zondag 15 juni 2014

ANNA'S JAREN (4)

Anna werd geboren in een stad waar bijna geen scholen waren en helemaal geen riolering. Pas acht jaar later kwam er een plan voor de aanleg, te beginnen bij de middenstand, die een watercloset met rioolaansluiting kreeg, daarna kwamen er steeds meer arbeiderswoningen aan de beurt. De tot dan toe regelmatig voorkomende epidemieën van cholera werden hierdoor sterk beperkt.
Die Aziatische buikloop had tot dusver honderden in Rotterdam het leven gekost. Halverwege de negentiende eeuw tweeduizend in één jaar tijd.

De paardentram in  1922 van
Rotterdam Slagveld naar Overschie
(foto Wikipedia)
De levering van stroom werd gestart in 1894 en het duurde nog wel even tot de hele stad Rotterdam was voorzien van energie, de eerste elektrische tram kwam elf jaar later op straat. 
En nog in 1925 reed de laatste paardentram van Rotterdam naar Overschie. De paardentram is in de negentiende eeuw ontstaan uit de omnibus, er werden rails aangelegd om het trekgewicht te verlagen en het rijcomfort te verhogen.

Ruim vijfentwintig  jaar eerder dan die eerste elektrische tram reed er al zo’n paardentram van het Beursplein naar Crooswijk, het stadsdeel waar Anna werd geboren en waar het Rotterdamse dialect ontsprong. Kwam je uit Crooswijk, dan was je pas een echte Rotterdammer met je zangerige uitspraak, verkeerd gelegde klemtonen en het vreemde gebruik van lidwoorden: ‘Geef me de zout effe an.’ Dan het gebruik van ’ie’ als persoonlijk voornaamwoord en direct aan het werkwoord gekoppeld: ‘Je voelie zeker niet erreg lekker ?’ Het gebruik van ‘eige’ in plaats van zich: ‘Ze lache der eige doot azze ’t hore.’ 
Alom bekend is het gebruik van de ‘t’ in de eerste persoonsvorm: ‘Nou ik gaat’, evenals de ontkenning van het bestaan van het werkwoord liggen: ‘Azzie val dan leggie.’ Ook het werkwoord kunnen wordt vermeden, met kennen ken alles toch ?

In het geboortejaar van Anna begon de aftakeling van Crooswijk als woonwijk. Bedrijvigheid die werd geweerd uit het centrum van Rotterdam trok deels naar Crooswijk. De Heineken bierbrouwerij vestigde zich er, de veemarkt en het abattoir. Jamin was al in het jaar daarvoor met de suikerwerkfabriek aan de Crooswijksekade begonnen. ‘Sjamin’ volgens de Rotterdammers. 
De reputatie van de fabrieksmeisjes was niet altijd even best. Drs.P. maakte er in de vijftiger jaren van de vorige eeuw een liedje over:

Daar zijn de meisjes, ja de meisjes van de suikerwerkfabriek
In dat suikerwerk heeft elke heer wel zin
Dus staan wij altijd bij de uitgang van de suikerwerkfabriek
Want de snoepjes van Jamin
Die pak je uit en pik je in

(wordt vervolgd)
nnn

Geen opmerkingen:

Een reactie posten