Die zomer
werd het heet. Ruim 38 graden, in augustus gemeten bij Warnsveld. Omdat het
Klimaatakkoord van Parijs in 2016 veel te laat is gekomen met niet ver genoeg
gaande afspraken, zal het waarschijnlijk al snel niets bijzonders meer zijn. Wat
niet wegneemt dat het in 1944 de hoogste, ooit in Nederland gemeten, temperatuur
was.
Samuel Esmeijer werkte bij de politie in
Driebergen. Hij begon al snel Joden en hun helpers te waarschuwen voor
aanhoudingen, later hielp hij Joodse onderduikers. Bij de politie groeide intussen
de invloed van de Duitsers. Met die gang van zaken kreeg Esmeijer steeds meer
problemen. Daarom sloeg hij nogal eens de verzenen tegen de prikkels. Het
kostte hem zijn baan. Hij keerde terug naar Rotterdam, de woonplaats van zijn
ouders. Zijn vader was er leraar aan een christelijke ambachtsschool. Samuel, gedreven
door zijn christelijke overtuiging, ging vanaf dat moment zijn tijd volledig
spenderen aan het verzet. Hij leidde een kleine recherchegroep in Rotterdam op
verzoek van de ondergrondse krant ‘Trouw’. De groep, die zich in eerste
instantie bezighield met het opsporen van handlangers van de Sicherheitsdienst,
legde zich steeds meer toe op gewapend verzet. Er werd geen actie ondernomen
als er vooraf niet was gebeden. Na geslaagde acties werden er dankliederen
gezongen. In juni bevrijdde de groep, samen met de ploeg van ‘Lange Jan’, zeventien
verzetsmensen uit de gevangenis aan de Noordsingel.
Kort
daarna, in augustus, was de spanning voelbaar in de Afrikaanderbuurt. Het daar
gevestigde distributiekantoor was gekraakt en nu heerste er de vrees voor
represailles. Iedereen hield de adem in. Jan en Rieka spraken er fluisterend
over. Het viel mee, de moffen hadden het kennelijk druk met andere zaken. Het
waren weer de LKP’ers van ‘Lange Jan’ die bij deze overval 37 duizend algemene
levensmiddelenkaarten en een groot aantal bonnen hadden buitgemaakt. Hun
spectaculairste actie moest echter nog komen.
Rieka en
zus Ant besloten op de trein naar Dordrecht te stappen om voor nichtje Jannie
en mij enige verkoeling te zoeken in het Wantijbad. Een bad dat in de jaren
voor de oorlog tot stand was gekomen als
werkverschaffingsproject. Dordrecht kampte in die periode met een enorme
werkloosheid. Ants man, Dordtenaar van geboorte, was een van de zestig man die
eraan hadden gewerkt. Vandaar dat wij er eens heengingen, even ontsnappen aan
de daagse oorlogsellende in de Afrikaanderbuurt, waar het verder alleen maar
heet was.
Het
krioelde op de ligweide van het Wantijbad en het duurde even voordat wij een
plekje hadden gevonden waar het meegebrachte kleedje kon worden uitgespreid.
Goed, het lag. Kleertjes uit, lekker alleen maar in zwembroek. Sirenes. Snel
weer aankleden. Het Wantijbad ontruimd. Vlak boven ons een gevecht tussen
twee jachtvliegtuigen. Gelukkig kwam er geen naar beneden. Het bad kwamen wij
echter niet meer in. Terugreis in de hitte.
September,
ruim twee maanden na de invasie. Over het algemeen wordt gesteld dat de
Nederlandse geschiedenis waarschijnlijk niet eerder of later een dertigtal
dagen achtereen heeft opgeleverd waarin zoveel oorlogsactie, ellende en
tegenstellingen werden samengebald als in deze maand. Tenminste, door degenen
die de meidagen van 1940 niet moesten meemaken in Rotterdam. De stad waar nu het
lijk van een NSB’er in een sloot werd gevonden en twee dagen later drie SD-ers werden
neergeschoten. Een overleed, de anderen raakten gewond.
De Gaulle had
zijn intocht in Parijs gehouden en Pétain was al gearresteerd. België was bevrijd
door Britse, Canadese en Poolse troepen. In West-Europa gingen steeds meer
mensen ervan uit dat het nog vóór de kerst zou zijn afgelopen met de Duitsers.
Nadat Brussel
en Antwerpen werden ingenomen trokken de legers bij Eysden Nederland binnen.
Hier en daar werd het rood-wit-blauw al voor de dag gehaald.
Vanuit
Kamp Westerbork vertrok nog een laatste transport naar Auschwitz. Met Anne
Frank onder de gedeporteerden. Zij kwamen terecht in Auschwitz-Birkenau, van
waaruit zij een maand later naar Bergen-Belsen gingen.
Omdat
koningin Wilhelmina weer eens had benadrukt dat zij de samenwerking tussen de
verschillende verzetsgroepen als zeer noodzakelijk zag, werd er al een tijdje
op onderling overleg aangestuurd. Er kwam een commissie die werkte aan het
oplossen van de problemen tussen de verschillende verzetsgroepen, die qua
opvattingen na alle strijd nog steeds regelmatig lijnrecht tegenover elkaar
stonden. De voorzitter van deze ‘Contactcommissie voor de Illegaliteit’ werd
Willem Drees. Hij was langzamerhand een steeds belangrijker man geworden. Begin
van het jaar was Drees al voorzitter van het ‘Vaderlands Comité’, dat advies
uitbracht aan de regering in Londen, ook al werd daar niet altijd om gevraagd.
Daar was nu dat voorzitterschap bij gekomen en hij werd lid van het door de
regering ingestelde ‘College van Vertrouwensmannen’. En Drees wijdde zich
vooral aan de toekomst van zijn partij.
Prins Bernhard in 1942 (Foto: Wikipedia) |
Op
instructie van ‘Londen’ werd het gewapend verzet overkoepeld door de Binnenlandse
Strijdkrachten, die vanaf september onder opperbevel kwamen van de niet militair
opgeleide Prins Bernhard. Had hij ook een baan. Had Wilhelmina voor gezorgd, tegen
de wil van de Nederlandse regering en de geallieerden.
Officieel
had een prins-gemaal geen functie, wat niet wegnam dat de in eerste instantie
door de Britse geheime dienst gewantrouwde Duitser enige posities had weten te
bereiken. Dat wantrouwen bij de Britten had hij vooral zelf aangewakkerd door
een functie bij de geheime dienst te ambiëren. Dat ging niet door en Bernhard
koos voor een pilotenopleiding. Nadat hij deze had afgerond mocht hij van
schoonma weer niet boven Europa vliegen. Hij verwierf er in elk geval wel
aanzien mee bij de Nederlandse militairen, wat hem de kans bood om een
Nederlands Spitfire Squadron op te richten. De formatie werd ingezet voor
escort-emissies. De prins maakte er een gewoonte van om regelmatig bij
legeronderdelen langs te gaan en oogstte daarmee waardering.
(wordt
vervolgd)
nnn
Geen opmerkingen:
Een reactie posten