maandag 29 december 2014

ANNA'S JAREN (43) - De voorloper van de standup-comedy

Er valt niet aan te ontkomen. Het beluisteren van oude muziekopnames brandt de geschiedenis vaak dubbelzijdig in het brein. De gedachten worden niet alleen onweerstaanbaar gestuurd naar wat er vooraf ging aan het moment van opname maar ook naar wat er daarna nog moest komen. Daaraan kan ik mij zeker niet onttrekken als ik zijnWest End Blues’ uit 1928 met de baanbrekende solistische trompetintro te horen krijg. Telkens weer ontroert mij de prille schoonheid van die vroege jazz in topvorm. In de jaren vlak na de Tweede Wereldoorlog zou ik voor het eerst kennismaken met de muziek van Satchmo, doordat pa zo gek op hem en zijn muziek was, en naarmate ik meer van zijn leven te weten kwam groeide daarnaast ook de bewondering voor zijn personage. Hij zou een belangstelling voor de jazz aanzwengelen die mij de mogelijkheid zou bieden te genieten van de verdere ontwikkelingen in die muziek, waarbij weer anderen als bijvoorbeeld Piet Noordijk – net als ik een jongen van Rotterdam-Zuid - een grote rol zouden spelen. Ontwikkelingen waarmee Louis Armstrong het niet altijd eens was trouwens, maar dat mocht niet deren. Zijn muziek zou later nog een belangrijke rol gaan spelen in mijn leven.

In de voortrazende twenties werden de mogelijkheden voor de film steeds groter doordat camera’s compacter werden en de cameradolly in gebruik werd genomen. De filmindustrie groeide en de film met geluid begon op te komen. Het Amerikaanse NBC werd het eerste radionetwerk van de wereld.
Kid Ory’s band was de eerste zwarte band die op het Sunshine-label platen maakte en Mamie Smith had een groot succes met ’Crazy Blues’, het begin van de blues-rage. Zij was een zeer populaire vaudeville-zangeres met een eigen showband.
Coleman Hawkins
(Foto Wikipedia)
Vaudeville was een eind negentiende eeuw in New York geïntroduceerde theatervorm, die kan worden beschouwd als voorloper van het moderne cabaret en de stand-upcomedy.Het publiek hiervoor kwam uit het laagste deel van de bevolking en omdat er op deze vorm van theater nogal werd neergekeken, kostte het de jonge musicus Coleman Hawkins grote moeite om toestemming van zijn moeder te krijgen toen hij door Mamie Smith werd gevraagd mee te spelen in haar showband. Hawkins moeder gaf uiteindelijk toe en hij ging cello spelen in de shows en vooral tenorsax. Hij begon al snel een unieke jazzstijl te ontwikkelen en hoewel hij speelde op een gammele saxofoon, die met elastiekjes aan elkaar hing, maakte dat diepe indruk op ene Fletch Henderson, die hem liet meespelen in een band waarvan een jaar later ook Louis Armstrong deel uitmaakte. De band maakte platen tot 1924 en werd een van de meest gevraagde zwarte jazz-groepen in dat tijdperk van de Chicago-jazz. De aanpak van Armstrong had een grote invloed op Hawkins’ benadering van swing en de opbouw van solo’s, maar verder zette hij zich enigszins af tegen Armstrongs dominantie. Hij begon zijn improvisaties op akkoorden te baseren, niet alleen op de melodie. Daarmee werd hij een grote vernieuwer, die vooruit liep op de bop en van invloed zou zijn op vele grote tenorsspelers na hem.
Paul Whiteman kondigde de komst van de symfonische jazz aan met zijn hit ‘Three o’Clock in the Morning’ en Sidney Bechet  (ook al uit New Orleans) maakte furore met de tot dan toe in de jazz ongebruikelijke sopraansaxofoon.
(wordt vervolgd)
nnn

Geen opmerkingen:

Een reactie posten