Rudolf Hess (foto Wikipedia) |
Hess wilde
contact leggen met de Hertog van Hamilton in een poging om vrede tot stand te brengen en was in zijn eentje naar
Schotland gevlogen. Daar zag een boer een parachutist uit een brandend
vliegtuig neerdalen; hij begreep meteen dat het een Duitser was en rende erop
af met een hooivork. De parachutist, Rudolf Hess, kon niet veel uitrichten want
hij brak bij de landing een enkel. De boer bewaakte ‘der Stellvertreter’ tot
militairen hem oppikten. De papieren in zijn bezit zouden volgens Hess
vredesvoorstellen van Hitler inhouden. Hij werd niet geloofd, verdween in de
Tower of London en de door Duitsers verboden Engelse zender ontzenuwde het eerder
door Goebbels de wereld in geholpen bericht over Hess’ veronderstelde dood.
Door het wegvallen van Hess schoof zijn secretaris, Martin Bormann, een plaatsje op in de richting van der Führer.
Tijdens de Neurenberg processen zouden aanwijzingen worden gevonden dat Hess
inderdaad ontoerekeningsvatbaar was. Hij zou levenslang krijgen, uit te zitten
in de Berlijnse Spandaugevangenis, waar hij vanaf 1966 de enige gevangene zou
zijn en in 1987 dood zou worden aangetroffen, hangend aan een electriciteitskabel.
Enkele
maanden na Hess’ vlucht wierpen RAF toestellen nogmaals brisantbommen op
Rotterdam. Er kwam dus inderdaad voorlopig geen einde aan, weer werden
woonomgevingen getroffen, het Noorse kerkje raakte in brand, Boijmans werd
beschadigd, twee binnenschepen waarin de chirurgische afdeling van het
Coolsingelziekenhuis een voorlopig onderdak had gevonden, kregen de volle laag.
Meer dan honderd doden. De Franciscusbrigade deed wat er gedaan kon worden.
In
Nederland werden alle politieke partijen ontbonden en verboden, evenals
studentenorganisaties, maar in Amerika ging het feest gewoon door. De grote
sigarettenfabrikanten huurden big bands om voor de radiozenders te spelen. De
platenindustrie floreerde beter dan ooit en er kwam een plaat uit waarvan een
miljoen exemplaren werd verkocht, wereldberoemd zou het keurig gearrangeerde
wijsje ‘Chattanooga Choo-Choo’ worden. En het orkest dat het nummer speelde zou
later met nog meer nummers als ‘In The Mood’ en ‘Moonlight Serenade’ de wereld
veroveren. Die band van Glenn Miller had niet dat ongeremde dat het publiek zo
waardeerde bij Benny Goodman, er werd gespeeld met een discipline, die zelfs
aan de kleding van de musici viel af te lezen.
Bij live
optredens gingen de jongelui dan ook pas echt uit hun dak als de band speelde
van de geweldige drummer Gene Krupa. Een serieuze, beheerste man die op het
podium een showbeest werd, een jazzdrummer bij uitstek, door de wol geverfd bij
bands als die van Red Nichols, Tommy Dorsey en Benny Goodman. Hij was de
man die bij het nummer van Goodmans band ‘Sing,Sing,Sing’ met zijn wervelende
en roffelende, lange solo het publiek in de Carnegie Hall gek maakte en de band
op de kaart zette. En dat is nog steeds duidelijk als je opnames ziet van die
man aan het werk, passie en plezier stralen van hem af. Aan die eigen band wist
hij grote namen te verbinden als die van Anita
O’Day en de briljante trompettist Roy
Eldridge.
Toen Krupa
met zijn band in Pennsylvania speelde, weigerde daar een restaurant de zwarte
leden van zijn band te bedienen. Gene Krupa had een grote afkeer van
discriminatie en onverdraagzaamheid en hij protesteerde dan ook op heftige
wijze, wat hem een bekeuring opleverde door de erbij geroepen agent. Wegens
ordeverstoring.
Ook Frank
Sinatra was iemand die zich vaak openlijk uitliet tegen discriminatie en in
interviews meermaals verkondigde niet te begrijpen waarom zwarte mensen ook
minderwaardige mensen zouden zijn. Dat neemt niet weg dat het begin van Frank
Sinatra’s carrière was omgeven met hardnekkige geruchten die hem voor altijd
het image van een maffia-maatje zouden doen aankleven. Niet zo gek als je eerst
een drummer waarmee je ruzie hebt door twee mannen in elkaar laat slaan, en
later bandleider Tommy Dorsey onder dwang van duistere figuren je wederzijdse
contract voortijdig laat beëindigen. Maar toen waren drummer Buddy Rich en Sinatra al weer vrienden
en werd Frank door Billboard uitgeroepen tot de beste mannelijke vocalist van
1941.
Even nog,
maar in Amerika ging het feest dus gewoon door, terwijl in Nederland de Hot
Jazz werd verboden evenals Joodse en Engelse muziek. Het ging nog verder toen
het Joodse musici werd verboden in het openbaar op te treden. De Nederlandse
orkesten werden ‘geariseerd’. Sem Nijveen en Sal Doof moesten de 'Ramblers' verlaten. Theo Uden Masman hielp hen om verder uit handen van de Duitsers te
blijven maar dat mocht voor saxofonist Sal Doof niet baten. Hij werd verraden
en zou het concentratiekamp niet overleven.
(wordt
vervolgd)
nnn
Geen opmerkingen:
Een reactie posten