(Foto: Wikipedia) |
Het nieuws
over de landing verspreidde zich snel. Er werd niet meer aan de juistheid van
de berichten getwijfeld, via de radio was te horen dat de Franse bevolking
aanwijzingen kreeg. Wie naar BBC of ‘Radio Oranje’ luisterde, kon de voortgang
van de strijd vrijwel geheel volgen. En de ondergrondse pers zorgde er wel voor
dat de berichten ook de anderen bereikten. Het waren voor het grootste deel
Amerikaanse en Britse oorlogsschepen die aan de invasie deelnamen. De vloot
werd aangevuld met schepen van Canadese, Franse, Griekse, Noorse, Nederlandse
en Poolse marine. De Duitsers boden hevige tegenstand; ‘laat ze maar komen’,
had Hitler gezegd, ‘binnen negen uur zullen wij hen in zee hebben teruggedreven’.
In werkelijkheid waren de Duitsers volkomen verrast, door de omvang van de
aanval en door het tijdstip. Het was de laatste dagen bar slecht weer geweest en
de vooruitzichten waren niet veel beter. Eisenhower had toch het startschot
gegeven omdat maan en getij de komende tijd veel minder gunstig zouden zijn. Desalniettemin
lukte het de verraste Duitsers de eerste maanden de opmars van Montgomery te
vertragen. Daarna zweeg in Duitsland de radio.
Opperbevelhebber
Dwight D. Eisenhower was het met de Amerikaanse generaals eens dat Montgomery
veel te langzaam oprukte. Dankzij zijn diplomatieke aanleg wist hij evenwel het
gedrag van de rivaliserende partijen in goede banen te leiden. Generaal George
Smith Patton slaagde er in een doorbraak te forceren en Bretagne viel in
Amerikaanse handen.
Jan en
Rieka probeerden af en toe de stemming te peilen onder de Duitse soldaten in de
omgeving. Een opmerking plaatsen en de reactie afwachten, was hun tactiek. Ik
begreep dat zij er niet veel wijzer door werden. De soldaten, eigenlijk minder
op de hoogte van de laatste ontwikkelingen dan Nederlandse burgers, vertrouwden
Goebbels’ propaganda aanvankelijk nog volledig. ‘De vijand werd op geniale
wijze binnengelokt.’ De meeste Duitse soldaten leefden in de overtuiging dat
hun regering geloofd en gehoorzaamd moest worden. Bovendien was het niet
verstandig om er openlijk een andere mening op na te houden. Dat bracht de
familie in gevaar. Ook nadat Goebbels’ gebral voor hen aan overtuigingskracht moest
hebben ingeboet, hielden zij volgens Rieka nog steeds ‘de kovert op’.
De dagelijkse gang
van zaken week vooralsnog ook in niets af van de voorgaande periode. De
Duitsers fusilleerden Gerrit van der Veen, vriendin Suzy, uitgeefster Tine en de
persoonsbewijzendrukker Frans Duwaer in de duinen bij Overveen. En een dag
later bevrijdde het verzet 56 mensen uit het Huis van Bewaring in Arnhem.
Precies een week na D-day zette
Duitsland zijn geheime wapen in. Het geheime wapen waarover al zolang werd
gefluisterd. Niemand wist precies om wat voor slagkracht het ging. De Duitsers
lanceerden eerder de propaganda dan de vliegende bom zelf. ‘Een vreselijk
wapen, dat met een enkele druk op de knop wordt gelanceerd en half Engeland zal
wegvagen.’ Tien vliegende bommen werden er de eerste keer afgevuurd. Vier ervan
ontploften al op de lanceerinrichting, twee doken in zee. Van de resterende
vier maakte er één slachtoffers, zes mensen in Oost-Londen. De Duitsers
verbeterden de lanceerinrichtingen en al snel deed het sputterende geluid dat
de V1’s maakten je opkijken en kon je ze zien overvliegen. Ze zaten op duizend
meter hoogte en de snelheid was zeshonderd kilometer per uur. Bij het eerste
offensief vielen er ongeveer honderd vliegende bommen per dag op Londen.
De ‘V1’, oftewel vergeldingswapen nummer
1, was geen raket, maar een onbemand straalvliegtuig met een explosieve lading
in de neus. Het eerste onbemande straalvliegtuig ter wereld. Het toestel vloog
op de automatische piloot en de werking was in principe eenvoudig. Op een van
tevoren vastgesteld tijdstip stopte de motor, werd de lading op scherp gesteld
en dook het toestel op zijn doel af. Ongeveer.
De meeste werden vanuit West-Nederland
en ook Frankrijk gelanceerd. Later kwamen er ook nog wat installaties in
Oost-Nederland, die op Antwerpen waren gericht.
De vliegende bom was niet altijd
even betrouwbaar doordat deze ook door dwangarbeiders werd geproduceerd. Sommigen
hadden zelfs de moed om het wapen te saboteren. Daar werden de mensen die in de
omgeving van een lanceerplaats woonden niet altijd vrolijker door. In het ten
zuiden van Rotterdam gelegen Puttershoek stortten drie van de bommen direct na
de lancering neer in de omgeving van de suikerfabriek. Een ervan ontplofte een
eindje verder op een woning in Maasdam en er viel een dode. De andere twee
verdwenen zonder te ontploffen in de bodem. Pas dertig jaar later zouden ze
onschadelijk worden gemaakt. Ook in Rotterdam kwam een V1 naar beneden, in de
al eerder geplaagde wijk Bergpolder. De bom was in Delft gelanceerd en moest
zijn werk doen in Antwerpen. Het was op een zondag, vroeg in de morgen, en
vrijwel iedereen was thuis. Er werden 34 woningen verwoest, er vielen 42 doden
en 48 gewonden.
Aanvankelijk wisten Engelse piloten
de vliegende bommen in de lucht op spectaculaire wijze uit koers te brengen
door, ernaast vliegend, met de eigen vleugel die van de V1 een tikje te geven.
De vliegende bom begon daardoor te tollen. Nadat de Duitsers de vleugeltippen
van de V1’s van explosieven hadden voorzien ging dat niet meer. Toch wisten de
geallieerden na verloop van tijd praktisch alle vliegende bommen neer te halen
voordat zij hun doel bereikten. Vooral met luchtdoelgeschut. Eer het zover
was hadden de V1’s in Engeland over een periode van tachtig dagen al meer dan
zesduizend mensen gedood en 17 duizend mensen verwond. En verder was Wernher von Braun inmiddels bezig met
zijn V2, wel degelijk een raket. Wernher von Braun, Amerika zou nog veel
plezier aan hem gaan beleven.
(wordt
vervolgd)
nnn
Geen opmerkingen:
Een reactie posten