woensdag 4 maart 2015

ANNA'S JAREN (56) - Uitkijken met vreemde mannen

Niet alles was rozengeur en maneschijn. 
In  het Groninger Oldambt duurde een staking van vijfduizend landarbeiders ruim vijf maanden. De boeren zagen uiteindelijk kans met werkkrachten van elders de oogst binnen te halen. De grootste staking in de agrarische sector uit de Nederlandse geschiedenis behoorde tot het voorspel van sombere tijden.
En verder had dat tijdperk van jazz, vernieuwende mode, innovatie op velerlei gebied en geromantiseerd gangsterdom nog een weerzinwekkende keerzijde, een duistere kant waarin een ongekende intolerantie werd tentoongespreid, zowel in Europa met het opkomend fascisme en nazisme, als in Amerika waar de opvattingen van Henry Ford allesbehalve op zichzelf stonden.
Xenofobie, anti-semitisme en racisme waren schering en inslag. Niet alleen joden en negers, die zonder gêne nikkers werden genoemd waren het lijdend voorwerp, de ene maatschappelijke groepering of kerkgezindte beschimpte de andere alsof het de gewoonste zaak van de wereld was. 
De voor de zoveelste keer weer oplevende haatgroepering Ku Klux Klan richtte zijn pijlen al naar gelang het per staat het beste uitkwam op katholieken, joden, oosterlingen, Zuid-Europeanen, maar vooral op zwarten en schuwde daarbij geen geweld en terreur. Het ledental liep op tot boven de vijf miljoen en bekende politici schaamden zich er niet voor om openlijk te bekennen tot de club te behoren.
(Foto Wikipedia)
Aanvankelijk ging dat zonder probleem maar in latere tijden zouden zij hun sympathie voor de KKK  juist weer angstvallig geheim houden, wat gemakkelijk ging, want tijdens hun activiteiten waren de leden als regel gemaskerd en droegen zij lange gewaden met een puntmuts. De Klan had in 1925 een flinke dip gekregen toen een van de leiders tot levenslang was veroordeeld wegens ontvoering en verkrachting. De gerechtelijke nasleep had vele prominenten meegesleurd naar de ondergang. Toch overleefde de Klan, al was de fut eruit. Dat betekende echter niet dat hiermee de intolerantie in de VS was getemperd. Prominenten uit de Amerikaanse samenleving bleven zich om het hardst sterk maken om bepaalde groeperingen als inferieur af te schilderen en het kwam zelfs zover dat wetenschappers naar bewijzen van hun gelijk zochten. De resultaten van die pseudo-wetenschap, waarbij nogal eens werd gewerkt met gefingeerde onderzoeksresultaten, mochten zich verheugen in de warme belangstelling van dat enge mannetje in Europa, Adolf Hitler.

Inmiddels was het ook op een ander vlak uitkijken geblazen, alleen deed vrijwel niemand dat. De financiële ontwikkelingen vlogen zo hard de pan uit dat een aantal bankdirecteuren het noodzakelijk vond om zich er eens flink mee te bemoeien; nou, dan is het zeker uitkijken geblazen. Bill Bryson  beschrijft in zijn boek ‘De zomer van 1927’ hoe vier internationale bankiers op Long Island een aanpak bedachten met een desastreuze uitwerking. Het waren de president van de Federal Reserve Bank van New York, de president van de Bank of England, het hoofd van de Duitse Rechtsbank en de plaatsvervangend president van de Banque de France; vreemde mannen volgens Bryson, die vijf dagen lang met elkaar overlegden zonder de buitenwereld een enkele mededeling te gunnen. De Federal Reserve nam hun uiteindelijke advies om de rente te verlagen over, ondanks het protest van een aantal banken, die het terecht waanzin vonden het lenen nog meer aan te moedigen. Zij werden gedwongen zich aan te passen en het effect was gigantisch, de aandelenprijzen verdubbelden in no time, maar nog steeds toonden slechts weinigen enige ongerustheid en greep president Coolidge niet in.

(wordt vervolgd)

nnn
 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten