Henri Winkelman (Foto Wikipewdia) |
De stad
Rotterdam zou een maand later zijn zeshonderdjarig bestaan vieren. Maar daar
was dus even wat tussengekomen. De oude stad lag plat. Van de Rotterdamse podia
was ongeveer nog een kwart overgebleven, de rest was gebombardeerd of verbrand.
De strijd
in Zeeland zou nog twaalf dagen doorgaan maar generaal Henri Winkelman hield
een radiotoespraak waarin hij zei de wapens te hebben moeten neerleggen omdat
het niet anders kon:
‘(...) Allen waren vastbesloten ons vaderland
te verdedigen tot het uiterste. (...)
Onze soldaten hebben gestreden met een moed die onvergetelijk zal
blijven. Maar de strijd was ongelijk. (...) Bij duizenden zijn zij gevallen
voor de vrijheid van Nederland. (...) Rotterdam, dat vandaag door de Duitse
luchtmacht werd gebombardeerd, heeft het droevig lot van de totale oorlog
ondergaan. Utrecht en andere grote bevolkingscentra zouden binnen korte tijd
dit lot met Rotterdam moeten delen. (...) Wij hebben de strijd gestaakt. Ik kan
mij ten volle indenken, dat dit besluit voor vele Nederlanders schokkend is.
Nederlanders! Hebt ondanks deze zware tegenslag vertrouwen in de onverwoestbare
krachten en tradities van ons volk. (...)
Winkelman
besloot zijn toespraak met de uitroep:
‘Leve
Hare Majesteit de Koningin! Leve het vaderland!’
Winkelman
had een machtiging gekregen om zelfstandig te bepalen wanneer Nederland diende
te capituleren. Hij voelde er niets voor om mee te werken met de bezetter en
eiste van de Nederlanders en de Nederlandse bedrijven dat zij geen militaire
opdrachten voor de nazi’s zouden uitvoeren. Hoge ambtenaren en de meeste
Nederlandse industriëlen trokken zich daar nauwelijks iets van aan.
Winkelmans
blijvende, openlijke steun aan het koninklijk huis leidde tot zijn arrestatie,
waarna hij de gehele oorlog in krijgsgevangenschap verbleef. Die vijfjarige
gevangenschap maakte de man, die in vijf dagen de oorlog verloor, evenzogoed
zeer populair onder de Nederlandse bevolking. Er was hard en met grote inzet
een bij voorbaat kansloze strijd gestreden door de Nederlandse soldaten. Slecht
bewapend – een deel van de kanonnen was ruim tien jaar ouder dan Anna, zij
stamden uit 1870 – moesten zij de Duitse overmacht zien te weerstaan. De
tweeduizend Nederlandse soldaten in het noorden konden nauwelijks weerstand
bieden en binnen twee dagen stonden de Duitsers bij de Afsluitdijk, waar de
Nederlanders, nadat zij achttien man hadden verloren, zich verschansten in
Kornwerderzand. De Duitsers kozen er in eerste instantie voor om via het
IJsselmeer over te steken maar dat was na bombardement en capitulatie al niet
meer nodig.
Niet alleen in Rotterdam en op de Grebbeberg sloegen de
Nederlanders hard terug maar ook rond Den Haag, waar de overval op het regeringscentrum
werd afgeslagen en de Luftwaffe zware verliezen leed. Op vliegveld Waalhaven na
vielen alle vliegvelden, die de Duitsers op 10 mei veroverden, dezelfde dag
weer in Nederlandse handen. De Duitse luchtlandingstroepen moesten zich in
eerste instantie weer terugtrekken en toezien dat er zestienhonderd van hen
krijgsgevangen werden gemaakt. Daarvan werden er zelfs twaalfhonderd afgevoerd
naar Engeland. De Nederlanders schoten meer dan vijfhonderd Duitse vliegtuigen
uit de lucht, waardoor het Duitse luchttransport voor de rest van de oorlog een
blijvende handicap werd bezorgd.
En ten slotte
kwam Winkelmans capitulatie pas nadat er ook een bombardement op Utrecht
dreigde.
Anna’s
lievelingszanger Leo Fuld, die schitterde op Broadway, was vlak voor het
uitbreken van de oorlog naar Nederland gekomen omdat zijn werkvergunning was
verlopen. Net voor de Duitse inval reisde hij terug naar New York en hoorde
daar kort na aankomst op de radio het nieuws over het bombardement op zijn
geboortestad Rotterdam. Een gebeurtenis die een periode inluidde waarin zijn gehele
familie in Europa zou worden vermoord door de nazi’s. Alleen zijn zus zou de
Holocaust overleven. Fuld zou jaren niet meer kunnen zingen. Nu maakte hij zich
zorgen om zijn vrienden en familie in de Maasstad en probeerde hij zich een
voorstelling te maken van de situatie in Rotterdam op de eerste dag na het
bombardement.
Daar
overtrof de bizarriteit van de wrange werkelijkheid het tweedimensionale surrealisme
van Salvador Dali’s schilderijen. Zebra’s graasden langs een doodstille
Diergaardesingel en een afgedwaald exemplaar liep door een winkelstraat, er zwommen
zeeleeuwen in de singels en er vielen kamelen te ontwaren tussen smeulende
puinhopen. Ontsnapte dieren uit de eerder getroffen oude Rotterdamse Diergaarde,
zij zouden over niet al te lange tijd verhuizen naar Blijdorp.
In
Rotterdam-West trokken dakloos geraakten in door de crisis al geruime tijd
leegstaande woningen. Alle huizen werden van de ene dag op de andere verhuurd.
Vanuit veel woningen buiten het getroffen gebied werd van alles wat bruikbaar
was voor de vluchtelingen aan de straat gezet. Beddengoed, dekens, linnen,
meubels en voedsel werden verzameld en verdeeld.
De
Duitsers maakten een grote intocht door de stad, onder meer met een hele
tankdivisie. Om een zo’n groot mogelijke indruk te maken, misleidden zij de
bevolking door dat tot driemaal toe te doen. Ook in Den Haag, Haarlem,
Amsterdam, Utrecht en Den Bosch gebruikten zij deze methode om hun macht veel
groter te laten lijken dan die in werkelijkheid was.
Enkele
dagen later volgde de Wehrmacht en werden de Rotterdammers geconfronteerd met lange
rijen infanteristen, die luidkeels zingend door de straten marcheerden.
Auf der Heide blüht ein kleines Blümelein.
Und das heisst: Erika.
Veel
Nederlanders zouden vanaf dat tijdstip Duitse marsmuziek haten voor het leven.
De
Nederlandse strijdkrachten, met uitzondering van die in Zeeland, hadden zich
overgegeven; de CPN was ondergronds gegaan en Bernardus IJzerdraat had in Rotterdam een oproep tot verzet tegen
de Duitsers verspreid, wat het begin werd van de verzetsgroep ‘De Geuzen’.
En dan, op 17 mei 1940 stond Middelburg in brand door
bombardementen van de Luftwaffe, waarmee de gevechten in Zeeland stopten.
(wordt
vervolgd)
nnn
Geen opmerkingen:
Een reactie posten