Bernhard woonde
verder vergaderingen bij van de commissies ‘Terugkeer en Oorlogsvoering’. Hij hield
zijn schoonmoeder op de hoogte van wat er werd besproken. De geallieerden
hadden tegengehouden dat de anjerprins opperbevelhebber van de land- en
zeemacht zou worden. Hij werd bevelhebber van de ‘Binnenlandse Strijdkrachten’ waardoor
het leek dat Bernhard het gehele verzet coördineerde. Feitelijk nam generaal Henri Koot voorlopig het bevel op zich. Bij
veel verzetsgroepen stuitte die overkoepeling op weerstand omdat zij hun
onafhankelijkheid verloren. De regering was echter niet van plan om na de
bevrijding het roer in handen van het verzet te laten komen. Rust en orde
zouden dan zo snel mogelijk moeten worden hersteld, wat in werkelijkheid
betekende dat de communisten elke kans om de macht te grijpen zou moeten worden
ontnomen. Nog steeds heerste de angst voor revolutie en voor wat NSB’ers alsnog
zouden kunnen uithalen. Het ‘Militair Gezag’ trad bij voorbaat weer in werking onder
leiding van generaal-majoor Hans Kruls en de verzetsmensen in bevrijd gebied waren nog meer verbitterd, buitenspel
gezet als zij zich voelden door degenen die de oorlog veilig in Londen hadden
uitgezeten. En nog uitzaten.
Die oorlog
ging nog meer dan een halfjaar duren en ‘Het Militair Gezag’ was in bevrijd
gebied begonnen de zaken over te nemen en foute Nederlanders te arresteren. Sommigen
gingen zich zorgen maken of Prins Bernhards functie wel bevorderlijk was voor
de status van het Koninklijk Huis. Wat je al niet belangrijk kon vinden in een
tijd dat de Duitsers steeds meer mensen begonnen te fusilleren.
In concentratiekamp
Vught vonden massale executies plaats, op één dag werden 76 mensen vermoord en
de volgende dag nog eens veertig. Vervolgens werden de meer dan tweeduizend
gevangenen van het strafkamp de wagons van een gereedstaande trein ingejaagd.
Die vertrok naar Sachsenhausen. Een dag later werden nog eens zeshonderd
vrouwen afgevoerd naar Ravensbrück en zeshonderd mannen, die in voorarrest
zaten, naar Sachsenhausen. De SS’ers werden duidelijk nerveus door de berichten
over naderende geallieerden en wilden hen de kans niet geven de ongelukkigen te
bevrijden.
Met de
ontruiming van Kamp Vught was het ook afgelopen met het zogenaamde
‘Philips-Kommando’, een werkplaats binnen het kamp. Om het tekort aan
arbeidskrachten op te vangen konden bedrijven kampgevangenen inzetten om de
productie op peil te houden. De bedrijven moesten daarvoor een vergoeding aan
de SS betalen. In dat ‘Philips-Kommando’ produceerden ongeveer twaalfhonderd
gevangenen radioapparatuur, radiobuizen, scheerapparaten en zaklantaarns met
handdynamo, zogenaamde ‘knijpkatten’. Directeur Frits Philips was ‘dringend verzocht’ een werkplaats in te richten
en had daartoe pas ingestemd na overleg met het verzet en nadat de
kampcommandant met zijn voorwaarden was akkoord gegaan. Philips had gedacht
hiermee iets voor de gevangenen te kunnen doen en de SS had zich inderdaad
redelijk aan de afspraken gehouden. Voor Joodse medewerkers had het lange tijd
vrijstelling van deportatie naar de vernietigingskampen betekend. Tot de
kampcommandant een einde had gemaakt aan de bijzondere positie van de
Philipswerkplaats nadat hij had ontdekt dat er sabotage werd gepleegd. Voor het
Duitse leger bestemde producten hadden een opvallend korte levensduur. Het
Kommando was voortgezet onder Duitse leiding en met andere gevangenen. Kort na
D-day waren Joodse medewerkers van het ‘Philips-Kommando’ naar Auschwitz
gedeporteerd. De Joodse ‘Philips-vrouwen’ waren daar ontsnapt aan de gang naar
de gaskamer doordat ‘Telefunken’ hen nodig had om vliegtuigonderdelen te
produceren.
In
Rotterdam was het de grote vraag wat er nu precies aan de hand was. Het hoofdpostkantoor
werd gesloten en er was duidelijk onrust onder de Duitsers. Gerbrandy had via
Radio Oranje gemeld dat de geallieerden Nederland waren binnengetrokken. Hij
riep hen vreemd genoeg een welkom toe op Nederlandse bodem. Een plek waar hij
zichzelf niet bevond. Hij zat er verder helemaal naast en de BBC maakte het nog
erger door het bericht zonder meer over te nemen.
Overal op
straat zag je mensen op gedempte toon staan praten. Generaal Eisenhower zou de
Rotterdammers hebben aangespoord de havens en industriële installaties tegen
een eventuele vernietiging te beschermen. Breda zou zijn bevrijd, of zelfs Dordrecht.
Het was Antwerpen. De spertijd werd op acht uur ’s avonds gesteld, er kwam een
verbod op samenscholingen van meer dan vijf personen en op elke vorm van
tegenwerking werd de doodstraf gesteld.
Voorbarig de bevrijding gevierd (Foto: Wikipedia) |
Er gingen
mensen met van hun weinige geld gekochte bloemen en vlaggetjes naar de
Maasbruggen, uitziend naar een intocht van de geallieerden. En de andere dag,
dinsdag 5 september werd het een compleet gekkenhuis. De ondergrondse krant
‘Het Dagelijks Nieuws’ kwam al met een bevrijdingsnummer en Duitse legerheden kwamen
plotseling in beweging, zij hadden haast. Met volle snelheid reden
legervoertuigen door de straten, bemand door soldaten met verbeten koppen. Zij
schoten in het wilde weg om zich heen om de bevolking te intimideren. Er werden
belastende dossiers verbrand. Foute Nederlanders kregen zo mogelijk nog meer
haast, bang als zij waren voor wraaknemingen. Op ‘Bijltjesdag’ zou er korte
metten met hen worden gemaakt. NSB-gezinnen begonnen Rotterdam te verlaten. Strak
voor zich uitkijkende ouders met angstige kinderen. Ook gewapende NSB’ers in
uniform vluchtten. Mussert wilde echter dat zijn weerbare mannen in Nederland
zouden blijven. De stoere bink had al laten weten dat hij zelf met de Duitsers
zou meevechten. Het mocht van zijn tante, werd de spot gedreven met de man die
ook wel ‘Duitslands nieuwste geheime wapen’ werd genoemd.
Rost van
Tonningen nam het zekere voor het onzekere en de kuiten.
(wordt
vervolgd)
nnn
Geen opmerkingen:
Een reactie posten