Achter een groot bureau met volle asbak, steunend op de ellenbogen,
de handen voor het gezicht, de vingers reikend tot onder de brillenglazen, het
hoofd der school. Mijn blik ging naar zijn zorgvuldige grijze kapsel met de
mooie slagen in de haren. Verder bleef ik maar even staan, wachtend op de
dingen die moesten komen. Ik voelde mijn mond droog worden.
Daar was het gezicht van het hoofd, zijn ogen doorpriemden
mij. Hij draaide een kwartslag met zijn stoel, keek naar buiten, stak de
zoveelste pienefleut op, draaide weer terug.
‘Zo, jij moest zonodig rotzooi schoppen tijdens
godsdienstles! Nou?’
Ongeduldig was hij ook, door mijn droge mond duurde het even
tot ik antwoord kon geven.
‘Nee!’
‘Nee? Wat nee, wou je soms beweren dat je zomaar hierheen
bent gestuurd?’
Eindelijk loskomend, vertelde ik dat ik de docent er alleen
maar op had gewezen dat hij onnodig was tekeergegaan tegen leerlingen die een
foutje maakten en dat hij, de godsdienstleraar, vloekte. En dat de docent mijn
opmerking een reden vond om mij te slaan en trappen.
‘Slaan en trappen?’
‘Ja, mis.’
Het hoofd keek nu langdurig naar buiten, greep vervolgens zijn
bureau met beide handen vast en schoof zijn stoel iets naar achter. Daar gingen
zijn ogen weer dwars door mij heen. Plots strekte hij zwijgend de rechterarm in
mijn richting. Ik deed een stap naar voren, dacht dat ik hem een hand moest
geven, tot ik zag dat de handpalm naar beneden was gericht. De hand, die eerst
vanuit de pols een haakse hoek maakte met de onderarm, bewoog omhoog tot in het
verlengde ervan. Toen de move zich nog eens herhaalde, begreep ik dat ik het
vertrek diende te verlaten.
‘Je hoort nog hiervan.’
Onderweg naar mijn schooltas bleef het door mijn kop
denderen, ‘je hoort nog hiervan, je hoort nog hiervan’. Ik deed zo stinkend
mijn best op die mulo, die ik zo graag had gewild en zag als een voorrecht dat
ik had te danken aan meester Broer. En nu werd ik er misschien vanaf gestuurd.
Door zo’n hypocriete lul met losse handjes. Hoe vertelde ik het Jan en Rieka?
Nog maar even niet, dat leek mij het beste.
Op de radio viel weinig troost te vinden. Het Nederlands
repertoire was niets meer dan een symbolische ontkenning van de ernst in de
wereld. Lulligheid troef.
Annie de Reuver zong De
poppetjes in mijn ogen, Bobbejaan Schoepen bejubelde een wipneus en een kersenmond en de Ramblers
vergaten te swingen met Over
vijfentwintig jaar. Eddy Christiani scoorde hits met Kom weer naar huis en Spring
maar achterop. Hij werd vijf jaar achtereen uitgeroepen tot populairste
zanger van Nederland. Toen Eddy als eerste Nederlandse artiest een gouden plaat
kreeg voor het door Johnny Hoes geschreven Zeemanshart was er vrijwel niemand die nog wist hoe geweldig hij gitaar kon spelen. En dan
was er nog Heleentje van Capelle met Naar
de speeltuin. Als de radio maar even populair bracht, schalde Heeft mama een goede bui en is papa niet te
lui uit de speakers. De oorspronkelijke versie, Pack’die Badehose ein, gezongen door Conny Froboess hoorde je niet.
Rijk de Gooier ontdekte Johnny Kraaijkamp en samen namen zij
het nummer Twee jongens en een gitaar
op. Het was het begin van een lange samenwerking tussen de twee ongeinmakers.
Winifred Atwell (Foto: Wikipedia) |
Het was daarom niet zo erg dat er maar weinig Nederlands
populair werd uitgezonden. Het buitenlandse repertoire was echter niet altijd
veel beter, al was er dan onder meer Edith Piaf met Padam…Padam, Frankie Laine
met het prompt door Joop de Knegt gecoverde High
Noon, Vera Lynn met From The Time You
Say Goodbye en The Homing Waltz. De show werd gestolen door de in Trinidad geboren boogiewoogie- en
ragtimepianiste Winifred Atwell. Haar Black
And White Rag leek nooit te vervelen. Zij was begonnen met piano-optredens
om haar studie medicijnen te financieren, kreeg een contract en scoorde
meerdere hits. Platenopnamen kregen een apart geluid omdat zij dan speelde op
wat zij haar ‘other piano’ noemde, een aftands exemplaar, dat bijna uit elkaar
viel. Atwells carrière bereikte snel een hoogtepunt. Zij werd verreweg de best
verkopende pianiste met per week dertigduizend Decca-platen over de toonbank.
Winnifreds handen werden bij Lloyd’s of London verzekerd voor een kwart miljoen
dollar.
(wordt
vervolgd)
nnn
Geen opmerkingen:
Een reactie posten