Er was ook
een hit, opgenomen voor Decca Records, gezongen door Jan de Vries, bij de bigband van Dick Willebrandt. ‘Het komt wel weer in orde’, zong hij en
Willebrandt begeleidde swingend op de piano.
Zit niet bij de pakken neer
Gedraag je als een vent
Want ’t komt wel weer in orde
Opeens was
zoiets toegestaan. Willebrandts orkest kreeg zelfs de opdracht het voor de
radio te brengen. Joseph Goebbels had bedacht dat hij Engelse en Amerikaanse
soldaten voor zich kon winnen als zijn ‘Deutsche Europa Sender’ zich met
dergelijke muziek op het Anglo-Amerikaanse publiek richtte.
‘Niets is veranderlijker dan een mens’.
Er kwamen
meer van dat soort opnamen. Ruim een half jaar later zou Decca Boy Edgars
‘Ratten op de trap’ opnemen. Het arrangement was in de stijl van de verboden
Ellington-muziek en wie er met die ‘ratten’ werden bedoeld is overduidelijk. Ook
dat kon, want er kwam steeds minder controle, doordat er steeds meer
controleurs verdwenen naar het oostfront. Musici werden steeds brutaler in hun
repertoirekeuze.
Amsterdam
werd uitgeroepen tot ‘Jodenvrije stad’, de meeste Joden waren omgebracht, de
Hollandsche Schouwburg sloot de deuren.
(Foto: Wikipedia) |
Josef
Stalin, Franklin Roosevelt en Winston Churchill kwamen bijeen in Teheran om tot
een geallieerde strategie tegen nazi-Duitsland te komen. De oorlog moest worden
gewonnen en daartoe zou geen middel worden ontzien. Dat betekende dat ook
dichtbevolkte steden structureel gebombardeerd gingen worden. Het was de eerste
oorlogsconferentie waarbij Stalin aanwezig was en hij wist, ondanks de
anti-communistische instelling van de andere twee, veel concessies te
verkrijgen. Rusland had al plannen Hitlers bunker aan te vallen en de Führer te
doden. Churchills en Roosevelts strategische inzichten verschilden nogal.
Churchill wilde de Wehrmacht aanpakken vanuit Zuid-Europa, Roosevelt wilde
eerst de confrontatie aangaan in Afrika, waardoor de
Amerikanen ervaring in de moderne oorlogvoering zouden opbouwen.
Al met al
betekende het jaar 1943 een keerpunt. In Nederland accepteerde een groeiend
deel van de bevolking de maatregelen van de Duitsers niet meer en de Duitsers
werden steeds meer belemmerd in alles wat zij ondernamen. De Duitse soldaat
wist van geen kant hoe de Nederlandse neiging tot dwarsliggen te hanteren. Opgegroeid
in een ‘Befehl-ist-Befehl’-cultuur snapte hij niets van burgerlijke ongehoorzaamheid.
En hij zou het nog moeilijker gaan krijgen want dat het keerpunt in de oorlog
een feit was, drong langzamerhand door tot eenieder die door de nazi’s werd
onderdrukt. Mensen begonnen zomaar op straat discussies aan te gaan met de
gewone soldaat. Die ook maar moest, veel Duitse soldaten waren geen overtuigde
nazi’s. Nationalistisch waren zij wel nagenoeg allemaal, en trouw aan het
regime. Er waren echter verschillen, de soldaten kwamen uit verschillende
milieus. Logisch dat niet allen even gemotiveerd zouden blijven.
Hoe de
Duitse soldaat met ongehoorzaamheid omging ervoer Rieka pijnlijk op een koude winterdag. Zij kwam thuis met kapotte,
koolzwarte handen waar het bloed vanaf droop. Rieka was naar het
spoorwegemplacement gegaan op zoek naar kolen voor de potkachel. Zij trof daar
een halfhoge, open wagon, afgeladen met kolen waarop een soldaat de boel
bewaakte. Rieka voorzag een betere oogst dan bij het zoeken tussen de rails en hees
zich op aan de wagon om net over de rand wat kooltjes te kunnen pikken en in
haar emmer te doen. De wachtpost waarschuwde en Rieka deed alsof zij geen Duits
verstond. Bij de volgende graai stond de soldaat met een spijkerlaars op haar
verkleumde hand die naar de kooltjes ging, en vervolgens met meer effect op de
andere, waarmee zij zich vasthield.
Zij had
nog geluk gehad, het kwam steeds vaker voor dat er werd geschoten op mensen die
probeerden aan brandstof of voedsel te komen. Rieka’s moeder, ‘opoe-van-om-de-hoek’,
werd bij een andere gelegenheid in de knie geraakt. Zij raapte kooltjes tussen
de rails en het schot dat haar trof was bedoeld voor haar man, die samen met buurtgenoten
een zware houten deur sjouwde, die zij uit een loods op het emplacement hadden
gesloopt.
Rond de
jaarwisseling werd Berlijn getroffen door zware nachtelijke aanvallen en direct
in het nieuwe jaar overschreden Russische troepen de Poolse grens en begonnen
de Amerikanen een offensief tegen de Duitsers in Italië. Leningrad werd kort
daarna door het Rode Leger bevrijd.
Door de
bombardementen groeide in Berlijn de woningnood, en daarmee de weerzin tegen de
nazi’s. Het alarm loeide er vrijwel constant en telkens weer ging er het gesprek
van de dag over bijna niets anders dan stukgebombardeerde woningen.
De nazi’s
lieten steeds meer de tanden zien, wat steeds minder verhulde dat de cariës
toesloeg. Görings nervositeit deed de ondergrondse media gniffelen nadat hij
een desastreus vals alarm had veroorzaakt waarop de Berlijnse bevolking zich de
schuilkelders in worstelde. Een uur later klonk het signaal ‘alles veilig’.
Geen vijandelijk vliegtuig was er te bekennen geweest op die nevelige dag. Görings
alarmsignaal was allesomvattend geweest en hij was persoonlijk telefonisch de
vliegvelden langsgegaan met de opdracht dat alle vliegtuigen moesten opstijgen.
Ruim achthonderd jagers hadden het luchtruim gekozen, nog niet eerder was zo’n
groot aantal jachtvliegtuigen in één keer tegen de vijand ingezet. Zicht en
verbindingen waren slecht op dat moment. De luchtdoelartillerie was over bijna
het gehele land in het geweer gekomen, was begonnen te schieten en had doel
getroffen. Tien machines waren er neergehaald. Tien Duitse machines.
(wordt vervolgd)
nnn
Geen opmerkingen:
Een reactie posten