In de
literatuur was langzamerhand een sociaal gekleurd realisme opgekomen,
aangestuurd door de verpaupering die industrialisatie en kapitalisme met zich
hadden meegebracht. De in 1864
in Rotterdam geboren Herman
Heijermans legde de vinger op vele zere plekken. Bloeimaand uit 1903 gaat nota bene al over misstanden in tehuizen
voor ouden van dagen! Ruim honderd jaar verder zijn wij al aardig opgeschoten,
zou je zo zeggen, daar hoor je tegenwoordig niemand meer over, niettan?
Herman Heijermans (Jan Toorop 1914) (Wikipedia) |
‘Op hoop
van zegen’ ging dus over de rechteloosheid van de vissers. De keuze van
kerstavond voor de première was een slimme zet van Heijermans, de toneelkritiek
kon dan pas drie dagen later er overheen vallen, zoals hem vaker gebeurde, maar
dan had de mond-tot-mond reclame zijn werk inmiddels al gedaan.
Heijermans
kon trouwens lekker uit de hoek komen zoals in ‘Kamertjeszonde’ uit 1898:
‘Rotterdam is wel steekwormigst aller
steden,
Rotterdam in z’n zelfgenoegzame Geld-eigenwaarde, Rotterdam,
dom
conservatief -cón-sér-vá-tief- provinciestadje,
prul-stedeke van verwaten
kantoorjochies...gatlikkende klerken.
Kroon-stedeke van Hollands achterlijkheid
– er zal een tijd zijn dat het échte volk u zijn slagen zal doen gevoelen...
Een denkend man doet beter
uw muffe bederfsfeer te mijden - liberáál-cónsérvátief
stedeke van puur klootjesvolk.’
Je hoort
het de Rotterdammer zeggen: ‘Krijg nou effe
gauw de koelere!’
Heijermans
vertrok dan ook, naar Scheveningen en Katwijk, om zich tenslotte in Zandvoort
te vestigen waar hij in 1924 overleed.
In
hetzelfde jaar dat Vincent van Gogh werd geboren in Zundert, 1853, zag in
Rotterdam een joods meisje voor het eerst het daglicht, Esther van Rijk. Dat meisje begon al vroeg met toneelspelen hoewel
haar orthodox-joodse moeder die de
toneelwereld een bedenkelijk milieu vond, zich er tegen verzette. Zij
debuteerde in Rotterdam met een rol in ‘Emma
Berthold’ van Jacob Jan Cremer,
trouwde in Anna’s geboortejaar met de musicus Henri de Boer, kreeg een
dochtertje en verhuisde naar Amsterdam omdat Henri daar werk kreeg.
Esther de
Boer-van Rijk voelde zich goed thuis in de Joodse buurt waar zij terechtkwam en
waar de Hollandsche Schouwburg stond, het theater waar zij alras glansrollen
speelde in de stukken van de eveneens joodse Heijermans. Dit, terwijl
Heijermans haar spel niet zonder meer waardeerde:
‘De groote artiste is groot in het
klein-burgerlijke milieu...
Daarnaast, in het romantische en klassieke
repertoire schiet zij in meerdere of mindere mate tekort’,
schreef hij in
1916.
(wordt vervolgd)
nnn
Geen opmerkingen:
Een reactie posten