De oorlog ging
door, in alle hevigheid. In Den Haag werden twintig Nederlanders gedood en de
geallieerden bombardeerden bij vergissing Nijmegen, Arnhem, Enschede en
Deventer. Lou Manche maakte een door vallende bommen gedomineerde affiche met
(jawel) de tekst ‘Van je vrienden moet je 't hebben!’ Hij had zelf betere.
De
geallieerden voerden herhaaldelijk hevige bombardementen uit op Rome en op
verzoek van het verzet bombardeerden zij het schaduwarchief persoonsbewijzen in
Den Haag met de bedoeling dat de Duitsers het niet meer konden raadplegen. Deze
keer zwaaiden de bommen niet af. Deze keer was er een verkeerd tijdstip
gekozen. Het personeel was nog aan het werk en er vielen 59 doden. Onder hen
een aantal dat voor het verzet werkte.
Op
verschillende plaatsen in het land werden ondergrondse drukkers gearresteerd.
Zeventien op één dag. Onder hen Jan Pel, drukker van ‘Trouw’. Nog geen twee maanden voor de bevrijding zou hij
overlijden in Neuengamme.
Eind april 1944 kraakten
Gerrit van der Veen en nog vier mannen de Landsdrukkerij in Den Haag. Zij
maakten drukvellen met tienduizend persoonsbewijzen buit. Enkele dagen later
ging Gerrit weer op pad, nu om samen met andere verzetsstrijders kameraden te
bevrijden uit het Amsterdamse Huis van Bewaring. Hij kon het niet verkroppen
dat zijn vrienden opgesloten zaten. Door samenspel van emotie, spanning en
vermoeidheid nam hij steeds grotere risico’s. Nadat een meewerkende bewaker de
poort had geopend werd Gerrit verrast door een waakhond. In een impuls schoot
hij op het beest. Door het schot gealarmeerde bewakers kwamen erop af en er
werd over en weer geschoten. Gerrit, die een treffer in de rug kreeg waardoor
hij niet meer kon lopen, wist nog te ontkomen. Twee weken later werd hij
gearresteerd op zijn onderduikadres en met hem zijn vriendin Suzy en uitgeefster Tine van Klooster van de in het pand gevestigde uitgeverij ‘De
Spieghel’.
Burgemeester Müller van
Rotterdam maakte bekend dat hondeneigenaren zich met hun viervoetige vrienden
moesten melden. Een teken aan de wand hoe het langzamerhand was gesteld met het
Duitse leger. Geen hondenbezitter die er blij door werd. Je moest er toch niet
aan denken dat je trouwe makker voor de moffen moest werken. Sommigen zagen
kans zich van de domme te houden doordat honden gewoon los op straat liepen in
die tijd. Zij hadden effe geen hond. De viervoeters werden aan het
Nenijto-terrein en in het Stadion-Feyenoord gekeurd ‘voor diensten ten behoeve
van de Duitse Weermacht’. Was de hond groot en sterk genoeg dan was het baasje zijn
troost en toeverlaat kwijt. Het was trouwens niet de eerste keer dat zoiets
gebeurde, twee jaar eerder werden in andere plaatsen al honden gevorderd.
In Groningen werd op klaarlichte
dag door het verzet bij een overval op drukkerij Hoitsema de grootste vangst
aan distributiebonkaarten buitgemaakt.
De Duitsers voerden landelijk
een razzia uit die was gericht op woonwagenkampbewoners. Zij richtten zich expliciet
op mensen met een Sinti- of Roma-achtergrond, de anderen lieten zij vrij. Zij
vonden de zigeuners asociaal en hun bloed verontreinigd doordat zij veel in
contact waren gekomen met andere volkeren, zoals Joden. Van de bij de razzia
opgepakte zigeuners overleefden er 190 Auschwitz-Birkenau niet.
Het verzet
zag de noodzaak in om zich beter te organiseren en werd nog actiever. Overvallen
op distributiekantoren namen hand over hand toe. Rotterdam-Zuid kreeg zijn
eigen knokploeg, opgenomen in het verband van ‘landelijke knokploegen’ en ook zelfstandig
opererend. Aanvankelijk stond de ploeg onder leiding van ‘Lange Jan’; Jan Engberts, de enige die een militaire
opleiding had genoten. Zoals gebruikelijk begon de ploeg met kleine
activiteiten, als het stelen van distributiebonnen. Al snel werden er ook wapens
buitgemaakt en de langs de Afrikaanderwijk lopende spoorlijn van Feijenoord
naar Pernis, belangrijk voor het vervoer van brandstof, werd gesaboteerd.
Het was op
D-day dat de ploeg van ‘Lange Jan’, die nog slechts vier man groot was, meedeed
aan een succesvolle overval op het Rotterdamse Huis van Bewaring aan de
Noordsingel. Zeventien politieke gevangenen werden er bevrijd.
Zij wisten
op dat moment nog niet dat Montgomery als bevelhebber van de grondstrijdkrachten
was overgestoken naar Normandië. Via inventief verborgen radio’s werd het de
Nederlanders kort daarop duidelijk dat er een begin was gemaakt met de
bevrijding van West-Europa. De Britse inlichtingendienst had eerder de stunt
uitgehaald om de acteur Clifton James als
dubbelganger van Monty in te zetten in Afrika en Zuid-Europa. Waardoor Hitler
zou kunnen denken dat dat de geallieerden in Zuid-Frankrijk zouden landen.
De eerste
bommen vielen echter in Normandië, om drie uur in de morgen. Parachutisten
werden landinwaarts gedropt. En het duurde daarna niet lang meer tot er een
massa schepen opdoemde aan de horizon. Schepen, die onder leiding van generaal
Montgomery ruim 150 duizend man aanvoerden, die later de kust opstormden. Over een
breedte van meer dan tachtig kilometer. Duitse generaals hadden het zwaartepunt
van de verdediging in een beperkter gebied gelegd. Bij Calais, waar zij de
geallieerde aanval verwachtten. Montgomery ging het opnemen tegen dezelfde
tegenstander als eerder in Afrika, veldmaarschalk Rommel. Net als in Afrika was
Rommel bij het begin van het offensief afwezig. Net als in Italië kwam er in
eerste instantie van de samenwerking met Amerikaanse generaals geen sodemieter
terecht.
(wordt
vervolgd)
nnn
Geen opmerkingen:
Een reactie posten