zondag 14 augustus 2016

ANNA'S JAREN (160) - Pineappleswing

Joop Piller  zat met vrouw en kind ondergedoken in de buurt van Apeldoorn. Een onverschrokken man met een dappere vrouw. Piller sloot zich aan bij het verzet, onder de schuilnaam Joop van Amstel.  Alsof hij het als Jood nog niet moeilijk genoeg had manifesteerde Joop zich als een bijzonder iemand, die niet bepaald een bijrol speelde. Samen met de Engels-Nederlandse geheim agent Dick Kragt  bouwde hij na de slag om Arnhem een netwerk op om geallieerde piloten uit de klauwen van de moffen te houden. Hoe levensgevaarlijk dat werk was, bleek. De dappere Joke Folmer werd ervoor ter dood veroordeeld. De Arnhemse huisarts J. Zwolle  werd gefusilleerd omdat hij deed wat hij als arts moest doen. Gewonde Engelse parachutisten helpen.
Ga er maar aan staan. Piller deed het. Hij smokkelde gestrande piloten het land uit naar België waar zij, eerst door het plaatselijke verzet en aansluitend door dat van Frankrijk, naar Spanje werden gesmokkeld om naar Engeland terug te keren. Honderden piloten ontkwamen door Piller aan Duitse gevangenschap en aan de dood. Hij ging via de Biesbosch naar Engeland om in samenwerking met ‘Londen’ het ontsnappingsnetwerk te verbeteren. Als kapitein bij de Canadese Field Security kwam de zich nog steeds Joop van Amstel noemende held met de bevrijdingstroepen terug naar Nederland. Direct na de oorlog zou Piller van de Engelse koning George VI en Eisenhower hoge onderscheidingen krijgen. Op Nederlands eerbetoon zou hij nog zes jaar moeten wachten. Het Bronzen Kruis en een Oorlogsherinneringskruis zouden dan worden toegekend aan de inmiddels succesvolle producent van dameskleding, die overigens ook vlak na de oorlog nog van zich had doen spreken.

Vanuit het bevrijde deel van Nederland zond nu ook ‘Radio Herrijzend Nederland’ uit, met veel jazzmuziek. Om het verbod op jazz te omzeilen hadden in de bezette gebieden veel musici vooralsnog gekozen voor Hawaï-muziek. Een genre waarin ook kon worden geïmproviseerd, ‘Hawaian Swing’, heette het dan. ‘Ananasmuziek’ volgens de Rotterdammers. De ‘Hawaian Minstrels’ van de Rotterdamse gitarist Frans van Lankeren  genoten bekendheid en Rita Reys begon er haar carrière bij. Met een ukelele ‘waar geen noot uitkwam’ bracht zij Hawaian-liedjes, in het Nederlands. Gekleed in rieten rokje en behaatje, en met een grote bloem in het haar, zoals zij later vertelde. Frans van Lankeren zou na de oorlog naam gaan maken met het ‘Atlantic Quintet’. Vibrafonist Coen van Nassau  en musicus en zanger Eddy Doorenbos,  later furore makend met ‘The Millers’, begonnen in een Hawaï-ensemble. Pia Beck,  later bekend als jazzpianiste en zangeres, debuteerde in ‘The Samoa Girls’. 
Kilima Hawaiians
(Foto: Wikipedia)
Doordat de teksten in het Nederlands moesten worden gezongen, ging het authentieke er snel af en vooral de Rotterdamse ‘Kilima Hawaiians’ met een steelgitar in de bezetting, en ‘The Waikiki Hawaiians’ maakten er steeds meer Hollandse amusementsmuziek van. Door het hele land speelden zij voor volle zalen tot de Duitsers het gedroom over verre stranden met bijpassend heupwiegen niet meer zagen zitten en ook het Hawaï-genre verboden.
De Rotterdamse pianist Dick Willebrandts wist muzikaal de voorschriften van de nazi’s te ontwijken en hij trad met zijn bigband op in de zaal van het Haagse gebouw voor Kunsten en Wetenschappen. De zaal zat vol met WA-mannen en omdat Willebrandts het niet helemaal zuiver wist te spelen, heeft hij na de oorlog tot eind 1945 geen orkest meer mogen leiden.  
Nadat in Rotterdam het gebrek aan stroom een eind aan muziekoptredens had gemaakt, zouden Bill Buismans  ‘Kilima Hawaiians’ direct na de bevrijding terugkomen en de eerste vijf jaar na de oorlog zelfs een hoogtepunt bereiken.

Opnieuw teleurstelling. Het hoofd van de bewoners van Katendrecht stond helemaal niet meer naar wat voor soort muziek dan ook. Het werd bekend dat de operatie bij Arnhem was mislukt en de Duitsers troffen voorbereidingen om de Rotterdamse havens te vernietigen. Hitler himself had het bevolen.
De Katendrechters moesten evacueren en weer kon je mensen door de straten zien gaan, sjouwend met het allernodigste. Er werd niets geregeld, zij moesten zelf maar zien waar zij terechtkwamen. Direct daarna trilde de grond in Rotterdam en waren de explosies tot ver buiten de stad te horen. Overal op Zuid voorzagen bewoners het vensterglas van een raster, gevormd door stroken lichtbruin, papieren plakband. Helpen deed het weinig tot niets. In Katendrecht werden zeer zware explosieven gebruikt. In het grootste deel van de woningen op Katendrecht overleefden ruiten en sponningen de drukgolven niet. Deuren werden uit het lood geslagen, daken en plafonds stortten in. Vijfduizend mensen raakten dakloos. In verlaten woningen werd ook nogal eens geplunderd. De woningen van Anna en Jilles raakten zo ernstig beschadigd dat er voorlopig geen sprake was van een terugkeer. Dat ging maanden duren, de bevrijding voorbij. Jilles vond tijdelijk onderdak en Anna en Pieter wisten een woning in de Afrikaanderbuurt te bemachtigen. Pieter L.C.-junior trok met zijn gezin bij hen in. Een slimme zet, zodra Anna en haar man terugkeerden, kon Pieter in de woning blijven en was hij met zijn gezin ontsnapt aan dat vermaledijde nooddorp. Groot genoeg voor twee gezinnen was de woning niet, Anna’s hart wel.

Het was meteen helemaal afgelopen met de Katendrechtse jazzwereld. Door de ontploffingen waren verder over de gehele stad vijftienhonderd woningen zo ernstig beschadigd dat ze moesten worden afgebroken.
Nagenoeg alle haveninstallaties werden vernietigd, olietanks in Pernis gingen in vlammen op, schepen werden voor de haveningangen tot zinken gebracht. Vlakbij de Afrikaanderwijk, aan Maashaven en Rijnhaven, werden grote delen van de kades weggeslagen, omvergeworpen kranen kwamen in de havens terecht, spoorrails raakten de koers kwijt en liepen de havens in.
(wordt vervolgd)
nnn

Geen opmerkingen:

Een reactie posten