dinsdag 24 november 2015

ANNA'S JAREN (108) - Groeiend verzet

Intussen kwamen er in Londen nog meer regeringen in ballingschap, onder andere die van België, Frankrijk, Tsjechoslowakije en Polen. En Nederland ging ter plekke enige ministers- en kabinetscrises krijgen. Er kwamen dan nieuwe ministers, zonder parlementaire controle.
De ‘Nederlandse Unie’ werd opgericht door  Louis Einthoven, Johannes Linthorst Homan  en Jan de Quai,  die het later, in 1959, tot minister-president van Nederland zou brengen.
Het doel van de unie was, onder erkenning van de gewijzigde politieke verhoudingen in Nederland en Europa, en in samenwerking met de Duitse en Nederlandse autoriteiten, het karakter van de samenleving te bewaren. Om na de oorlog de Nederlandse zelfstandigheid te kunnen herwinnen. Dat betekende dat de unie zich als taak stelde te voorkomen dat de NSB aan de macht kwam. Voor even werd de ‘Nederlandse Unie’ de grootste Nederlandse politieke beweging ooit. Leden droegen hun speldje vooral om te laten zien dat zij tegen de NSB en de Duitsers waren, hoewel de unie de Duitse bezetting accepteerde.
Er kwamen echter al snel scheurtjes in de samenwerking van de leiders door verschil van mening over de mate waarin concessies aan de Duitsers moest worden gedaan. Er ontstond verder kritiek bij de achterban en die sloeg niet in het minst op de weinig democratische opvattingen die uit het optreden van de leiders bleken. Anderhalf jaar na de oprichting werd de ‘Nederlandse Unie’ alweer verboden door de Duitsers. Toch heeft de unie waarschijnlijk de groei van de NSB enigszins kunnen afremmen.

Repressie wakkert weerstand aan. Hoewel valt te constateren dat het nog steeds niet is begrepen, is dat een belangrijke les die de geschiedenis heeft gegeven. De periode 1940-1945 bevestigde dat maar weer eens. Ons land telde na de capitulatie negen miljoen inwoners. Daarvan zaten er ongeveer 25 duizend in het georganiseerde verzet. Met ‘Nederlands verzet’ worden doorgaans alle personen en groepen bedoeld, die weerstand boden aan de Duitse bezetting van Nederland  maar ook aan de Japanse bezetting van Nederlands-Indië. Het verzet in Nederland bedroeg naar verhouding maar een derde van de omvang van het verzet in het kleinere België. Doordat de Duitsers aanvankelijk veel harder optraden bij onze zuiderburen, ontmoetten zij daar ook meer weerstand. En naarmate de Duitse opstelling in Nederland harder werd, groeide ook hier het verzet.

Seyss-Inquarts strategie om Nederland geleidelijk aan zover te krijgen de nationaal-socialistische ideologie en opname in een Groot-Germaans Rijk te accepteren leek eerst nog te gaan werken. Dat de distributie van brood al snel werd ingevoerd verhinderde niet dat in het eerste oorlogsjaar vrij algemeen de opvatting post vatte dat het met de Duitse bezetting wel enigszins mee zou vallen. Al langer dan een half jaar voordat de moffen kwamen was de suiker immers ook al op de bon? De ongeveer 15 duizend Joodse vluchtelingen uit Duitsland dachten daar al meteen anders over, zij hadden de werkelijke bedoelingen van de nazi’s maar al te goed leren kennen. Ook een aantal Nederlandse Joden was al eerder met lafhartige bejegeningen geconfronteerd. Frasen uit redes van Goebbels, waarin hij tegen hen tekeer ging, vielen per anoniem verzonden post op hun deurmatten. Zonder opgaaf van redenen waren er al Joden geweigerd voor betrekkingen nadat zij desgevraagd hun godsdienst hadden vermeld. En dat in het Nederland van vóór 1940. 

(Afbeelding: Wikipedia)
NSB-leider Mussert, die had verkondigd dat zijn NSB een eventuele Duitse inval met gekruiste armen zou gadeslaan, pleitte toen al voor zuivering: ‘Wat niet in ons Volk behoort, moet eruit.’ Een kreet die wij tegenwoordig trouwens wel weer eens mogen tegenkomen, al gaat het dan niet zoals toen over ‘de pinda-Chinezen tot en met de Joden’.
Mussert verkondigde al breeduit dat de Nederlandse ‘levensruimte’ zoveel mogelijk moest worden vrijgemaakt van Joden en Walen in de periode dat de Duitsers nog niet eens zo ver gingen en zich alleen nog bezighielden met beperkende maatregelen jegens de Joden.
Musserts NSB was de laatste jaren flink in betekenis afgenomen maar de Duitse inval zou hem en zijn club weer stevig in het zadel helpen, dacht hij. Na de bezetting werd Mussert nog radicaler om indruk te maken op de Duitsers, die nog niet veel belangstelling hadden getoond voor zijn NSB. Maar hij verwachtte dat zijn positie nu wel snel het niveau kon krijgen als die van een Hitler of een Mussolini en zag maar niet in dat de Duitsers daar anders over dachten. Ambtenaren en burgemeesters mocht de NSB leveren. Politiemensen om Joden op te halen en het verzet te bestrijden mocht de NSB leveren. Jonge mannen om tegen het communisme te vechten mocht de NSB leveren. Wilde plannen mocht de NSB echter inleveren.
(wordt vervolgd)
nnn

Geen opmerkingen:

Een reactie posten