Joop Piller zat met vrouw en kind
ondergedoken in de buurt van Apeldoorn. Een onverschrokken man met een dappere
vrouw. Piller sloot zich aan bij het verzet, onder de schuilnaam Joop van Amstel. Alsof hij het als Jood nog
niet moeilijk genoeg had manifesteerde Joop zich als een bijzonder iemand, die niet
bepaald een bijrol speelde. Samen met de Engels-Nederlandse geheim agent Dick Kragt bouwde hij na de slag om
Arnhem een netwerk op om geallieerde piloten uit de klauwen van de moffen te
houden. Hoe levensgevaarlijk dat werk was, bleek. De dappere Joke Folmer werd
ervoor ter dood veroordeeld. De Arnhemse huisarts J. Zwolle werd gefusilleerd omdat hij deed wat hij als arts moest
doen. Gewonde Engelse parachutisten helpen.
Ga er maar
aan staan. Piller deed het. Hij smokkelde gestrande piloten het land uit naar
België waar zij, eerst door het plaatselijke verzet en aansluitend door dat van
Frankrijk, naar Spanje werden gesmokkeld om naar Engeland terug te keren. Honderden
piloten ontkwamen door Piller aan Duitse gevangenschap en aan de dood. Hij ging
via de Biesbosch naar Engeland om in samenwerking met ‘Londen’ het
ontsnappingsnetwerk te verbeteren. Als kapitein bij de Canadese Field Security
kwam de zich nog steeds Joop van Amstel noemende held met de bevrijdingstroepen
terug naar Nederland. Direct na de oorlog zou Piller van de Engelse koning George
VI en Eisenhower hoge onderscheidingen krijgen. Op Nederlands eerbetoon zou hij
nog zes jaar moeten wachten. Het Bronzen Kruis en een Oorlogsherinneringskruis
zouden dan worden toegekend aan de inmiddels succesvolle producent van
dameskleding, die overigens ook vlak na de oorlog nog van zich had doen
spreken.
Vanuit het
bevrijde deel van Nederland zond nu ook ‘Radio Herrijzend Nederland’ uit, met veel
jazzmuziek. Om het verbod op jazz te omzeilen hadden in de bezette gebieden
veel musici vooralsnog gekozen voor Hawaï-muziek. Een genre waarin ook kon
worden geïmproviseerd, ‘Hawaian Swing’, heette het dan. ‘Ananasmuziek’ volgens
de Rotterdammers. De ‘Hawaian Minstrels’ van de Rotterdamse gitarist Frans van Lankeren genoten bekendheid en
Rita Reys begon er haar carrière bij. Met een ukelele ‘waar geen noot uitkwam’ bracht zij Hawaian-liedjes, in het
Nederlands. Gekleed in rieten rokje en behaatje, en met een grote bloem in het
haar, zoals zij later vertelde. Frans van Lankeren zou na de oorlog naam gaan maken
met het ‘Atlantic Quintet’. Vibrafonist Coen
van Nassau en musicus en zanger Eddy
Doorenbos, later furore makend met ‘The Millers’, begonnen in een
Hawaï-ensemble. Pia Beck, later
bekend als jazzpianiste en zangeres, debuteerde in ‘The Samoa Girls’.
Kilima Hawaiians (Foto: Wikipedia) |
Doordat de
teksten in het Nederlands moesten worden gezongen, ging het authentieke er snel
af en vooral de Rotterdamse ‘Kilima Hawaiians’ met een steelgitar in de
bezetting, en ‘The Waikiki Hawaiians’ maakten er steeds meer Hollandse
amusementsmuziek van. Door het hele land speelden zij voor volle zalen tot de
Duitsers het gedroom over verre stranden met bijpassend heupwiegen niet meer
zagen zitten en ook het Hawaï-genre verboden.
De
Rotterdamse pianist Dick Willebrandts wist muzikaal de voorschriften van de
nazi’s te ontwijken en hij trad met zijn bigband op in de zaal van het Haagse
gebouw voor Kunsten en Wetenschappen. De zaal zat vol met WA-mannen en omdat
Willebrandts het niet helemaal zuiver wist te spelen, heeft hij na de oorlog
tot eind 1945 geen orkest meer mogen leiden.
Nadat in
Rotterdam het gebrek aan stroom een eind aan muziekoptredens had gemaakt,
zouden Bill Buismans ‘Kilima
Hawaiians’ direct na de bevrijding terugkomen en de eerste vijf jaar na de
oorlog zelfs een hoogtepunt bereiken.
Opnieuw
teleurstelling. Het hoofd van de bewoners van Katendrecht stond helemaal niet
meer naar wat voor soort muziek dan ook. Het werd bekend dat de operatie bij
Arnhem was mislukt en de Duitsers troffen voorbereidingen om de Rotterdamse
havens te vernietigen. Hitler himself had het bevolen.
De
Katendrechters moesten evacueren en weer kon je mensen door de straten zien
gaan, sjouwend met het allernodigste. Er werd niets geregeld, zij moesten zelf
maar zien waar zij terechtkwamen. Direct daarna trilde de grond in Rotterdam en
waren de explosies tot ver buiten de stad te horen. Overal op Zuid voorzagen
bewoners het vensterglas van een raster, gevormd door stroken lichtbruin,
papieren plakband. Helpen deed het weinig tot niets. In Katendrecht werden zeer
zware explosieven gebruikt. In het grootste deel van de woningen op Katendrecht
overleefden ruiten en sponningen de drukgolven niet. Deuren werden uit het lood
geslagen, daken en plafonds stortten in. Vijfduizend mensen raakten dakloos. In
verlaten woningen werd ook nogal eens geplunderd. De woningen van Anna en
Jilles raakten zo ernstig beschadigd dat er voorlopig geen sprake was van een terugkeer.
Dat ging maanden duren, de bevrijding voorbij. Jilles vond tijdelijk onderdak
en Anna en Pieter wisten een woning in de Afrikaanderbuurt te bemachtigen.
Pieter L.C.-junior trok met zijn gezin bij hen in. Een slimme zet, zodra Anna
en haar man terugkeerden, kon Pieter in de woning blijven en was hij met zijn
gezin ontsnapt aan dat vermaledijde nooddorp. Groot genoeg voor twee gezinnen
was de woning niet, Anna’s hart wel.
Het was
meteen helemaal afgelopen met de Katendrechtse jazzwereld. Door de
ontploffingen waren verder over de gehele stad vijftienhonderd woningen zo
ernstig beschadigd dat ze moesten worden afgebroken.
Nagenoeg
alle haveninstallaties werden vernietigd, olietanks in Pernis gingen in vlammen
op, schepen werden voor de haveningangen tot zinken gebracht. Vlakbij de
Afrikaanderwijk, aan Maashaven en Rijnhaven, werden grote delen van de kades
weggeslagen, omvergeworpen kranen kwamen in de havens terecht, spoorrails
raakten de koers kwijt en liepen de havens in.
(wordt
vervolgd)
nnn
Geen opmerkingen:
Een reactie posten