maandag 4 mei 2015

ANNA'S JAREN (68) - Dooie varkens en natte jassen

In dezelfde maand dat in Duitsland de eerste schop voor de Autobahn in de grond ging, begon wat de Amerikanen het proces van de eeuw noemden; in New Jersey, in een plaatsje met tweeduizend inwoners, waar voor de openingszitting zestigduizend belangstellenden toestroomden.
Het media-circus werd compleet toen een New Yorks radiostation het proces rond de Lindbergh-baby integraal ging uitzenden met interviews tussen de zittingen. Om de openvallende tijd te vullen ging presentator Martin Block platen draaien, gezellie. Het sloeg in elk geval aan en algauw had Block een eigen platenprogramma op de radio. De geboorte van het fenomeen diskjockey.
Het bewijsmateriaal tegen Hauptmann, een keurig geklede, verzorgde man met een uiterlijk dat in de verste verte niet aan een ontvoerder deed denken, laat staan aan een kindermoordenaar, was net iets te overweldigend. Zijn stem werd herkend, zijn handschrift stemde exact overeen met dat van de losgeldbrieven en er werd een restant van het losgeld gevonden, keurig gesorteerd in een houten balkje met uitsparingen, waarin ook een kleine geladen pistool.
De jury kwam onder grote druk te staan toen tijdens de vergadering buiten voor het gerechtsgebouw een uitzinnige, grote menigte ‘dood de Duitser’ scandeerde. Hauptmann werd schuldig bevonden.

Dirk had een een job die in die tijd als een herenbaan werd gezien, hij was in dienst bij de Gemeente Rotterdam met de zekerheid niet gauw op straat te komen. En hij zou het vol gaan houden tot aan zijn pensioen. Broers Jilles en Jan en halfbroer Wim vonden aanvankelijk nog werk bij een bedrijf dat zich bezig hield met de levering van buizen maar uiteindelijk gingen zij alle drie in de haven hun brood verdienen.Dat was nauwelijks minder zwaar dan het werk in de werkverschaffing en nog weer later zou het laden en lossen van schepen puur fysiek werk blijven doordat na de oorlogshandelingen er vrijwel geen kraan meer overeind stond op de kades. Ook nadat in latere jaren de schades waren hersteld, bleef het havenwerk toch nog altijd een zwaar en gevaarlijk beroep.
(Foto Wikipedia)
Berucht waren de ‘dooie varkens’, waarmee onhandelbare, zware balen werden bedoeld, alleen uiterst op elkaar ingespeelde koppels bootwerkers wisten er goed raad mee. Waar Jan ook vaak over kon klagen waren de zogenaamde ‘rollenboten’, geladen met moeilijk te hanteren boomstammen die alle kanten op rolden en vaak gevaar opleverden, ze konden zelfs wel als een projectiel uit een hijs schieten. ’Armen en benenboten’, werden zij door de havenwerkers genoemd. ‘Natte jassen’ was de benaming voor ladingen waar de bootwerkers wel het meest de pest aan hadden, ondanks dat zij een toeslag kregen voor het lossen van die stinkende koeienhuiden uit ArgentiniĆ«.  Die werden toentertijd los verwerkt en de stank was zo enorm dat het eigenlijk niet was vol te houden om er een dag in te werken. Wasgelegenheid was er niet bij de havenbedrijven en als Jan thuiskwam na een dag ‘natte jassen’ kon zoonlief hem helemaal boven in zijn zolderkamertje ruiken; meteen op hetzelfde moment dat Jan beneden de voordeur opende. Het eerste wat Rieka deed na Jans thuiskomst, was zijn werkkleding in de was gooien en onder water zetten, dan was de stank weg. En verder werd het improviseren met een teil in de keuken, want een douche ontbrak in de woningen in de Afrikaanderbuurt. Na een lange dag hard werken door de broodwinner was het gezin ook nog eens geen rustige avond gegund en die arme Rieka maar ploeteren, water ‘heten’ of nog snel even een emmer heet water halen bij de waterstoker, kleding wassen, eten koken. Er bleef geen avond over want de volgende morgen was het weer vroeg dag.
(wordt vervolgd)
nnn

Geen opmerkingen:

Een reactie posten