’. Zijn plan was om na de euforie die door de ontdekking van het schilderij zou ontstaan te onthullen dat het een vervalsing betrof. Hij hoopte daarbij vooral de Vermeer-kenner bij uitstek, dr. Abraham Bredius  te zullen treffen.
Bij het vervaardigen van het schilderij ging hij niet over een nacht ijs, hij kocht beschilderde doeken uit Vermeers tijd, die als ondergrond moesten dienen, maakte zelf verf zoals het in die tijd gebeurde en gebruikte penselen die ook Vermeer gebruikt zou kunnen hebben.
Met behulp van fenol en formaldehyde, de grondstoffen voor bakeliet, wist hij de verf schijnbaar de harding van eeuwen te geven en door het rollen van het doek nam het verfoppervlak het craquelé van de oude ondergrond over, wat ook nog eens ingewassen met zwarte inkt, een eeuwenoud uiterlijk aan het schilderij gaf. 
Maar zorgvuldig uitgaan van het juiste doek, verf vervaardigen op antieke wijze, oude penselen gebruiken en dan zwarte inkt in de craquelures en bakeliet door de verf? 
Mijn eerste camera, van bakeliet
(begin jaren vijftig).
Bij de vervaardiging van bakelieten
producten werd de vormgeving
sterk bepaald door de mogelijkheden
die de mallen boden.
Mede daardoor is dit apparaatje
voor mij een ontroerend object.
(Foto Dirk van Eijk)
Bakeliet is een door de scheikundige Baekeland in 1909 gepatenteerd materiaal, dat wordt beschouwd als de eerste volledig synthetische kunststof en dat ten tijde van de creatie van ‘De Emmaüsgangers’ al op geruime schaal werd toegepast, onder andere in de lelijke zwarte stopcontacten die tot ver na de oorlog nog in woningen aanwezig waren. Maar er waren ook al fraaie toepassingen in de behuizing van camera’s en radio’s in gebruik; telefoons werden van bakeliet vervaardigd  en luidsprekers en fruitschalen werden geheel in het materiaal uitgevoerd. En Van Meegeren maakte met dat hypermoderne materiaal zijn schilderij ‘oud’.
De perfectionering van deze technieken had hem enkele jaren gekost maar in 1937 kon hij dan zijn ‘Vermeer’ geheel tot eigen tevredenheid concipiëren. Hoe perfect ook, door de geavanceerde onderzoekstechnieken van tegenwoordig zou in een mum van tijd kunnen worden aangetoond dat er van een origineel werk geen sprake is. Wat trouwens ook nog wel eens gewoon zou kunnen blijken voor wie er met onbevangen blik naar kijkt. Maar toen presenteerde een met Van Meegeren bevriende advocaat het werk aan Bredius; hierdoor meteen een beklagenswaardig man omdat hij vrijwel onmiddellijk zijn vaak verkondigde stelling zag bevestigd, dat er nog onontdekte Vermeers moesten bestaan. Hoewel er ook toen al experts waren die de echtheid van het werk betwijfelden, werden de Nederlandse kunstkenners overtuigd door de autoriteit van Bredius, de kenner bij uitstek van zeventiende-eeuwse schilderkunst. Zijn oordeel was immers al sinds heugenis maatgevend wanneer de vraag zich voordeed of een veronderstelde Rembrandt of Vermeer echt was. Van Meegeren had met de advocaat als tussenpersoon een meer dan slimme zet gedaan. De man, Mr. G.A.Boon, was een persoon van aanzien, had een positie als rechter bekleed en was lid geweest van de Tweede Kamer. En het mooist van alles was dat hij totaal geen verstand had van kunst. Vriend Van Meegeren had hem wijs gemaakt dat het schilderij uit de collectie van een in geldnood verkerende adellijke Italiaanse kwam. Dat moest geheim blijven, omdat de Italiaanse wetgeving export niet toestond. Er zouden nog weleens meer schilderijen kunnen opduiken, had hij er nog aan toegevoegd, leuk voor later. Beetje vreemd eigenlijk dat de onberispelijke Boon daarin niets onrechtmatigs ontdekte.
Bredius had vernomen dat Boon een alom gerespecteerd man was en tuinde erin, met open ogen. De schilder genoot van zijn succes en stapte af van zijn oorspronkelijke bedoeling om de fraude te onthullen, geldzucht maakte zich zo sterk van hem meester dat hij niet meer in staat was de gevolgen van zijn beslissing te overzien.
(wordt vervolgd)
nnn

Geen opmerkingen:

Een reactie posten