Dat nieuws
over die boot ging aan Anna min of meer voorbij, zij en Dirk hadden wel wat
anders aan het hoofd. Er werd vaak verhuisd in het oude centrum al had dat heel
wat minder om het lijf dan tegenwoordig. Een keer of twee met de schamele
bezittingen op een handkar heen en weer naar een paar straten verderop en dat
was het. Niet zelden was de reden van een verhuizing dat de huur niet meer
betaald kon worden en dan werd er opnieuw gestart bij een andere huisjesmelker.
Door al maar te zoeken naar een betere behuizing probeerden ook velen hun
levensomstandigheden enigszins te verbeteren. Maar nu was het anders, er begon
een kleine volksverhuizing op gang te komen in verband met de op handen zijnde
afbraak van de beruchte Polder en dat had ook gevolgen voor het stadsdeel waar Anna
en Dirk woonden, niet ver daarvandaan. Voor Anna en Dirk met hun drie kinderen
en ook nog een vierde onderweg, ontstond er een chaotische toestand want
uiteindelijk zou hun buurt de afbraak ook niet overleven.
Dat vierde
kind, de zwakke Johannes Wilhelmus, zou een bron van extra zorg worden en een
verloren strijd strijden, het zou al een jaar na de geboorte overlijden.
De ‘onzinkbare’
Titanic was toen al gezonken in de ijskoude wateren van de noordelijke
Atlantische Oceaan. Het schip
met zijn volautomatisch sluitende deuren tussen de compartimenten gold als een
technisch wonder. Rederij en de volgzame media bestempelden het schip als
‘praktisch onzinkbaar’ en een bemanningslid beweerde iets te trots: ‘zelfs god kan
dit schip niet tot zinken brengen’. Overmoedig en in blind vertrouwen in de
techniek werd het schip uitgerust met veel te weinig reddingssloepen. De
veiligheidseisen van die tijd stonden dat toe.
De Titanic was een schip waarvan
de eerste en tweede klasse een ongekende luxe uitstraalden. De laagste
klasse, bestemd voor de landverhuizers, die het schip ook vervoerde, was
eenvoudig ingericht. Hoewel de passagiers daar moesten slapen in kleine hutten,
voorzien van stapelbedden, was die accommodatie al een grote verbetering in
vergelijking met andere schepen die de Oceaan overstaken.
Aldus werd met een van
armoedzaaiers tot miljonairs gemengde groep passagiers vanuit Southampton naar
New York vertrokken.
De Titanic in Southampton (foto Wikipedia) |
Vier dagen
later ontdekte een matroos in het kraaiennest een ijsberg en luidde driemaal de
alarmbel, de stuurman was intussen al bezig met een uitwijkmanoeuvre, het schip
liep echter te hard, de afstand was te kort, de Titanic ramde de ijsberg en
liep een reeks beschadigingen op.
De
gevolgen werden niet meteen als bedreigend beschouwd en passagiers uit de
eerste klasse ervoeren het advies een reddingsvest aan te doen als overdreven.
Ongeveer een uur na de aanvaring kwam het bevel het schip te verlaten. Alles
ging mis, er werden sloepen met te weinig mensen te water gelaten, passagiers
geloofden aan boord beter af te zijn en het orkest bleef doorspelen om paniek
tegen te gaan. Maar toen duidelijk werd dat het schip ging zinken brak dat
alsnog uit.
(wordt vervolgd)
nnn
Geen opmerkingen:
Een reactie posten