woensdag 29 juni 2016

ANNA'S JAREN (151) - Goed gericht, fout getimed

De oorlog ging door, in alle hevigheid. In Den Haag werden twintig Nederlanders gedood en de geallieerden bombardeerden bij vergissing Nijmegen, Arnhem, Enschede en Deventer. Lou Manche maakte een door vallende bommen gedomineerde affiche met (jawel) de tekst ‘Van je vrienden moet je 't hebben!’ Hij had zelf betere.
De geallieerden voerden herhaaldelijk hevige bombardementen uit op Rome en op verzoek van het verzet bombardeerden zij het schaduwarchief persoonsbewijzen in Den Haag met de bedoeling dat de Duitsers het niet meer konden raadplegen. Deze keer zwaaiden de bommen niet af. Deze keer was er een verkeerd tijdstip gekozen. Het personeel was nog aan het werk en er vielen 59 doden. Onder hen een aantal dat voor het verzet werkte.
Op verschillende plaatsen in het land werden ondergrondse drukkers gearresteerd. Zeventien op één dag. Onder hen Jan Pel,  drukker van ‘Trouw’. Nog geen twee maanden voor de bevrijding zou hij overlijden in Neuengamme.

Eind april 1944 kraakten Gerrit van der Veen en nog vier mannen de Landsdrukkerij in Den Haag. Zij maakten drukvellen met tienduizend persoonsbewijzen buit. Enkele dagen later ging Gerrit weer op pad, nu om samen met andere verzetsstrijders kameraden te bevrijden uit het Amsterdamse Huis van Bewaring. Hij kon het niet verkroppen dat zijn vrienden opgesloten zaten. Door samenspel van emotie, spanning en vermoeidheid nam hij steeds grotere risico’s. Nadat een meewerkende bewaker de poort had geopend werd Gerrit verrast door een waakhond. In een impuls schoot hij op het beest. Door het schot gealarmeerde bewakers kwamen erop af en er werd over en weer geschoten. Gerrit, die een treffer in de rug kreeg waardoor hij niet meer kon lopen, wist nog te ontkomen. Twee weken later werd hij gearresteerd op zijn onderduikadres en met hem zijn vriendin Suzy  en uitgeefster Tine van Klooster  van de in het pand gevestigde uitgeverij ‘De Spieghel’.

Burgemeester Müller van Rotterdam maakte bekend dat hondeneigenaren zich met hun viervoetige vrienden moesten melden. Een teken aan de wand hoe het langzamerhand was gesteld met het Duitse leger. Geen hondenbezitter die er blij door werd. Je moest er toch niet aan denken dat je trouwe makker voor de moffen moest werken. Sommigen zagen kans zich van de domme te houden doordat honden gewoon los op straat liepen in die tijd. Zij hadden effe geen hond. De viervoeters werden aan het Nenijto-terrein en in het Stadion-Feyenoord gekeurd ‘voor diensten ten behoeve van de Duitse Weermacht’. Was de hond groot en sterk genoeg dan was het baasje zijn troost en toeverlaat kwijt. Het was trouwens niet de eerste keer dat zoiets gebeurde, twee jaar eerder werden in andere plaatsen al honden gevorderd.

In Groningen werd op klaarlichte dag door het verzet bij een overval op drukkerij Hoitsema de grootste vangst aan distributiebonkaarten buitgemaakt.
De Duitsers voerden landelijk een razzia uit die was gericht op woonwagenkampbewoners. Zij richtten zich expliciet op mensen met een Sinti- of Roma-achtergrond, de anderen lieten zij vrij. Zij vonden de zigeuners asociaal en hun bloed verontreinigd doordat zij veel in contact waren gekomen met andere volkeren, zoals Joden. Van de bij de razzia opgepakte zigeuners overleefden er 190 Auschwitz-Birkenau niet.

Het verzet zag de noodzaak in om zich beter te organiseren en werd nog actiever. Overvallen op distributiekantoren namen hand over hand toe. Rotterdam-Zuid kreeg zijn eigen knokploeg, opgenomen in het verband van ‘landelijke knokploegen’ en ook zelfstandig opererend. Aanvankelijk stond de ploeg onder leiding van ‘Lange Jan’; Jan Engberts, de enige die een militaire opleiding had genoten. Zoals gebruikelijk begon de ploeg met kleine activiteiten, als het stelen van distributiebonnen. Al snel werden er ook wapens buitgemaakt en de langs de Afrikaanderwijk lopende spoorlijn van Feijenoord naar Pernis, belangrijk voor het vervoer van brandstof, werd gesaboteerd.

Het was op D-day dat de ploeg van ‘Lange Jan’, die nog slechts vier man groot was, meedeed aan een succesvolle overval op het Rotterdamse Huis van Bewaring aan de Noordsingel. Zeventien politieke gevangenen werden er bevrijd.
Zij wisten op dat moment nog niet dat Montgomery als bevelhebber van de grondstrijdkrachten was overgestoken naar Normandië. Via inventief verborgen radio’s werd het de Nederlanders kort daarop duidelijk dat er een begin was gemaakt met de bevrijding van West-Europa. De Britse inlichtingendienst had eerder de stunt uitgehaald om de acteur Clifton James  als dubbelganger van Monty in te zetten in Afrika en Zuid-Europa. Waardoor Hitler zou kunnen denken dat dat de geallieerden in Zuid-Frankrijk zouden landen.
De eerste bommen vielen echter in Normandië, om drie uur in de morgen. Parachutisten werden landinwaarts gedropt. En het duurde daarna niet lang meer tot er een massa schepen opdoemde aan de horizon. Schepen, die onder leiding van generaal Montgomery ruim 150 duizend man aanvoerden, die later de kust opstormden. Over een breedte van meer dan tachtig kilometer. Duitse generaals hadden het zwaartepunt van de verdediging in een beperkter gebied gelegd. Bij Calais, waar zij de geallieerde aanval verwachtten. Montgomery ging het opnemen tegen dezelfde tegenstander als eerder in Afrika, veldmaarschalk Rommel. Net als in Afrika was Rommel bij het begin van het offensief afwezig. Net als in Italië kwam er in eerste instantie van de samenwerking met Amerikaanse generaals geen sodemieter terecht.
(wordt vervolgd)

nnn

Geen opmerkingen:

Een reactie posten