zondag 24 juli 2016

ANNA'S JAREN (156) - Dolle dinsdag

Bernhard woonde verder vergaderingen bij van de commissies ‘Terugkeer en Oorlogsvoering’. Hij hield zijn schoonmoeder op de hoogte van wat er werd besproken. De geallieerden hadden tegengehouden dat de anjerprins opperbevelhebber van de land- en zeemacht zou worden. Hij werd bevelhebber van de ‘Binnenlandse Strijdkrachten’ waardoor het leek dat Bernhard het gehele verzet coördineerde. Feitelijk nam generaal Henri Koot  voorlopig het bevel op zich. Bij veel verzetsgroepen stuitte die overkoepeling op weerstand omdat zij hun onafhankelijkheid verloren. De regering was echter niet van plan om na de bevrijding het roer in handen van het verzet te laten komen. Rust en orde zouden dan zo snel mogelijk moeten worden hersteld, wat in werkelijkheid betekende dat de communisten elke kans om de macht te grijpen zou moeten worden ontnomen. Nog steeds heerste de angst voor revolutie en voor wat NSB’ers alsnog zouden kunnen uithalen. Het ‘Militair Gezag’ trad bij voorbaat weer in werking onder leiding van generaal-majoor Hans Kruls en de verzetsmensen in bevrijd gebied waren nog meer verbitterd, buitenspel gezet als zij zich voelden door degenen die de oorlog veilig in Londen hadden uitgezeten. En nog uitzaten.

Die oorlog ging nog meer dan een halfjaar duren en ‘Het Militair Gezag’ was in bevrijd gebied begonnen de zaken over te nemen en foute Nederlanders te arresteren. Sommigen gingen zich zorgen maken of Prins Bernhards functie wel bevorderlijk was voor de status van het Koninklijk Huis. Wat je al niet belangrijk kon vinden in een tijd dat de Duitsers steeds meer mensen begonnen te fusilleren.
In concentratiekamp Vught vonden massale executies plaats, op één dag werden 76 mensen vermoord en de volgende dag nog eens veertig. Vervolgens werden de meer dan tweeduizend gevangenen van het strafkamp de wagons van een gereedstaande trein ingejaagd. Die vertrok naar Sachsenhausen. Een dag later werden nog eens zeshonderd vrouwen afgevoerd naar Ravensbrück en zeshonderd mannen, die in voorarrest zaten, naar Sachsenhausen. De SS’ers werden duidelijk nerveus door de berichten over naderende geallieerden en wilden hen de kans niet geven de ongelukkigen te bevrijden.
Met de ontruiming van Kamp Vught was het ook afgelopen met het zogenaamde ‘Philips-Kommando’, een werkplaats binnen het kamp. Om het tekort aan arbeidskrachten op te vangen konden bedrijven kampgevangenen inzetten om de productie op peil te houden. De bedrijven moesten daarvoor een vergoeding aan de SS betalen. In dat ‘Philips-Kommando’ produceerden ongeveer twaalfhonderd gevangenen radioapparatuur, radiobuizen, scheerapparaten en zaklantaarns met handdynamo, zogenaamde ‘knijpkatten’. Directeur Frits Philips  was ‘dringend verzocht’ een werkplaats in te richten en had daartoe pas ingestemd na overleg met het verzet en nadat de kampcommandant met zijn voorwaarden was akkoord gegaan. Philips had gedacht hiermee iets voor de gevangenen te kunnen doen en de SS had zich inderdaad redelijk aan de afspraken gehouden. Voor Joodse medewerkers had het lange tijd vrijstelling van deportatie naar de vernietigingskampen betekend. Tot de kampcommandant een einde had gemaakt aan de bijzondere positie van de Philipswerkplaats nadat hij had ontdekt dat er sabotage werd gepleegd. Voor het Duitse leger bestemde producten hadden een opvallend korte levensduur. Het Kommando was voortgezet onder Duitse leiding en met andere gevangenen. Kort na D-day waren Joodse medewerkers van het ‘Philips-Kommando’ naar Auschwitz gedeporteerd. De Joodse ‘Philips-vrouwen’ waren daar ontsnapt aan de gang naar de gaskamer doordat ‘Telefunken’ hen nodig had om vliegtuigonderdelen te produceren.

In Rotterdam was het de grote vraag wat er nu precies aan de hand was. Het hoofdpostkantoor werd gesloten en er was duidelijk onrust onder de Duitsers. Gerbrandy had via Radio Oranje gemeld dat de geallieerden Nederland waren binnengetrokken. Hij riep hen vreemd genoeg een welkom toe op Nederlandse bodem. Een plek waar hij zichzelf niet bevond. Hij zat er verder helemaal naast en de BBC maakte het nog erger door het bericht zonder meer over te nemen. 
Overal op straat zag je mensen op gedempte toon staan praten. Generaal Eisenhower zou de Rotterdammers hebben aangespoord de havens en industriële installaties tegen een eventuele vernietiging te beschermen. Breda zou zijn bevrijd, of zelfs Dordrecht. Het was Antwerpen. De spertijd werd op acht uur ’s avonds gesteld, er kwam een verbod op samenscholingen van meer dan vijf personen en op elke vorm van tegenwerking werd de doodstraf gesteld.
Voorbarig de bevrijding gevierd
(Foto: Wikipedia)
Er gingen mensen met van hun weinige geld gekochte bloemen en vlaggetjes naar de Maasbruggen, uitziend naar een intocht van de geallieerden. En de andere dag, dinsdag 5 september werd het een compleet gekkenhuis. De ondergrondse krant ‘Het Dagelijks Nieuws’ kwam al met een bevrijdingsnummer en Duitse legerheden kwamen plotseling in beweging, zij hadden haast. Met volle snelheid reden legervoertuigen door de straten, bemand door soldaten met verbeten koppen. Zij schoten in het wilde weg om zich heen om de bevolking te intimideren. Er werden belastende dossiers verbrand. Foute Nederlanders kregen zo mogelijk nog meer haast, bang als zij waren voor wraaknemingen. Op ‘Bijltjesdag’ zou er korte metten met hen worden gemaakt. NSB-gezinnen begonnen Rotterdam te verlaten. Strak voor zich uitkijkende ouders met angstige kinderen. Ook gewapende NSB’ers in uniform vluchtten. Mussert wilde echter dat zijn weerbare mannen in Nederland zouden blijven. De stoere bink had al laten weten dat hij zelf met de Duitsers zou meevechten. Het mocht van zijn tante, werd de spot gedreven met de man die ook wel ‘Duitslands nieuwste geheime wapen’ werd genoemd.
Rost van Tonningen nam het zekere voor het onzekere en de kuiten.  
(wordt vervolgd)
nnn 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten