zaterdag 21 oktober 2017

ANNA'S JAREN (242) - Antwoordman

En er was die oorlog die voorbij heette. Op de mulo werd het eerste jaar nog geen les in de Duitse taal gegeven, dat lag te gevoelig. Een vredesverdrag kwam er niet omdat het Duitse Rijk niet meer bestond. Wel werd in juni door de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en andere landen de staat van oorlog met Duitsland beëindigd. Nederland volgde ruim een maand later. In september werd het Vredesverdrag van San Francisco ondertekend door Japan en 48 andere landen, waarmee er formeel een einde kwam aan de vijandigheden.
Steeds ging het in de media over de ‘Cold War’. De wapenwedloop versnelde en de angst voor de verder ontwikkelde atoombom hing voortdurend in de lucht. De dreiging werd extra voelbaar aan het eind van het jaar toen er in de Rotterdamse haven Amerikaanse tanks uit schepen werden geladen. Nederland kon niet in eigen defensiematerieel voorzien en mocht een beroep doen op de NAVO. Al anderhalf jaar eerder arriveerde er een Amerikaans schip met wapens in Rotterdam. De minister van Oorlog en Marine verzekerde dat de wapens bedoeld waren voor defensie. Dat was net zo geruststellend als de oprichting van de Bescherming Bevolking (BB). Onder bijzondere omstandigheden, rampen of oorlogshandelingen, zou deze hulp aan de bevolking moeten bieden. De BB werd ook belast met het geven van voorlichting aan de burger. De overheid was nog zo naïef  te veronderstellen dat met goede voorbereidingen de gevolgen van een kernaanval redelijk waren te weerstaan. Adviezen als dekking zoeken onder tafel met een emmer over het hoofd, schuilen op de wc of het dragen van wit ondergoed om straling te weren, werden serieus op het volk afgestuurd. Militairen namen nog geruime tijd aan, dat in een diep gegraven schuttersput aan de straling valt te ontkomen.

De Verenigde Staten zetten alles op alles om het Westen te motiveren. De radio bracht het programma De Antwoordman, dat door de AVRO werd uitgezonden op dinsdagavond en donderdagochtend. Vragen van luisteraars, beantwoord door een anonieme presentator. Altijd wel een ‘ingezonden vraag over Amerika’ met als antwoord propaganda voor de economische en militaire hulpprogramma’s. Tussen vraag en antwoord  door wees de presentator op de zegeningen van Amerikaanse samenleving tegenover de beroerde situatie in de Sovjet Unie. Steeds weer dook de vraag op wie toch die presentator was en dat gaf De Antwoordman  nog eens extra publiciteit. AVRO-presentatrice Netty Rosenfeld leidde de vragen in, waardoor het programma een onafhankelijke indruk maakte. Tot De Volkskrant onthulde dat het programma erop was gericht de luisteraar ontvankelijk te maken voor de anti-communistische ideologie achter de Marshall-hulp. En dat het uit de koker kwam van een voor de Marshall-organisatie werkend publiciteitsbureau. De Antwoordman was een oud-medewerker van de Rijksvoorlichtingsdienst, die nu voor die organisatie werkte.
Het programma verdween uit de ether. Jammer voor Amerika, want bij de Nederlandse bevolking begon adoratie voor dat land geleidelijk te veranderen in een kritische opstelling.
De overheid wilde er niet aan en begon zelfs de verdiensten van linkse verzetsmensen te negeren. Over Hannie Schaft werd niet alleen zo min mogelijk gesproken omdat zij als symbool diende van het communistisch verzet, de overheid maakte zelfs de jaarlijkse herdenking van haar dood onmogelijk. In 1951 werd politie en leger daartoe ingezet, met vier pantserwagens.

Die indoctrinatie en repressie was evenzogoed niets, vergeleken met wat er in het Oostblok gebeurde. De autoriteiten controleerden daar het leven van de wieg tot het graf. Ontzag voor de communistische leiders werd er vanaf de crèche ingeramd. De overheid wilde het gezinsleven regelen door kinderlozen  extra te belasten. Vrouwen werden op de arbeidsmarkt even hoog ingeschaald als mannen, oma zorgde vaak voor de kinderen. Boeren moesten zich aansluiten bij collectieve boerderijen. Tegenspartelen betekende gevangenisstraf of de dood. Levensmiddelen bleven lang schaars, voor de winkels stonden dag in dag uit lange rijen. Op uitbetaaldag ook lange rijen voor de slijterijen, arbeiders vluchtten massaal in de drank. Wij wisten er alles van want het werd herhaaldelijk breed uitgemeten in de westerse pers.
Jeanne Roos
(Foto: Wikipedia)
Televisie had nog iets verwegs en magisch, je las er wel eens over. Weinigen hadden zelfs maar enig idee waar dat goed voor was. Toch zocht Philips al sinds de jaren dertig naar uitzendmogelijkheden. In 1948 kwamen er experimentele uitzendingen. Slechts honderd kleine beeldschermen vertoonden die avonduitzendingen. Tot het zover was dat een uitzending in een openbare gelegenheid kon worden ontvangen. Eindhoven had die primeur. In een café bekeken genodigden de uitzending van Philips Experimentele Televisie. Toen op dinsdag 2 oktober 1951 de eerste officiële nationale tv-uitzending vanuit Bussum plaatsvond, was dat alweer bijna een jaar geleden. Jeanne Roos kondigde de eerste uitzending aan waaraan diverse omroepen hadden meegewerkt. Minister Cals verklaarde de studio voor geopend en de uitzendingen voor begonnen. Er werd al meteen verteld over mogelijkheden en gevaren van het nieuwe medium en daarna kwam er een toneelstuk, dat over televisie ging. En een beeldstoring van drie minuten. Erg was dat niet, want in geheel Nederland stonden nog maar vijfhonderd toestellen. Een kastje kostte twaalfhonderd gulden. Drie zenduren per week. In Rotterdam werd in de beginperiode vooral gekeken in café’s, waar de kijkers zich meer vergaapten aan het wonder der techniek dan aan het programma-aanbod. Veertien dagen na de opening kwam de eerste KRO-uitzending, gepresenteerd door een pas ontdekt talentje zonder enige ervaring: Mies Bouwman.

(wordt vervolgd) 
nnn

Geen opmerkingen:

Een reactie posten