Niet alles
was rozengeur en maneschijn.
In het Groninger Oldambt duurde
een staking van vijfduizend landarbeiders ruim vijf maanden. De boeren zagen
uiteindelijk kans met werkkrachten van elders de oogst binnen te halen. De grootste
staking in de agrarische sector uit de Nederlandse geschiedenis behoorde tot
het voorspel van sombere tijden.
En verder
had dat tijdperk van jazz, vernieuwende mode, innovatie op velerlei gebied en
geromantiseerd gangsterdom nog een weerzinwekkende keerzijde, een duistere kant
waarin een ongekende intolerantie werd tentoongespreid, zowel in Europa met het
opkomend fascisme en nazisme, als in Amerika waar de opvattingen van Henry Ford
allesbehalve op zichzelf stonden.
Xenofobie,
anti-semitisme en racisme waren schering en inslag. Niet alleen joden en
negers, die zonder gêne nikkers werden genoemd waren het lijdend voorwerp, de
ene maatschappelijke groepering of kerkgezindte beschimpte de andere alsof het
de gewoonste zaak van de wereld was.
De voor de zoveelste keer weer oplevende haatgroepering Ku Klux Klan richtte zijn pijlen al naar gelang het per staat het beste uitkwam op katholieken, joden, oosterlingen, Zuid-Europeanen, maar vooral op zwarten en schuwde daarbij geen geweld en terreur. Het ledental liep op tot boven de vijf miljoen en bekende politici schaamden zich er niet voor om openlijk te bekennen tot de club te behoren.
(Foto Wikipedia) |
Aanvankelijk
ging dat zonder probleem maar in latere tijden zouden zij hun sympathie voor de
KKK juist weer angstvallig geheim houden,
wat gemakkelijk ging, want tijdens hun activiteiten waren de leden als regel
gemaskerd en droegen zij lange gewaden met een puntmuts. De Klan had in 1925
een flinke dip gekregen toen een van de leiders tot levenslang was veroordeeld
wegens ontvoering en verkrachting. De gerechtelijke nasleep had vele
prominenten meegesleurd naar de ondergang. Toch overleefde de Klan, al was de
fut eruit. Dat betekende echter niet dat hiermee de intolerantie in de VS was
getemperd. Prominenten uit de Amerikaanse samenleving bleven zich om het hardst
sterk maken om bepaalde groeperingen als inferieur af te schilderen en het kwam
zelfs zover dat wetenschappers naar bewijzen van hun gelijk zochten. De
resultaten van die pseudo-wetenschap, waarbij nogal eens werd gewerkt met gefingeerde
onderzoeksresultaten, mochten zich verheugen in de warme belangstelling van dat
enge mannetje in Europa, Adolf Hitler.
Inmiddels
was het ook op een ander vlak uitkijken geblazen, alleen deed vrijwel niemand
dat. De financiële ontwikkelingen vlogen zo hard de pan uit dat een aantal
bankdirecteuren het noodzakelijk vond om zich er eens flink mee te bemoeien;
nou, dan is het zeker uitkijken geblazen. Bill
Bryson beschrijft in zijn boek ‘De zomer van 1927’ hoe vier internationale
bankiers op Long Island een aanpak bedachten met een desastreuze uitwerking.
Het waren de president van de Federal Reserve Bank van New York, de president
van de Bank of England, het hoofd van de Duitse Rechtsbank en de
plaatsvervangend president van de Banque de France; vreemde mannen volgens Bryson,
die vijf dagen lang met elkaar overlegden zonder de buitenwereld een enkele
mededeling te gunnen. De Federal Reserve nam hun uiteindelijke advies om de
rente te verlagen over, ondanks het protest van een aantal banken, die het terecht
waanzin vonden het lenen nog meer aan te moedigen. Zij werden gedwongen zich
aan te passen en het effect was gigantisch, de aandelenprijzen verdubbelden in
no time, maar nog steeds toonden slechts weinigen enige ongerustheid en greep president
Coolidge niet in.
(wordt
vervolgd)
nnn
Geen opmerkingen:
Een reactie posten