vrijdag 19 februari 2016

ANNA'S JAREN - (125) Een hele koude winter

Het jaar 1942 begon letterlijk en figuurlijk met een koude winter. Die bracht op 27 januari voor Nederland de recordtemperatuur van min 27,4 graden Celsius, toepasselijk gemeten in Winterswijk. Die winter bracht ook de nazificatie van de Nederlandse Radio-omroep en de verplichting voor Nederlanders om voor de Duitsers te werken. En die winter bracht het verzoek van ‘Londen’ aan Wiardi Beckman en Frans Goedhart om naar Engeland te vluchten. Op het strand van Scheveningen werden zij echter gearresteerd. Goedhart werd ter dood veroordeeld maar zou later tijdens een transport uit Kamp Vught weten te ontsnappen en zijn werk voor ‘Het Parool’ hervatten. Wiardi Beckman zou in 1945 aan vlektyfus overlijden in Dachau. Later, aan het eind van het jaar, zou nog een derde belangrijke man voor ‘Het Parool’ worden gegrepen, Wim van Norden.  Na een half jaar in Scheveningen te hebben gezeten zou hij worden vrijgelaten wegens gebrek aan bewijs. 
Direct na de koudste dag had Rotterdam een aantal voor de havens bedoelde Britse bommen te verwerken gekregen, afgezwaaid en terechtgekomen in de omgeving van het park op de rechter Maasoever. Twintig doden en vele gewonden was het resultaat.

Karel Doorman
(Foto: Wikipedia)
De winter van 1942 was een hele koude winter. En die winter was nauwelijks voorbij toen de Nederlandse strijdkrachten in Indië (KNIL) werden verslagen. En met de uitschakeling van een geallieerd vlooteskader, dat opereerde in de Javazee onder Karel Doorman, was het afgelopen met de Nederlandse oorlogsschepen in Azië. Doorman kwam om. Onderzeedienst en Marine Luchtvaartdienst bleven nog wel functioneren. De Japanners veroverden in een tijdsbestek van drie maanden geheel Oost-Azië; Nederlands-Indië kwam onder Japans militair bestuur. De Indonesiërs, die de Japanners aanvankelijk als bevrijders zagen, zouden daar snel op terugkomen. De Japanners onderdrukten door marteling, executie of deportatie naar werkkampen. Ook Nederlanders (totoks) werden geïnterneerd. Meer dan vier miljoen mensen werden gedwongen om te werken voor de Japanse oorlogsindustrie.
Er werden vrouwen uit interneringskampen afgevoerd om te worden tewerkgesteld als ‘troostmeisjes’ in militaire bordelen. Ook in de kampen werden vrouwen seksueel misbruikt. Sommigen konden de schaamte en vernedering niet verdragen en pleegden zelfmoord. Corrie Driessen,  de biologische moeder van zangeres Liesbeth List was één van hen.  
Velen werden weggevoerd uit Indië om te worden ingezet bij projecten als de Birma-spoorweg, de beruchte Dodenspoorlijn, waaraan ook geallieerde krijgsgevangenen gedwongen moesten werken. Uitputting, ziekte en uithongering kostten het leven van vele Aziatische dwangarbeiders en geallieerde krijgsgevangenen, waaronder bijna drieduizend Nederlanders, veel KNIL-militairen. Er overleden per dag gemiddeld tweehonderd arbeiders.
Cabaretier Wim Kan overleefde de Dodenspoorlijn en zou er nog vaak aan refereren bij zijn latere optredens. En in Nederland werd die andere podiumkunstenaar, Buziau, met andere populaire artiesten, door de moffen gedetineerd in gijzelaarskamp Haaren. Hij kwam eruit door kampmedewerkers om te kopen en heeft daarna nooit meer opgetreden.

Een Pools leger, het ‘Tweede Korps’, werd onder leiding van generaal Wladyslaw Anders van Rusland naar Perzië overgebracht. Het bestond overwegend uit voormalige krijgsgevangenen uit de Russische kampen en was maar liefst 74 duizend man sterk. Na overdracht aan de Britse overheid werd het leger verenigd met de vrije Poolse strijdkrachten in het westen. Zij zouden de Duitsers gevoelige slagen gaan toebrengen.
Rauter ging de Landstorm Nederland opzetten, een eenheid binnen de Waffen-SS, die zich moest gaan bezighouden met de verdediging van Nederland. Er werden Nederlanders geworven en de Landstorm trok NSB-leden aan die er in werkelijkheid helemaal niets voor voelden om misschien aan het oostfront te moeten vechten. Maar intussen liepen de helden maar wat graag rond met Duitse wapens. Mussert was verguld dat zijn mannen een militaire training kregen. De Landstorm bereikte een sterkte van achtduizend man en toen later de geallieerden zouden binnentrekken zouden zij wel degelijk aan de bak moeten. Er waren Landstormers die zich niet zouden ontzien oorlogsmisdaden te plegen.

Nederlandse Joden moesten verplicht een ster aanschaffen en dragen. De sterren, die werden vervaardigd in de Enschedese textielfabriek ‘De Nijverheid’, die nota bene toebehoorde aan een Joodse familie, kostten vier cent plus een distributiebon. In Rotterdam kwamen er wat bescheiden protesten tegen de Duitse maatregelen ten aanzien van de Joden. Sommige niet-Joden gingen een papieren Jodenster dragen en er werden protestbrieven verspreid en ook oproepen om woonruimte beschikbaar te stellen voor Joodse vrienden.
Pogingen van de bezetter om in ziekenhuizen en sanatoria bordjes ‘voor Joden verboden’ door te voeren, mislukten doordat directies en artsen er niet aan meewerkten.

Maar de vervolging van de Joden was niet te stoppen, de Duitsers waren al begonnen met Joodse patiënten uit ziekenhuizen af te voeren, de deportatie begon op gang te komen. Na Amsterdam en Den Haag was Rotterdam de stad met de meeste Joodse inwoners. Na het bombardement waren ongeveer duizend Joden de stad ontvlucht, wat het aantal Joodse inwoners ten naaste bij op elfduizend bracht. In juli moesten de eerste tweeduizend mensen van Joodse afkomst zich melden. Zij werden verzameld in een afgelegen loods op een terrein van de Gemeentelijke Haveninstellingen Rotterdam-Zuid. ‘Loods 24’. Er was vandaar een directe railverbinding met het landelijke spoorwegnet via het goederenemplacement Feijenoord, slechts door de in elkaars verlengde liggende Parallelweg en Hilledijk gescheiden van de Afrikaanderbuurt. Joden die zich niet hadden gemeld, werden via razzia’s opgehaald en al snel vertrok het eerste transport naar Westerbork.
(wordt vervolgd)
nnn 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten