maandag 14 september 2015

ANNA'S JAREN (94) - Telefoontje uit Berlijn

Januari 1940. Tijdens een vlucht van Münster naar Keulen raakte een vliegtuig van de Luftwaffe uit de koers en maakte een noodlanding bij het Belgische Maasmechelen. De Belgen kregen daardoor een deel in handen van ‘Fall Gelb’, dat zich aan boord bevond. ‘Fall Gelb’ was het plan om de Lage Landen aan te vallen en in te nemen en het zou worden opgevolgd door ‘Fall Rot’ om vervolgens Frankrijk te verslaan. De Lage Landen waren nu toch wel degelijk gewaarschuwd en de inval die het neutrale Nederland zou overkomen was niet zo onverhoeds als nogal eens wordt gedacht. De legerleiding was op de hoogte van de dreiging en er waren al militaire afspraken gemaakt met Frankrijk en Engeland.
Churchill
(Foto Wikipedia)
Nadat de Duitsers Noorwegen en Denemarken waren binnengevallen werd er in Nederland een Staat van Beleg afgekondigd, wat betekende dat het burgerlijk gezag deels werd overgenomen door militairen. Voor het zover was had Nederland nog tot het laatst geprobeerd om buiten de aanstormende strijd te blijven door zich neutraal op te stellen. En wat dat voor merkwaardige gevolgen kan hebben bleek toen een Britse Whitley bommenwerper na een missie boven Duitsland de koers kwijt raakte en in de buurt van vliegveld Waalhaven terechtkwam. Neutraliteit of niet, op het vliegveld gold de hoogste graad van paraatheid en meteen stegen dan ook twee Fokker G-1 jachtvliegtuigen op en werd het toestel beschoten. De Britten moesten met hun brandende toestel een noodlanding maken, waarbij een bemanningslid omkwam. De diplomatieke reactie van Engeland kon niet verhullen dat de Engelse minister van Marine, ene Winston Churchill, terecht woedend was. Het zich neutraal noemende Nederland had in het diepste geheim afspraken gemaakt met de Britten dat zij, evenals de Fransen, te hulp zouden komen als Nederland zou worden aangevallen. En nu dit.

Nauwelijks zes weken later kreeg het Ministerie van Oorlog majoor Bert Sas weer eens aan de lijn. ‘Post, je kent mijn stem, nietwaar?’ zei hij tegen de man, die de telefoon opnam. ‘Ik ben Sas, in Berlijn. Ik heb je nog maar één ding te zeggen, morgen vroeg bij het aanbreken van de dag. Houd je taai!’
De Nederlandse regering was duidelijk gewaarschuwd; het leger paraat; het volk wist van niets. De Duitsers spraken op dezelfde dag überhaupt ook nog eens tegen dat zij een aanval voorbereidden, Goebbels’ ministerie van Propaganda was woedend over een bericht van Associated Press dat twee legereenheden optrokken naar de Nederlandse grens. En de natuur deed haar uiterste best het nog goed te doen komen met Europa door een prachtig voorjaar te leveren. 
Stuka
(Foto Wikipedia)
Maar de volgende morgen, op de tiende mei, ook nog eens de dag dat Churchill premier werd, vlogen in de prille ochtend, het was nog maar amper vier uur, wel heel andere vliegtuigen dan een Britse Whitley op uiterst geringe hoogte boven Nederland, en dat waren nu wel degelijk vijandelijke toestellen. Tegelijkertijd drongen Duitse troepen ons land binnen, en dat stond niet op zichzelf, ook België en Frankrijk en Frankrijk kwamen aan de beurt.
Nadat bij het grensstation Nieuweschans de wacht buiten werking was gesteld, reed een Duitse pantsertrein ons land binnen en door naar Groningen. Parachutisten landden achter de linies. De Nederlandse regering had inmiddels besloten om in tegenstelling tot Denemarken zich niet te beperken tot een kort verzet omwille van de symboliek, de strijd werd voluit aangegaan. Er werd fel verzet geboden maar het Nederlandse leger was totaal niet opgewassen tegen de grote slagkracht van de Duitsers, die vooral was gebaseerd op gemotoriseerd materieel. Infanterie verplaatste zich lopend, en dat was ook met het Duitse leger nog steeds het geval, maar het verrassende was dat dit onderdeel werd voorafgegaan door motorvoertuigen en tanks. Er werden motorfietsen met zijspan gebruikt, waarop een mitrailleur was gemonteerd. Snel en slagvaardig waren de in lange jassen gehulde en met stofbrillen uitgeruste berijders van die mobiele moordmachines, en doordat tegenstanders onder de indruk raakten, leverden zij ook nog eens een bijdrage aan de Duitse psychologische oorlogsvoering. De tegenstander klein krijgen door angst in te boezemen vormde een niet te verwaarlozen onderdeel van de Duitse strategie. Duikbommenwerpers, ‘Stuka’s’, hadden een sirene in de neus, die loeide tijdens een aanval waarbij bommen werden losgelaten en boordmitrailleurs een kogelregen produceerden. De hel was dan wel echt compleet.

Terwijl de Duitse troepen Nederland binnentrokken, voerde hun luchtmacht een aanval uit op de Nederlandse vliegvelden. Hitler had deze luchthavens nodig om Engeland met bommenwerpers te kunnen aanvallen. Boven vliegveld Waalhaven gekomen, produceerden de Duitse vliegtuigen meteen elkaar snel opvolgende, onheilspellende lichtflitsen, gevolgd door het afschrikwekkende geluid van de bijbehorende explosies.
Het door het Ministerie van Oorlog gevorderde burgervliegveld was nu de basis van de Derde Jachtvliegtuig Afdeling, die de opdracht had haveninstallaties te beschermen en vijandelijke toestellen uit te schakelen, zoals de Britten aan den lijve hadden ondervonden.
Met deze verrassingsaanval lukte het de Duitsers om een aantal gebouwen te treffen en drie Fokker G-1 jachtvliegtuigen buiten werking te stellen.
(wordt vervolgd)
nnn

Geen opmerkingen:

Een reactie posten