woensdag 20 augustus 2014

ANNA'S JAREN (17)

Uit cijfermateriaal aan de hand van Titanics passagierslijsten blijkt onweerlegbaar dat de passagiers uit de derde klasse de kleinste kans hadden de ramp te overleven. De verbindingen tussen de verschillende klassen waren met hekken en deuren gesloten en sommige bleven dat waarschijnlijk ook tijdens de ramp. De passagiers uit de derde klasse arriveerden onder meer daardoor pas op het dek toen bijna alle reddingssloepen al waren vertrokken. Passagiers uit de hogere klassen hadden een bevoorrechte positie op het schip, niet anders dan in de samenleving aan land.
Van de 2223 opvarenden kwamen er uiteindelijk 1522 om het leven, ruim achtenzestig procent. In de eerste klas overleefde 39,5 procent de ramp niet, in de derde klas was dat 75,5 procent. De bemanning kwam er nog slechter af, hier bedroeg het aantal doden 76,4 procent van de bezetting.

Het was inmiddels 15 april van het jaar 1912.
Aan het eind van dat jaar, waarin niet de grootste maar wel de bekendste zeeramp plaatsvond, werd Jan geboren. Jan kreeg dezelfde naam als het eerder overleden zoontje van Anna en Dirk, Johannes Wilhelmus. Jan, mijn vader. 
En er was in Rotterdam inmiddels begonnen met de sloop van het gebied De Polder om plaats te maken voor het stadhuis en het hoofdpostkantoor, in de stille hoop dat daarmee ook de prostitutie voldoende werd aangepakt.                                       
Koos Speenhoff
(Wikipedia)
De in Rotterdam-Kralingen geboren dichter-zanger Koos Speenhoff, die wel wordt gezien als pionier van de Nederlandse kleinkunst, dichtte er over in zijn ‘Polderlied’:
De hele keet wordt afgebroken,
De heren krijgen nou d’r zin.
De meiden motten uit d’r zakies,
De burgemeester trekt erin.
Ze gaan de Zandstraat netjes maken,
’t Wordt ’n kermenadebuurt.

‘Karbonadebuurt’ is nog steeds de Rotterdamse benaming voor een omgeving waar welgestelden wonen of waar men de schijn van welvaart ophoudt. In die tijd was dat de omgeving van onder andere de Mathenesserlaan die nog maar kort geleden was  bebouwd met de deftige herenhuizen van de notabelen. De uitdrukking geeft goed weer hoe het was gesteld met de mogelijkheden van de gewone man. Een karbonaadje kon hij zich echt niet veroorloven, dat was voorbehouden aan beter gesitueerden.
Sommige liedjes van Speenhoff zouden wij tegenwoordig redelijk smartlapperig vinden, maar dat is toch iets te gemakkelijk, de teksten hadden toen dikwijls een reĆ«el raakvlak met het volkse leven. Doordat Speenhoff ze daarbij met een zekere deftigheid bracht, wonnen zij toentertijd aan kracht, maar in latere tijden kon het enigszins op de lachspieren werken, iets waar  Opoe Anna samen met  ma Rieka  best wel eens last van konden hebben.
(wordt vervolgd) 
nnn          
                                                                                              

Geen opmerkingen:

Een reactie posten