Sally Dormits
greep elke mogelijkheid aan om bonnen te pakken te krijgen. Het werd voor hem een
dagelijkse routine en er kon nauwelijks nog iets misgaan. Tenminste, dat dacht
hij. Sally moest helaas ervaren dat routine ook het gevaar kan opleveren dat je
roekelozer wordt. En als je wordt gedreven door persoonlijke motieven komt daar
nog bij dat je de kans loopt inschattingsfouten te maken. En dat is precies wat
de ervaren verzetsman overkwam toen hij op een gegeven moment tot het uiterste was
gespitst op het inpikken van een persoonsbewijs. De gescheiden Sally had inmiddels
een vriendin, een kapster die ook in het verzet zat, en zij had zo’n papiertje
broodnodig. Sally zag zijn kans schoon toen hij bij een bakker binnenstapte en
er net een vrouw naar buiten ging zonder haar tasje mee te nemen. Hij pikte het
in, hopend er een persoonsbewijs in te vinden. Eenmaal weer buiten, maakte hij
de fout van zijn leven door zich niet meteen uit de voeten te maken. De vrouw kwam
weer snel terug voor haar tasje en Sally stond er nog. Zij herkende hem en haar
blik viel meteen op zijn overvolle aktetas, die zij uit zijn handen rukte om
haar tasje vervolgens tevoorschijn te halen.
Wat
mankeerde Sally in hemelsnaam, waarom bood hij geen weerstand? Of waarom nam
hij niet alsnog de benen? Een voorbijganger schoot de vrouw te hulp en hield
Sally vast tot er een politieagent arriveerde.
Waarom
liet de door de wol geverfde vechtersbaas zich door een voorbijganger
vasthouden? Hoe overdonderd was de notoire knokker dat hij dit zomaar liet
gebeuren?
Waarom
liet Sally zich vervolgens zonder verzet door de agent meenemen naar het
bureau, waar hij zou worden gefouilleerd?
Fouilleren
kwam er echter niet van. In het bureau sloeg de paniek pas echt toe bij Sally en
hij trok het pistool, dat hij op het lijf droeg. Hij schoot zich door het hoofd
en overleed later in het ziekenhuis.
Waarom verdedigde
Sally zich niet door allereerst met zijn wapen te dreigen?
De politie
trof bij verder onderzoek een kassabon op Sally aan en een op zijn naam
gestelde textielkaart. Niets bijzonders, zou je zeggen. Maar de gevolgen waren
catastrofaal.
‘Anything that can go wrong, will go wrong’.
De Haagse
politie had kort ervoor een link ontdekt die leidde naar ene Dormits. Er was na
een aanslag op een opslagplaats van de Wehrmacht een fiets gevonden die Sally
van de hand had gedaan. De nieuwe eigenaar van de fiets was aangevallen door
een waakhond en had inderhaast de fiets moeten achterlaten. De politie was tot
de verkeerde conclusie gekomen dat Dormits de eigenaar van de fiets was. Ten
onrechte werd hij daardoor aangezien als een van de daders van de aanslag en
was er een opsporingsbericht naar hem uitgegaan.
Tot zover
niet meer dan een verkeerde link, maar de gebeurtenissen die daarna volgden
kwadrateerden eerdergenoemde ‘Murphy’s Law’.
Haagse en
Rotterdamse politie begonnen een gezamenlijk onderzoek. De op Dormits gevonden
kassabon leidde de recherche naar een adres in Rotterdam, waar de winkelier de
op de bon vermelde bestelling had afgeleverd. Dormits woonde daar onder een
schuilnaam. Er werden ter plekke brandbommen gevonden, chemicaliƫn, exemplaren
van ‘De Waarheid’ en verslagen van verzetsacties. De vijand was meteen helemaal
bijgepraat. Toen vervolgens een uitgebreide administratie met ledenlijst van de
NVM boven water kwam, sprong het tuig een gat in de lucht. De Sicherheitsdienst,
die meteen werd ingeschakeld, werd aldus voor het eerst geconfronteerd met het
bestaan van ondergrondse knokploegen.
Auschwitz (Foto: Wikipedia) |
Nog dezelfde
avond werd niet alleen iedereen die op de lijst stond gearresteerd, maar werden
ook partners en zelfs kinderen niet ontzien. Tweehonderd mensen werden er
gearresteerd, waaronder veel Joden. De Nederlandse politie behandelde de
arrestanten beestachtig, er werd gemarteld. In de navolgende maanden werden nog
vele verzetsstrijders opgepakt, niet alleen in Rotterdam maar ook in Den Haag
en Amsterdam. Twintig arrestanten werden ter dood veroordeeld en gefusilleerd,
de anderen naar concentratiekampen afgevoerd, slechts enkelen overleefden. De
Joden gingen meteen naar Auschwitz, waar zij werden vergast.
En het
hield nog niet op, de Duitsers dachten een relatie te zien met een groep
communisten die in Amsterdam werkten bij een bedrijf dat regenkleding
vervaardigde. Er werkten daar veel Joden. De moffen vonden er communistische
pamfletten, arresteerden alle Joodse werknemers en voerden hen en kort daarna ook
nog eens hun gezinsleden af naar Westerbork. Niet meer dan acht van de 820
afgevoerde Joden haalden het eind van de oorlog.
Een
doorgewinterde strijder had geprobeerd een tasje te stelen, even niet alert
gehandeld en het aantal doden dat direct of indirect hiervan het gevolg was,
overtrof dat van het grote bombardement op Rotterdam.
De SD was
er zo blij mee, dat de nijvere politiemannen uit Rotterdam en Den Haag, die
geholpen hadden de NVM op te rollen, werden onthaald op een heidens zuip- en
vreetfeest.
(wordt
vervolgd)
nnn
Geen opmerkingen:
Een reactie posten