maandag 27 februari 2017

ANNA'S JAREN (199) - De ellende gedocumenteerd

Met leugen op leugen had hij zijn positie verworven en in stand gehouden. Hij was helemaal geen korporaal in de Eerste Wereldoorlog, hij had het niet verder gebracht dan soldaat der eerste klasse. Hij had niet in zijn eentje een aantal Franse soldaten gevangen genomen, het was zijn Joodse superieur die de Fransen had gegrepen. Wel wist hij het land, waar voor zijn komst de democratie aarzelend een begin zocht, door middel van geweld en terreur te veranderen in een totalitaire staat, waarin hij zijn tegenstanders systematisch uit de weg ruimde. Hitlers racistische ideologie leidde tot het uitroeien van miljoenen mensen die door hem en zijn volgelingen als niet-Arisch werden gezien. Alleen in Europa al hadden door zijn oorlog 39 miljoen mensen het leven verloren. In deze wereldoorlog, nog gruwelijker dan de eerste, werd uiteindelijk wel de overwinning op fascisme en nazisme bereikt. De prijs was dat het voor een groot deel verwoeste Europa definitief zijn dominante rol in de wereld verloor aan de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie. Duitsland had grote gebiedsdelen moeten afstaan aan Polen en de Sovjet-Unie. Het overblijvende deel werd verdeeld in de Duitse Democratische Republiek en de Bondsrepubliek Duitsland. Berlijn werd gevierendeeld.  

Bij de overwinningsparade die in Londen werd gehouden mochten de Poolse militairen niet meelopen. Van deze, in grootte vierde geallieerde strijdmacht, mochten alleen de piloten komen, zij hadden immers zo’n belangrijke rol gespeeld in de slag om Engeland. De piloten bedankten voor de eer. Polen was na ‘Jalta’ meer dan de helft van het vooroorlogse grondgebied verloren aan de Sovjet Unie, die er een marionettenregering had gepoot. De Britten wilden al meteen de relatie met het nieuwe communistische Polen niet verstoren en erkenden de Poolse strijdkrachten in het westen niet meer. De Amerikanen trokken de erkenning van de Poolse regering in ballingschap in.

➧ De Verenigde Naties stellen in hun handvest dat zij ‘vast besloten zijn komende generaties te behoeden voor de gesel van de oorlog’. Ruim zeventig jaar later blijkt dat daar niets is van terechtgekomen, al hebben de VN in humanitaire zin veel goeds verricht. In de Vietnamoorlog, die vanaf 1955 zo’n twintig jaar duurt, speelt de VN geen enkele rol. In 1962, het jaar van de Cubacrisis, waarin een kernoorlog tussen Oost en West dichterbij is dan ooit, komt de oplossing van Kennedy en Chroestjov. Dertig jaar later, in de Joegoslavië-oorlog, kan de VN niets uitrichten en in 2003 trekt de Amerikaanse regering Bush zich niets aan van de VN en begint de invasie in Irak. Voor de ramp in Syrië in 2016 weet de VN geen enkele oplossing te bieden.

➧ Pas zo’n vijftien jaar na de Duitse capitulatie wordt in de Nederlandse media echt diep ingegaan op de ellende en de trauma’s van vijf jaar oorlog. Dan komt de televisieserie ‘De Bezetting’ op de buis. Van 1960 tot 1965 vier afleveringen per jaar. En kijken doen wij, al worden wij er niet vrolijk van.
Lou de Jong wordt bij het grote publiek bekend door zijn medewerking aan de productie.

De Jong studeerde sociale geografie en geschiedenis, was redacteur van het studentenblad ‘Propria Cures’ en buitenlandredacteur van de links-liberale ‘Groene Amsterdammer’. Tot de Duitsers Nederland binnenvielen. De Jong vluchtte met zijn vrouw naar Londen, waar hij directeur werd van Radio Oranje. De Jodenvervolging door de nazi’s kostte tijdens de oorlog het leven aan zijn beide ouders, zijn zus, zijn tweelingbroer en nog veel andere familieleden. Dat verlies, verdriet en de algehele Jodenvervolging werden bepalend voor De Jongs verdere leven.
Al in Londen liet de regering weten dat er na de bevrijding een nationaal centrum zou worden opgericht voor het verzamelen van ‘geschiedkundig materiaal’ over de bezetting.
Het idee kwam al van de leider van de afdeling Kunsten en Wetenschappen van het door de Duitsers ingestelde Departement van Opvoeding, Wetenschap en Kultuurbescherming. Zijn streven om het nationale erfgoed te bewaren kreeg volop steun van de nazi’s. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de man, Jan Karel van Haagen, als deutschfreundlich werd gezien. Hij kocht kunstwerken die door de Duitsers van Joden waren geroofd en stelde dat hij hiermee wilde voorkomen dat de kunstwerken naar Duitsland verdwenen.
Nadat Van Haagen zijn plan aan de economisch historicus Nico Posthumus had voorgelegd, kwam het tot de oprichting van het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie, het tegenwoordige NIOD. Lou de Jong zocht na zijn terugkeer meteen contact met Posthumus en kreeg zijn baan voor het leven.
September 1945 begon Lou de Jong met enkele medewerkers aan de omvangrijke taak, die aan het RIOD was gesteld. Het begin was moeizaam doordat de Duitsers veel materiaal hadden vernietigd. Met veel speurwerk werd materiaal bijeengesprokkeld. Een bewaard gebleven deel van Seyss-Inquarts archief werd uit Duitsland opgehaald en als oud papier de grens overgebracht. In Berlijn werden door de geallieerden in beslag genomen documenten gekopieerd, voor zover die betrekking hadden op Nederland. Er werden voormalige nazileiders geïnterviewd om aanvulling te verkrijgen. Opzienbarend was het interview dat De Jong, samen met Posthumus, nog had met Rauter, kort voordat deze werd gefusilleerd. Rauter had zijn privé-archief aan het eind van de oorlog ondergebracht in een villa in Scheveningen. In de eerste winter na de bevrijding hadden de nieuwe bewoners het grotendeels opgestookt. Nadat het RIOD uitgebreid in het eigen tijdschrift had geciteerd uit het vraaggesprek, werd de minister op het matje geroepen vanuit het parlement.

➧ Pas in de jaren zeventig worden archiefvondsten en resultaten van interviews verwerkt in het overzichtswerk ‘Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog’, een standaardwerk in veertien delen. Het verschijnt verspreid over de jaren 1969 tot 1994. De eerste dertien delen van de hand van De Jong. Hij stelt dat de gewone Nederlander, zeker in de eerste oorlogsjaren, nauwelijks een idee had van wat er met de Joden gebeurde.
In de periode dat het standaardwerk verschijnt en vooral in de periode erna, komt er kritiek op De Jongs levenswerk. Hij zou het koningshuis overdreven vereren, enge begrippen hanteren over wat als verzet moest worden gezien, de situatie in Nederlands-Indië niet altijd correct inschatten en fouten hebben gemaakt. De grootste misser is wel de onterechte beschuldiging in 1978 aan het adres van parlementariër Wim Aantjes, dat deze lid was van de Waffen-SS. Aantjes was niet bij de Waffen-SS maar bij de Germaanse SS, ook verkeerd natuurlijk. Dat hij achteraf met argumenten kwam hielp niet, Aantjes had het verzwegen en moet zich terugtrekken uit de Tweede Kamer.
(wordt vervolgd) 
nnn

Geen opmerkingen:

Een reactie posten