dinsdag 9 december 2014

ANNA'S JAREN (39) - Ondertussen in Amerika

Ondertussen liep Amerika voorop in de wereld op het gebied van autobezit. Pionier Ford werd al snel beconcurreerd door vooral Chrysler en General Motors, met als resultaat dat eind jaren twintig al één op de zes Amerikanen een auto bezat. Daartegenover was het land op het gebied van de luchtvaart echter flink achterop geraakt vergeleken bij Europa, waar je halverwege de jaren twintig al geregeld tussen verschillende grote steden kon vliegen. Tot aan 1927 beschikte Amerika nog niet over regelmatige luchtverbindingen. Steden als San Francisco en Baltimore hadden zelfs nog niet eens een vliegveld terwijl Rotterdam al zeven jaar het vliegveld Waalhaven in gebruik had en er al net zo lang een KLM-lijndienst Amsterdam-Londen bestond.

Amerika was ook geen lid geworden van de Volkenbond, die de wereldvrede zou moeten garanderen. Het vreemde was dat het een Amerikaanse president was, Woodrow Wilson, die het instituut had bedacht als een onderdeel van de vrede van Versailles. Maar de Amerikaanse Senaat verwierp het verdrag en het isolationisme kreeg de overhand in de Amerikaanse buitenlandse politiek.
In de jaren na de Tweede Wereldoorlog zou het geruime tijd bon ton zijn om te beweren dat hier in Nederland alles vijftig jaar later gebeurt dan in Amerika, maar bij het begin van de twenties was dat dus vaak anders. Ruim een jaar later dan in Nederland werd bijvoorbeeld het vrouwenkiesrecht ingevoerd in dat land van auto’s. 
New York was in de twenties in elk geval wel de meest door verkeersopstoppingen geplaagde stad ter wereld. Er reden alleen al in die stad meer auto’s dan in geheel Duitsland, terwijl er ook nog steeds paarden door New Yorks straten liepen. Amerika ging de hoogte in en werd het land van wolkenkrabbers, die in geen enkele grote stad ontbraken, ze werden vaak opgetrokken in een stijl ontleend aan de Europese art deco.

(Afbeelding Wikipedia)
Voor die van Europa overgenomen stijl gaf Amerika de charleston terug, de dans die zo onlosmakelijk is verbonden aan het beeld dat we van de twintiger jaren hebben. De dans, genoemd naar een stad in South Carolina, was in een snelle variant vooral in gebruik in de revues als showdans en werd later ook een wat rustiger gezelschapsdans, verwant aan de foxtrot.
Die charleston was trouwens niet de enige trendy dans in die tijd, er waren ook nog de shimmy, waarbij het lichaam stil wordt gehouden op de schouders na, die beurtelings naar voor en naar achter bewegen, en de blackbottom, afkomstig uit de theatershow Dinah. De blackbottom werd een sensatie in Amerika en won aan populariteit ten opzichte van de charleston.
Terwijl er ook in Europa volop werd genoten van  de nieuwste rages op de dansvloer, is het nog maar de vraag of die in het land van oorsprong, het puriteinse Amerika, algemeen werden gewaardeerd. De pers sprak bijna unaniem zijn afkeer uit over de vorm van zedenverwildering in het uitgaansleven en vooral de blackbottom, waarbij de billen van de danspartners tegen elkaar stoten, moest het ontgelden.
En dan de jazz, de jazz werd gezien als de motor achter die ontwikkeling. De ‘New York Americain’ vond het ‘pathologische, zenuwprikkende, seks uitlokkende muziek’. Dat sloot dus aardig aan bij de opvatting van Henry Ford, die het immers ‘imbeciele muziek’ vond. Waarom hield die man het  toch niet gewoon bij sleutelen?
(wordt vervolgd)
nnn

Geen opmerkingen:

Een reactie posten