dinsdag 14 juni 2016

ANNA'S JAREN (148) - Schot in eigen doel

Er was ook een hit, opgenomen voor Decca Records, gezongen door Jan de Vries, bij de bigband van Dick Willebrandt. ‘Het komt wel weer in orde’, zong hij en Willebrandt begeleidde swingend op de piano.
Zit niet bij de pakken neer
Gedraag je als een vent
Want ’t komt wel weer in orde
Opeens was zoiets toegestaan. Willebrandts orkest kreeg zelfs de opdracht het voor de radio te brengen. Joseph Goebbels had bedacht dat hij Engelse en Amerikaanse soldaten voor zich kon winnen als zijn ‘Deutsche Europa Sender’ zich met dergelijke muziek op het Anglo-Amerikaanse publiek richtte.
‘Niets is veranderlijker dan een mens’.  

Er kwamen meer van dat soort opnamen. Ruim een half jaar later zou Decca Boy Edgars ‘Ratten op de trap’ opnemen. Het arrangement was in de stijl van de verboden Ellington-muziek en wie er met die ‘ratten’ werden bedoeld is overduidelijk. Ook dat kon, want er kwam steeds minder controle, doordat er steeds meer controleurs verdwenen naar het oostfront. Musici werden steeds brutaler in hun repertoirekeuze. 

Amsterdam werd uitgeroepen tot ‘Jodenvrije stad’, de meeste Joden waren omgebracht, de Hollandsche Schouwburg sloot de deuren. 

(Foto: Wikipedia)
Josef Stalin, Franklin Roosevelt en Winston Churchill kwamen bijeen in Teheran om tot een geallieerde strategie tegen nazi-Duitsland te komen. De oorlog moest worden gewonnen en daartoe zou geen middel worden ontzien. Dat betekende dat ook dichtbevolkte steden structureel gebombardeerd gingen worden. Het was de eerste oorlogsconferentie waarbij Stalin aanwezig was en hij wist, ondanks de anti-communistische instelling van de andere twee, veel concessies te verkrijgen. Rusland had al plannen Hitlers bunker aan te vallen en de Führer te doden. Churchills en Roosevelts strategische inzichten verschilden nogal. Churchill wilde de Wehrmacht aanpakken vanuit Zuid-Europa, Roosevelt wilde eerst de confrontatie aangaan in Afrika, waardoor de Amerikanen ervaring in de moderne oorlogvoering zouden opbouwen.

Al met al betekende het jaar 1943 een keerpunt. In Nederland accepteerde een groeiend deel van de bevolking de maatregelen van de Duitsers niet meer en de Duitsers werden steeds meer belemmerd in alles wat zij ondernamen. De Duitse soldaat wist van geen kant hoe de Nederlandse neiging tot dwarsliggen te hanteren. Opgegroeid in een ‘Befehl-ist-Befehl’-cultuur snapte hij niets van burgerlijke ongehoorzaamheid. En hij zou het nog moeilijker gaan krijgen want dat het keerpunt in de oorlog een feit was, drong langzamerhand door tot eenieder die door de nazi’s werd onderdrukt. Mensen begonnen zomaar op straat discussies aan te gaan met de gewone soldaat. Die ook maar moest, veel Duitse soldaten waren geen overtuigde nazi’s. Nationalistisch waren zij wel nagenoeg allemaal, en trouw aan het regime. Er waren echter verschillen, de soldaten kwamen uit verschillende milieus. Logisch dat niet allen even gemotiveerd zouden blijven.

Hoe de Duitse soldaat met ongehoorzaamheid omging ervoer Rieka pijnlijk  op een koude winterdag. Zij kwam thuis met kapotte, koolzwarte handen waar het bloed vanaf droop. Rieka was naar het spoorwegemplacement gegaan op zoek naar kolen voor de potkachel. Zij trof daar een halfhoge, open wagon, afgeladen met kolen waarop een soldaat de boel bewaakte. Rieka voorzag een betere oogst dan bij het zoeken tussen de rails en hees zich op aan de wagon om net over de rand wat kooltjes te kunnen pikken en in haar emmer te doen. De wachtpost waarschuwde en Rieka deed alsof zij geen Duits verstond. Bij de volgende graai stond de soldaat met een spijkerlaars op haar verkleumde hand die naar de kooltjes ging, en vervolgens met meer effect op de andere, waarmee zij zich vasthield.
Zij had nog geluk gehad, het kwam steeds vaker voor dat er werd geschoten op mensen die probeerden aan brandstof of voedsel te komen. Rieka’s moeder, ‘opoe-van-om-de-hoek’, werd bij een andere gelegenheid in de knie geraakt. Zij raapte kooltjes tussen de rails en het schot dat haar trof was bedoeld voor haar man, die samen met buurtgenoten een zware houten deur sjouwde, die zij uit een loods op het emplacement hadden gesloopt.

Rond de jaarwisseling werd Berlijn getroffen door zware nachtelijke aanvallen en direct in het nieuwe jaar overschreden Russische troepen de Poolse grens en begonnen de Amerikanen een offensief tegen de Duitsers in Italië. Leningrad werd kort daarna door het Rode Leger bevrijd.
Door de bombardementen groeide in Berlijn de woningnood, en daarmee de weerzin tegen de nazi’s. Het alarm loeide er vrijwel constant en telkens weer ging er het gesprek van de dag over bijna niets anders dan stukgebombardeerde woningen.

De nazi’s lieten steeds meer de tanden zien, wat steeds minder verhulde dat de cariës toesloeg. Görings nervositeit deed de ondergrondse media gniffelen nadat hij een desastreus vals alarm had veroorzaakt waarop de Berlijnse bevolking zich de schuilkelders in worstelde. Een uur later klonk het signaal ‘alles veilig’. Geen vijandelijk vliegtuig was er te bekennen geweest op die nevelige dag. Görings alarmsignaal was allesomvattend geweest en hij was persoonlijk telefonisch de vliegvelden langsgegaan met de opdracht dat alle vliegtuigen moesten opstijgen. Ruim achthonderd jagers hadden het luchtruim gekozen, nog niet eerder was zo’n groot aantal jachtvliegtuigen in één keer tegen de vijand ingezet. Zicht en verbindingen waren slecht op dat moment. De luchtdoelartillerie was over bijna het gehele land in het geweer gekomen, was begonnen te schieten en had doel getroffen. Tien machines waren er neergehaald. Tien Duitse machines.
(wordt vervolgd)
nnn

Geen opmerkingen:

Een reactie posten