Westerbork. Het kamp was in 1939 in opdracht van de
Nederlandse regering als Centraal Vluchtelingenkamp opgebouwd. Gedurende ruim
twee jaar na het begin van de Duitse
inval hadden de nazi's het kamp ongemoeid gelaten maar het eindelijk
overgenomen, waarna het functioneerde als doorgangskamp. ‘Lippmann-Rosenthal
& Co’ opende er een filiaal, waar de gearriveerde gevangenen alles werd
afgenomen wat zij, al dan niet verstopt, aan kostbaars bij zich droegen. De
overgrote meerderheid van de gevangenen verbleef slechts korte tijd in het
kamp. Angst regeerde er, angst om op transport te worden gesteld. Elke week
kwam de trein om Joden af te voeren, naar Auschwitz of Sobibor.
(Foto: Wikipedia) |
Een van de
grootste Jodengemeenschappen van Nederland werd in enkele jaren voor het
grootste deel gedeporteerd en vermoord in vernietigingskampen.
In 1981 zou door
koningin Beatrix in de tuin achter
het Rotterdamse stadhuis een Joods monument worden onthuld. Bij die
onthulling vestigde wethouder Jan van der
Ploeg voor het eerst de aandacht op ‘Loods 24’ .
‘We weten allen van de ‘Hollandsche
Schouwburg’ in Amsterdam. Maar wie weet er van ‘Loods 24’ , waar voor duizenden
precies zo’n vertrekpunt is geweest?’
De
oorspronkelijke, houten loods is nu geheel verdwenen, alleen een gedeelte van
de muur die het terrein omringde is bewaard gebleven. Daarop is een plaquette
aangebracht en de plek van ‘Loods 24’
wordt gemarkeerd door een groen, deels verhoogd plein.
Bij tijd
en wijle kunnen nog steeds sterke gevoelens van onbehagen mij besluipen door de
wetenschap dat op niet veel meer dan een straatlengte afstand van mijn bed
duizenden mensen werden afgevoerd met als eindbestemming een gruwelijke dood. Gevoelens,
versterkt door de vraag waarom het jaren moest duren totdat ik ervan wist.
Protesteren
en een positieve houding tegenover de Joden werd niet alleen levensgevaarlijk
door de grimmige alertheid van de moffen. Ook bij de politie zaten er genoeg
fout om te bewerkstelligen dat er voor ‘oom agent’ niet minder moest worden
opgepast en dat was nog veel verraderlijker, want de Rotterdammer wist op een
gegeven moment niet meer welke politieman nog wel was te vertrouwen. Die was er
overigens wel, want ook onder de politiemensen bevonden zich verzetsstrijders
en hun positie was uiterst moeilijk.
In
Rotterdam was de grote tegenspeler van het verzet de ’Sicherheitspolizei und
SD’, met als beruchtste lid SS-Sturmscharführer J.W. Hoffmann. Een monster, een betere betiteling valt er niet te
bedenken voor die man, die arrestanten al meteen in elkaar sloeg voordat zij
ook maar enige vorm van ondervraging kregen. Een man, die zonder meer een van
desertie verdachte doodschoot en ondergeschikten opdracht gaf te schieten op
onschuldige burgers.
De
‘Sicherheitspolizei und SD’, in Nederland meestal ‘SD’ genoemd omdat alle
functionarissen ervan de letters ‘SD’ op hun linkermouw droegen, bestond in
principe uit Duitse militairen. Maar de dienst was afhankelijk van Nederlandse trawanten
om goed te kunnen functioneren. De politie had daartoe ‘Groep 10’ geformeerd, die zich in het
verlengde van de ‘Sicherheitspolizei’ bezighield met het aanhouden van
verzetsmensen, communisten en Joden.
Toen er in
Rotterdam-Noord een vergadering van verzetsstrijders plaatsvond, waren het geen
Duitsers maar ingeseinde Rotterdamse rechercheurs die een inval deden. Er
ontstond een vuurgevecht waarbij drie mannen de dood vonden en twee anderen
zwaargewond raakten.
Inspecteur
Jacob Breugem gaf leiding aan die
meedogenloze bende, die berucht werd door brute verhoormethoden. Hij werd te
pakken genomen. Voor zijn woning schoot een jonge student hem neer. Een
inspecteur van politie had de jongeman zover weten te krijgen en hem
bijgestaan. Zwaargewond overleefde de bruut de aanslag maar gelukkig werd de
moedige student nooit gevonden. Hij deed aanvankelijk zelfstandig verzetswerk en
werd later belangrijk binnen het Rotterdamse verzet. Over zijn moedige daad
heeft niemand hem ooit gehoord.
Niet lang
daarna kwam het zover dat totaal onschuldige burgers door de Duitsers als
represaille ter dood werden gebracht. Sally Dormits verzetsgroep had een
springlading aangebracht op het spoorviaduct in de Rotterdamse binnenstad
tussen de stations Delftsche Poort en Beurs, met de bedoeling een trein met
Duitse verlofgangers naar beneden te laten storten. De aanslag mislukte door
een voortijdige ontploffing; een baanopzichter fietste langs de rails kort
voordat de trein kwam, raakte een draad en een gedeelte van de aangebrachte
lading ontplofte. De man raakte zwaargewond. De andere dag zond radio Hilversum
het bericht uit dat de daders zich vóór het middernachtelijk uur van 14
augustus bij de politie dienden te melden. Was dat niet het geval of waren zij
dan nog niet opgespoord, dan zou ‘worden teruggegrepen op een aantal dat met
hun leven voor dergelijke daden van sabotage borg staat’. Daarmee werden de
merendeels vooraanstaande Nederlanders bedoeld die werden gegijzeld in
St.-Michielsgestel. Honderdduizend gulden werd er als beloning uitgeloofd voor
de tip die zou leiden tot het grijpen van de daders. Die tip kwam er niet, ook
niet nadat burgemeester Müller er bij de Rotterdammers op had aangedrongen ‘hun
volle medewerking te verlenen bij het oplossen van deze wandaad’.
(wordt
vervolgd)
nnn
Geen opmerkingen:
Een reactie posten