zaterdag 14 november 2015

ANNA'S JAREN (106) - Verkeerde diagnose

Opmerkelijk genoeg gingen tijdens bezetting en onderdrukking veel zaken in Rotterdam gewoon door. Geplande annexaties van randgemeenten kregen hun beslag. Allereerst werd ‘De Hef’ hersteld, om treinverkeer weer mogelijk te maken. En al op 18 mei 1940 ontving de Rotterdamse stadsarchitect W.G. Witteveen de opdracht een plan te ontwerpen voor de wederopbouw van de stad. Daartoe ging het gemeentebestuur over tot onteigening van alle terreinen, waarop de verwoeste gebouwen hadden gestaan. De eigenaars kregen geen schadevergoeding maar recht op een gelijkwaardig nieuw stuk grond. Van de verloren gegane woningen zou volgens plan nog niet de helft worden herbouwd. Het plan van Witteveen borduurde voort op ideeën, die hij al voor de oorlog had ontwikkeld en kon dus snel – een maand later – worden gepresenteerd. De Duitsers hadden grote belangstelling voor het beoogde herstel van de stad, die de snelle jongens inmiddels als hun uiterst belangrijke havenstad zagen. De onderwijl benoemde rijkscommissaris voor Nederland kwam speciaal daarvoor met een zware delegatie naar Rotterdam. Arthur Seyss-Inquart. Omdat hij mank liep werd hij al gauw ‘Zes-en-een-kwart’ genoemd door wie niet van hem hield. En kijk, ook hem kan ik mij herinneren, met zijn kenmerkende brilletje.
Het was alweer een aantal jaren later maar voor de zoveelste keer defileerden Duitsers nog steeds stoer en stevig stampend met hun spijkerlaarzen door de Paul Krugerstraat. Voor de zoveelste keer bloeide er weer een klein bloempje op de heide, en voor de zoveelste keer werden wij er niet vrolijk van. Langs de kant van de weg stond een gebrilde, hoge officier naast een auto. Uit een raam van de woonkamer hangend, hadden Jan en ik net voldoende zicht op een stukje Paul Krugerstraat om er meer dan genoeg van te aanschouwen.
Impulsief als hij kon zijn, verbrak Jan de in het bijzijn van kinderen gebruikelijke radiostilte en zei achterom naar binnen:
‘Kijk Rieka, we hebben hoog bezoek uit de hel. Daar staat die godsverdomde galbak van een Zes-en-een-kwart.’
Ik vermoedde het al wel, maar nu werd het wel zeer duidelijk dat Jan niet van hem hield. Rieka schrok best wel even, want hij zei zulke dingen nou niet bepaald fluisterend met zijn bootwerkerskeeltje.
‘Kom dan nou maar naar binnen Jan, we hebben het wel gezien’.
‘Ik wil hem toch eerst nog even zien manken met die kortere poot voordat hij in die auto stapt.’
Helaas voor Jan mislukte dat want het instappen van ‘Zes’ bleef net verborgen achter de laatste voorbijstampende, nog steeds een bloempje op de heide bezingende moffen.
‘Ik ga ze in elk geval adviseren van zijn andere poot ook een stuk af te zagen, dan loopt die manke koelerelijer vast beter of misschien wel helemaal niet meer’.
Die door Jan voorgestelde chirurgische ingreep berustte overigens op een verkeerd gestelde diagnose, want Seyss-Inquart mankte niet door ongelijke lengte van zijn benen. Hij had zijn mankement overgehouden aan een verwonding in de Eerste Wereldoorlog.
‘Hou nou maar op Jan.’
Voordat hij het hoofd weer binnenskamers bracht, lanceerde Jan nog even een verwensing, die ik niet verstond maar Rieka deed verstijven. Toch was dat eigenlijk nog niets, later zou Jans jennen richting Duitsers ons nog een ware doodsschrik gaan bezorgen.

Een dag na de capitulatie van België had de benoeming van ‘Zes’ tot rijkscommissaris van Nederland plaatsgevonden. Dit werd min of meer als degradatie gezien, Seyss-Inquart had een grote rol gespeeld bij de ‘Anschluss’ van Oostenrijk bij Duitsland waarna Hitler hem tot rijksstadhouder had benoemd. Die degradatie kwam er omdat Seyss-Inquart behoorde tot de gematigde vleugel van de Oostenrijkse nazi’s. Maar in Nederland stelde hij zich vooral tegen het verzet steeds harder op en was hij de grote motor achter de deportatie van de Joden. Hij zou dan ook na de oorlog in Neurenberg ter dood worden veroordeeld en worden terechtgesteld. 

Rauter
(Foto: Wikipedia)
Hitler had Seyss-Inquart toegestaan enkele landgenoten mee te nemen naar Nederland. Daarvan werd Hans Albin Rauter de beruchtste. Met Seyss-Inquart als meerdere was hij ook nog de vertegenwoordiger van Himmler, die hij mateloos bewonderde. Hij ging  zich inzetten om, wat de nazi’s ‘het Jodenvraagstuk’ noemden, definitief op te lossen.
‘We willen alleen maar genezen worden van deze pest en het Joodse vraagstuk moet definitief en totaal worden opgelost.’
Hij liep voorop want hij maakte zich al zo’n tien jaar druk om een ‘doelbewuste bevolkingspolitiek, rassenscheiding en sterilisatie van schadelijke elementen in de maatschappij’. Uit Oostenrijk gevlucht omdat het hem te heet werd onder de voeten na deelname aan een mislukte staatsgreep, was hij in Duitsland zijn loopbaan bij de SS begonnen. Promotie wegens bijzondere verdiensten was hem ten deel gevallen doordat hij in Breslau de Kristallnacht uiterst succesvol had laten verlopen. Alle synagogen en Joodse scholen waren er vernietigd.
(wordt vervolgd)
nnn

Geen opmerkingen:

Een reactie posten