woensdag 4 mei 2016

ANNA'S JAREN (140) - Hoop op het einde

De opvatting groeide dat Duitsland niet onoverwinnelijk moest zijn. Het verzet werd steeds actiever en koos ook de NSB als doelwit. Voor Mussert was dat dan weer aanleiding om van de Duitsers te eisen dat zijn volgelingen werden bewapend. Met als resultaat de oprichting van ‘De Landwacht’, die al snel zou worden gehaat wegens fanatisme en machtsmisbruik.
De Landelijke Knokploegen kwamen door middel van overvallen en inbraken in het bezit van geld, wapens en bonkaarten. Er kwamen zoveel valse persoonsbewijzen en distributiekaarten in omloop dat de registratie door de Duitsers totaal niet meer functioneerde. Kort nadat Gerrit van der Veen brand had gesticht in het Amsterdamse Arbeidsbureau werd door hem en zijn makkers het Amsterdamse bevolkingsregister opgeblazen, met als gevolg dat veel persoonsbewijzen onbruikbaar werden voor opsporing en identificatie. Voor even. Helaas waren in Den Haag duplicaten aanwezig. De aanslag was ook niet erg goed gelukt. Wat wel hielp, was dat de brandweer niet al te voortvarend bluste. Twaalf daders werden al na een week verraden, opgepakt en gefusilleerd. Van der Veen wist aan de Duitsers te ontkomen.

Studenten in Nederland kregen de oproep tot tekenen van de ‘loyaliteitsverklaring’, waarin werd beloofd zich te onthouden van tegen het Duitse Rijk gerichte acties. Mannelijke studenten die dat niet deden stond een oproep voor de Arbeitsinsatz te wachten. Velen weigerden desalniettemin en doken onder. Hannie Schaft behoorde tot de weigeraars en verliet de universiteit om zich geheel aan het verzet te wijden. Slechts veertien procent van de studenten tekende. Anders dan de Duitsers verwachtten, veroorzaakte de loyaliteitsverklaring hevige onrust en kwam het onderwijs stil te liggen. Boy Edgar was nog net afgestudeerd voordat de universiteiten helemaal sloten. Docenten begonnen ondergronds les te geven.  

Een ellende die in Nederland meer dan twee jaar ging duren en zelfs nog verergeren. Misschien wel doordat er een keerpunt in de oorlog was gekomen nadat de geallieerde troepen in Afrika de Duitsers hadden teruggedreven en de Duitsers de slag bij Stalingrad hadden verloren. Door de grootschalige overgave van de Duitsers daar was het afgelopen met de gehele Zesde Armee. Driehonderdduizend Duitse soldaten waren niet meer teruggekeerd. De ondergrondse berichtgeving over hun verliezen deed de hoop op een einde van de oorlog weer groeien. 

Auto met gasgenerator
(Foto: Wikipedia)
De Nederlanders zagen de tekorten toenemen. Er kwam grote schaarste aan benzine en in het straatbeeld verschenen auto’s – vooral van het gemeentelijk vervoer – die reden op gasgenerators. Die werden gestookt op hout, dat ook alsmaar schaarser werd. Wat ook niet opschoot was dat zo’n voertuig met generator herhaaldelijk moest stoppen om bij te vullen. Schaarste aan grondstoffen, schaarste aan brandstof en groeiende schaarste aan voedsel deden zich gelden.  Op de lagere scholen werden dankzij het Spaanse Rode Kruis sinaasappelen uitgereikt. Elk kind kreeg er twaalf, die niet mochten worden meegenomen, om te voorkomen dat zij verkeerd terecht kwamen. Verspreid over een aantal dagen deelden de onderwijzers er telkens één per leerling uit en werd er klassikaal even wat vitamine naar binnen gewerkt.

Onverminderd gingen de Duitsers door met het verharden van de repressie. Zij realiseerden zich dat de Nederlanders zich niet zouden conformeren aan het nationaalsocialisme en de door hen geschapen situatie van bezetting niet zouden blijven accepteren. De druk op de bevolking voerden zij onder meer op door het luisteren naar radio-uitzendingen uit Engeland te verbieden. Dat werkte natuurlijk averechts en de controle door de Duitsers op het verbod faalde totaal. Zij besloten daarom alle radio’s te confisqueren en dreigden met zware gevangenisstraffen en boetes voor het achterhouden van een radio. De Rotterdammers moesten hun toestellen inleveren bij een aantal depots, waar veel oude, kapotte toestellen werden afgegeven. Als er een functionerend toestel werd afgegeven, diende dat niet zelden om te verhullen dat er illegaal een nieuw was aangeschaft of gebouwd. Hoe dat door Jan en Rieka werd geregeld ontging mij uiteraard. Wat ik mij wel herinner is dat vrijwel direct na de bevrijding er al weer een radio functioneerde, die verdacht veel leek op het toestel dat wij voorheen hadden.
Het wegvallen van informatie via de radio bracht een van de eerste taken met zich mee die het verzet zich stelde. De leugens van de Duitse propagandamachinerie moesten worden ontmaskerd en de ondergrondse berichtgeving groeide om de Nederlanders op de hoogte te houden van wat er werkelijk gebeurde. Dat berichten gefluisterd werden doorgegeven had een gevaarlijke kant, doordat ook kwaadwillenden van deze methode gebruik maakten.
(wordt vervolgd)
nnn

Geen opmerkingen:

Een reactie posten