maandag 4 juli 2016

ANNA'S JAREN (152): D-day

(Foto: Wikipedia)
Het nieuws over de landing verspreidde zich snel. Er werd niet meer aan de juistheid van de berichten getwijfeld, via de radio was te horen dat de Franse bevolking aanwijzingen kreeg. Wie naar BBC of ‘Radio Oranje’ luisterde, kon de voortgang van de strijd vrijwel geheel volgen. En de ondergrondse pers zorgde er wel voor dat de berichten ook de anderen bereikten. Het waren voor het grootste deel Amerikaanse en Britse oorlogsschepen die aan de invasie deelnamen. De vloot werd aangevuld met schepen van Canadese, Franse, Griekse, Noorse, Nederlandse en Poolse marine. De Duitsers boden hevige tegenstand; ‘laat ze maar komen’, had Hitler gezegd, ‘binnen negen uur zullen wij hen in zee hebben teruggedreven’. 
In werkelijkheid waren de Duitsers volkomen verrast, door de omvang van de aanval en door het tijdstip. Het was de laatste dagen bar slecht weer geweest en de vooruitzichten waren niet veel beter. Eisenhower had toch het startschot gegeven omdat maan en getij de komende tijd veel minder gunstig zouden zijn. Desalniettemin lukte het de verraste Duitsers de eerste maanden de opmars van Montgomery te vertragen. Daarna zweeg in Duitsland de radio.
Opperbevelhebber Dwight D. Eisenhower was het met de Amerikaanse generaals eens dat Montgomery veel te langzaam oprukte. Dankzij zijn diplomatieke aanleg wist hij evenwel het gedrag van de rivaliserende partijen in goede banen te leiden. Generaal George Smith Patton slaagde er in een doorbraak te forceren en Bretagne viel in Amerikaanse handen.

Jan en Rieka probeerden af en toe de stemming te peilen onder de Duitse soldaten in de omgeving. Een opmerking plaatsen en de reactie afwachten, was hun tactiek. Ik begreep dat zij er niet veel wijzer door werden. De soldaten, eigenlijk minder op de hoogte van de laatste ontwikkelingen dan Nederlandse burgers, vertrouwden Goebbels’ propaganda aanvankelijk nog volledig. ‘De vijand werd op geniale wijze binnengelokt.’  De meeste Duitse soldaten leefden in de overtuiging dat hun regering geloofd en gehoorzaamd moest worden. Bovendien was het niet verstandig om er openlijk een andere mening op na te houden. Dat bracht de familie in gevaar. Ook nadat Goebbels’ gebral voor hen aan overtuigingskracht moest hebben ingeboet, hielden zij volgens Rieka nog steeds ‘de kovert op’.
De dagelijkse gang van zaken week vooralsnog ook in niets af van de voorgaande periode. De Duitsers fusilleerden Gerrit van der Veen, vriendin Suzy, uitgeefster Tine en de persoonsbewijzendrukker Frans Duwaer in de duinen bij Overveen. En een dag later bevrijdde het verzet 56 mensen uit het Huis van Bewaring in Arnhem.

Precies een week na D-day zette Duitsland zijn geheime wapen in. Het geheime wapen waarover al zolang werd gefluisterd. Niemand wist precies om wat voor slagkracht het ging. De Duitsers lanceerden eerder de propaganda dan de vliegende bom zelf. ‘Een vreselijk wapen, dat met een enkele druk op de knop wordt gelanceerd en half Engeland zal wegvagen.’  Tien vliegende bommen werden er de eerste keer afgevuurd. Vier ervan ontploften al op de lanceerinrichting, twee doken in zee. Van de resterende vier maakte er één slachtoffers, zes mensen in Oost-Londen. De Duitsers verbeterden de lanceerinrichtingen en al snel deed het sputterende geluid dat de V1’s maakten je opkijken en kon je ze zien overvliegen. Ze zaten op duizend meter hoogte en de snelheid was zeshonderd kilometer per uur. Bij het eerste offensief vielen er ongeveer honderd vliegende bommen per dag op Londen.
De ‘V1’, oftewel vergeldingswapen nummer 1, was geen raket, maar een onbemand straalvliegtuig met een explosieve lading in de neus. Het eerste onbemande straalvliegtuig ter wereld. Het toestel vloog op de automatische piloot en de werking was in principe eenvoudig. Op een van tevoren vastgesteld tijdstip stopte de motor, werd de lading op scherp gesteld en dook het toestel op zijn doel af. Ongeveer.
De meeste werden vanuit West-Nederland en ook Frankrijk gelanceerd. Later kwamen er ook nog wat installaties in Oost-Nederland, die op Antwerpen waren gericht.
De vliegende bom was niet altijd even betrouwbaar doordat deze ook door dwangarbeiders werd geproduceerd. Sommigen hadden zelfs de moed om het wapen te saboteren. Daar werden de mensen die in de omgeving van een lanceerplaats woonden niet altijd vrolijker door. In het ten zuiden van Rotterdam gelegen Puttershoek stortten drie van de bommen direct na de lancering neer in de omgeving van de suikerfabriek. Een ervan ontplofte een eindje verder op een woning in Maasdam en er viel een dode. De andere twee verdwenen zonder te ontploffen in de bodem. Pas dertig jaar later zouden ze onschadelijk worden gemaakt. Ook in Rotterdam kwam een V1 naar beneden, in de al eerder geplaagde wijk Bergpolder. De bom was in Delft gelanceerd en moest zijn werk doen in Antwerpen. Het was op een zondag, vroeg in de morgen, en vrijwel iedereen was thuis. Er werden 34 woningen verwoest, er vielen 42 doden en 48 gewonden.
Aanvankelijk wisten Engelse piloten de vliegende bommen in de lucht op spectaculaire wijze uit koers te brengen door, ernaast vliegend, met de eigen vleugel die van de V1 een tikje te geven. De vliegende bom begon daardoor te tollen. Nadat de Duitsers de vleugeltippen van de V1’s van explosieven hadden voorzien ging dat niet meer. Toch wisten de geallieerden na verloop van tijd praktisch alle vliegende bommen neer te halen voordat zij hun doel bereikten. Vooral met luchtdoelgeschut. Eer het zover was hadden de V1’s in Engeland over een periode van tachtig dagen al meer dan zesduizend mensen gedood en 17 duizend mensen verwond. En verder was Wernher von Braun  inmiddels bezig met zijn V2, wel degelijk een raket. Wernher von Braun, Amerika zou nog veel plezier aan hem gaan beleven.
(wordt vervolgd)

nnn

Geen opmerkingen:

Een reactie posten