woensdag 24 december 2014

ANNA'S JAREN (42) - Startschot voor een nieuw jazz-tijdperk

Drooglegging of niet, alcohol bleef beschikbaar. Door smokkel, clandestien stoken en diefstal van industriƫle alcohol, die was gedenaturaliseerd met giftige stoffen als strychnine en kwik om hem ondrinkbaar te maken, een wettelijke verplichting. Doordat uit de voor consumptie aangeboden alcohol die vreemde stoffen vaak slecht of helemaal niet waren verwijderd kregen mensen problemen door het drinken ervan. Blindheid kwam niet zelden voor en er overleed zelfs een groot aantal drinkers.
Ondanks dat de drooglegging een faliekante mislukking was, werd deze zo’n dertien jaar gehandhaafd.

Vrijwel altijd was de bediening en het entertainment in de speakeasies zwart en het publiek blank, en dat blanke publiek wilde muziek en dat werd dus de jazz. Vooral in Harlem begonnen latere beroemdheden als Duke Ellington, een uithangbordenschilder die een amateurdansbandje had opgericht dat al snel uitgroeide tot een invloedrijke jazzband. Die band zou in het gedenkwaardige jaar 1927 het huisorkest worden van de beroemde ‘Cotton Club’ en Duke Ellington zou razendsnel aan bekendheid winnen, niet in het minst door zijn vernieuwende composities.
In die Cotton Club werd Duke later opgevolgd door Cab Calloway, ook al in Harlem begonnen en inmiddels een succesvol bandleider. En dan waren er de briljante pianist en songwriter Fats Waller, en Bessie Smith, de keizerin van de blues, die de belangrijkste zwarte zangeres van de jaren twintig zou worden.
Wie er ook pas kwam kijken was de in het ‘Back o’Town’ getto van New Orleans geboren en in een omgeving van danstenten en bordelen opgegroeide grootste genie uit de begintijd van de jazz, Louis Armstrong.

Louis Armstrong
(Foto Wikipedia)
Zijn vader heeft hij nooit gekend, zijn moeder was prostituee, hij werd opgevoed door zijn grootmoeder. Hij leefde als kind in zo’n grote armoede, dat hij gekleed in vodden zijn kostje uit vuilnisbakken bij elkaar moest zoeken. Hij lag vrijwel voortdurend overhoop met het wettelijk gezag en was al aardig op weg naar galg en rad tot hij op nieuwjaarsdag 1913 met een revolver het startschot van een nieuw jazz-tijdperk gaf. Louis werd in een tehuis geplaatst, waar hij de kornet leerde kennen en spelen. Na zijn vrijlating mocht hij het instrument houden maar toen hij genoeg had verdiend om zelf een instrument te kopen, gaf hij het terug, zodat ook anderen er gebruik van konden maken.
Louis Armstrong, ‘Satchmo’ had een hart van goud en is altijd een beminnelijk persoon gebleven. Duke Ellington zei over hem na zijn dood: ‘Hij werd arm geboren, stierf rijk en heeft in de tussentijd niemand benadeeld.’  En dat is eigenlijk te weinig gezegd, want Armstrong deed ook veel goeds, vaak spontaan en zonder publicitaire bijbedoeling.
Hij zou al in 1922 in Chicago spelen, bij King Oliver; drie jaar daarna met zijn ’Hot Five’ en weer later met zijn ‘Hot Seven’ een aantal platen opnemen die tot de absolute klassiekers van de jazz zouden gaan behoren.
Bekende, grote jazzmusici drukten hun stempel op hun tijd, zij kwamen en gingen maar Armstrong bleef. Opmerkelijk is dat er zoveel goeds over hem werd gezegd door andere grootheden. 
Bing Crosby  zei over Armstrong: ‘Hij was de enige musicus aller tijden, die niet door iemand anders vervangen kon worden.’ 
En Miles Davis: ‘Je kunt niets op een blaasinstrument spelen dat Louis niet al heeft gespeeld.’ 
Satchmo zei er zelf van: ‘I want to give back some of the goodness I recieved.’
(wordt vervolgd)
nnn



Geen opmerkingen:

Een reactie posten